facebook pixel

Korfbaloefeningen voor de techniek aanval / scoren

  • 1 Minuut
    1. Schot > 2
    2. doorloop met bal > 4
    3. Schot > 1
  • 30 sec Bridge
  • Als speler oefening uitvoert zijn aangevers strafworp nemen`.

schot-doorloop-su-cide-bridge-2


  • Er staan 4 pionnen in een vierkant ruim om de korf.
  • Er staat al iemand denkbeeldig als rebound, er staan dus 3 man in het voorveld bij een pion.
  • De spelers moeten steeds aansluiten zodat er aan 2 kanten iemand aanspeelbaar is.
  • Na 3/4 passes wordt iemand diep gestuurd en komt de 3e persoon voor de aangeef en wordt er een doorloopbal genomen.
  • Speler 1 blijft ondertussen in beweging en krijgt de bal om te schieten.
drawing 3-1 naar kans
  • Wanneer er een vang staat en de steun wordt voorverdedigd.
  • Blijft de vang staan en trekt de voorverdedigde steun weg via de rugkant van de verdediger.
  • Krijgt de bal en neemt een korte kans.
drawing Oplossing als de steun wordt voorverdedigd
Per 3- of 4-tal bij een korf.
Stap 1:
  • Speler Rood verdedigt Speler Blauw.
  • Speler Blauw heeft de bal en gooit hem vervolgens naar speler Wit en loopt diep en schiet.
Stap 2:
  • Volg stap 1 en nadat speler blauw diep heeft gelopen, snelt speler wit erheen voor een aangeef.
  • Speler blauw gaat voor een doorloop blauw.
  • Speler Rood blijft verdedigen, maar laat de doorloopbal wel toe.
> Neem de doelpogingen zo rustig mogelijk
> Indien met 4 zet je een rebound neer.
drawing Diepe lijnen lopen
  • De bal komt in een 4-0 opstelling het vak binnen. 
  • De speler aan de andere zijde -voor- snijdt in voor de steun.
  • Op het moment dat de bal wordt aangespeeld maakt de diagonaal speler een doorbraak of een zijwaartse beweging, krijgt de bal aangespeeld en komt tot schot.
  • Als er niet gescoord wordt, kan de steun de aandacht verleggen naar de andere achterkant, waar kan worden doorgebroken of vrijgelopen voor het schot.
Opmerking: de speler aan de kant van de bal kan ook inlopen in plaats van de speler voorin. De actie komt dan van de andere kant van het vak.

Oefening:
  • Scoor 5 doorloopballen over links en over rechts
  •  Scoor 5 uitwijkballen vanaf links en rechts.
drawing Actie vanaf achterkant
We spelen 4:4, waarbij 3 aanvallers spelen in dienst van 1 spits.
  • Het doel van de oefening is dat we de spits zodanig vrijzetten dat zij gaat scoren. Dat kan op vele manieren, maar kijk wat de zwakke plek is van haar verdedigster en speel dat uit.
  • Je kunt ook gebruik maken van de echte kwaliteit van de aanvalster. 
  • Schutter op 6 meter altijd vrij na een doorbraak. Komend vanuit de diepte na een schot van een ander.
  • Elke aanvaller krijgt een beurt.
  • Speler A begint met de bal 2.5 meter schuin voor de paal.
  • Speler B staat ook 2.5 meter schuin voor de paal. 
  • Speler A gooit de bal naar speler B en speler B weer terug. 
  • Zo brengen ze de bal op tot ongeveer 8 meter voor de paal.
  • Vanuit daar start speler B voor een doorloopbal uit de ruimte die speler A aangeeft. 
  • Speler A rent er ook achteraan naar binnen om de bal af te vangen voor deze op de grond stuitert. 
Varianten:
- Meeste doelpunten in een tijdsbestek van 10 minuten.
- Wie het eerste bij de 10 doelpunten is.
- Maak het moeilijker door bij iedere bal op de grond een punt eraf te halen.
- Eventueel met een 3e persoon erbij om door te draaien en iets lager tempo aan te houden.
drawing Doorloopbal uit de ruimte
Per 5 werken, andere spelers nemen strafworpen: 
1 aangever met bal aan korf, 2 aanvallers met elk een verdediger

  1. Beide aanvallers mogen de (vaste) aangever gebruiken om vrij te komen in een 1-1 situatie. 
    1. Elke score is 1p. 
    2. Wissel door na 3 kansen.
  2. Beide aanvallers mogen zowel de aangever gebruiken om vrijgespeeld te worden, maar ook de assist krijgen uit de ruimte van de andere aanvaller (zonder dat deze evenwel uit een steunpositie speelt). 
    1. Scoren na aangeef uit korf is 1p, scoren na assist van de andere aanvaller is 2p. 
    2. Wissel weer door na 3 kansen.
  3.  Idem, maar de aanvaller die de aangever aanspeelt, mag deze niet rechtstreeks terug krijgen. Zo moet je de keuze maken om te verleggen. 
    1. Weer 1p na bal uit aangeef, weer 2p indien de assist uit het voorveld komt. 
    2. Wissel weer door na 3 kansen.

3 aanvallers waarvan 2 met (passieve) verdediger in voorveld (rond korf) en rebounder met verdediger onder korf:
  1.  Uit de passing tot schot komen (welke lijnen loop ik wanneer het schot wordt genomen?).
    1. Aanvaller zonder verdediger speelt de assist.
  2.  Tussenuit in steun, welke van de 2 aanvallers kies ik? En waar loop ik mijn 2de kans (aanvaller zonder verdediger is steun).
  3.  Na de 2-2 opnieuw naar 3-1. 
    1. Opnieuw tussensteun brengen.
    2. Rebounder gaat uit naar kans. 
    3. Steun draait door naar rebound.

  • werk met 3 aanvaller tegen 2 verdedigers op 2 palen:
    • Aanvaller mogen op de 2 palen proberen te scoren (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen)
    • Aanvallers krijgen max 4 passen per genomen kans (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen, of wanneer er meer passen nodig zijn)
    • Je mag maar 1 kans nemen per korf (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen, wanneer er meer passen nodig zijn, bij 2 missers)
    • Speler die mist mag niet meer aanvallen indien de bal in het spel blijft, dus is het overtal van de aanvallers weg.
drawing overtal in aanval uitspelen

Regels uitleggen:

  • De persoon die hem neemt staat met 1 voet precies achter de stip en de andere voet staat achter de loodrechtenlijn op de middenlijn, vanuit de stip.
  • Iedereen staat buiten de denkbeeldige lijn.
  • Aanvallers staan 2,5 meter van elkaar af.
  • Verdedigers staat 2,5 meter van stip af, maar hoeven dat niet van elkaar.
  • Als persoon met de bal beweegt, mogen verdedigers binnen de cirkel komen, aanvallers pas als de bal is aangeraakt door iemand of als hij buiten de cirkel is.
  • Personen onder de paal hebben de voeten aan dezelfde kant van de paal.
  • Een aanvaller of verdediger mag zijn voet niet tussen die van de tegenstander zetten.
  • Verdediger staat altijd tussen aanvaller en paal, behalve onder de paal als aanvaller tegen de paal staat.


Iedereen gaat in basis positie staan

Aanleren varianten:

  • Bal terug spelen naar degene die de bal heeft uitgenomen.
  • Degene die hem uit neemt bepaald ahv van verdedigers of hij naar de zijkant of onder de korf passt.
  • Bal wordt gespeeld naar wegtrekkende speler onder de korf.
  • Speel in het 1:1 met een verdediger. 
  • De verdediger gaat er vol voor en probeert alles te verdedigen. 
  • Creëer als aanvaller 3 kansen en benut die kansen.
  • Iedere speelster is 2x aanvaller/verdediger/aangever.