Korfbaloefeningen voor de techniek passing / opbouw / aanval / vrijlopen
Uitvoering
- Zet de spelers in een cirkel op gelijke afstand van elkaar.
- Geef de bal aan een willekeurige speler in de cirkel.
- De speler met de bal past deze naar een andere speler in de cirkel.
- De speler die de bal ontvangt, past deze onmiddellijk door naar een andere speler.
- Probeer een vloeiende beweging te creëren waarbij de bal continu in beweging blijft.
- Variaties kunnen worden toegevoegd door bijvoorbeeld alleen met de niet-dominante hand te passen of door de bal over de grond te rollen.
Uitvoering
- De schutter start aan de zijkant en maakt een actie zonder bal richting de aangeefpositie, waarbij ze om de hoedjes heen loopt.
- Op de aangeefpositie krijgt de schutter de bal aangespeeld.
- De schutter heeft daarna twee keuzes:
- Rechtdoor bewegen en helemaal omdraaien voor een kort hoog schot.
- Wegstappen in een hoek van 90 graden en dan een kort hoog schot nemen.
- Zorg ervoor dat je timing van springen goed is. Reageer op de pass en zet altijd je binnenste been als eerste neer.
- Doordat je moet timen, moet je naar voren blijven kijken en altijd de bal verwachten.
- Per persoon schiet je 5 keer vanaf links en 5 keer vanaf rechts.
Uitvoering
- Zet een 3-1 situatie op in een vierkant van 10x10 meter.
- De aanvaller met verdediger wordt een minuut lang kort verdedigd op de ballijnen.
- De aanvallers zonder verdediger spelen de bal aan de buitenkant rond.
- De aanvaller met verdediger probeert zichzelf vrij te spelen en aan te geven dat hij aanspeelbaar is aan de buitenkant.
- Observeer hoe vaak de bal onder verdedigende druk kan worden doorgespeeld.
Doel
- Het verbeteren van het aanspelen aan de buitenkant onder druk.
- Het ontwikkelen van slimmere keuzes in beperkte speelruimte.
- Het leren vrijlopen zonder diepe looplijnen, met focus op breedtepasses.
Doel
- Verbeteren van snelheid en precisie bij het rollen en vangen van de bal.
- Oefenen van doorloopballen onder tijdsdruk.
Uitvoering
- Speler rood heeft de bal en rolt deze recht vooruit richting een pylon die op afstand staat.
- Speler blauw probeert de bal te onderscheppen voordat deze de pylon raakt.
- Als speler blauw de bal vangt, moet hij binnen 5 seconden een doorloopbal nemen bij de startpositie van speler rood.
- Als de bal de pylon raakt voordat speler blauw de bal vangt, scoort speler rood een punt.
- Na elke doorloopbal wisselen de spelers van rol.
Scoren
- De eerste speler die 5 doelpunten behaalt, wint het spel.
- Bij teams van twee: de werper en loper vormen een team dat probeert de pylon te raken om punten van de tegenstanders af te trekken.
- De doorloopbal moet binnen 10 seconden gescoord worden voor het minpunt.
- Bij teams van twee zijn er 4 situaties met 8 spelers. De snelste scorer krijgt meer punten (4 voor de eerste, 3 voor de tweede, enz.).
- Het doel is om als eerste 15 punten te behalen.
Opstelling
- Plaats hoepels op de grond met een vierkant van hoedjes op 2 meter afstand rondom elke hoepel.
- De spelers staan in tweetallen rondom een hoepel.
Uitvoering
- De spelers stuiteren de bal in de hoepel en proberen de bal zo te passen dat hun medespeler deze kan vangen zonder zich uit te strekken of laag te vangen.
- Elke pass moet de medespeler in beweging brengen; de bal mag niet recht op iemand af worden gepast.
- Bij elke vangst moet de speler net buiten het vierkant staan, maar mag tussendoor lopen.
- Voor elke succesvolle pass zonder extra stuit krijg je een punt. Ook als je de bal in één keer vangt, telt dit mee.
- De oefening duurt 2 minuten en het doel is om zoveel mogelijk punten te scoren.
Uitdaging
- Verzin een opdracht op basis van het aantal gescoorde punten: de tegenstander moet de score wegwerken met doorloopballen, waarvan de laatste 5 strafworpen zijn.
- Alle schoten moeten achter de korf worden genomen op laag tempo, maar wel binnen 2 minuten.
Uitgangspositie
- Begin in een 4-0 opstelling met het oranje team.
Uitvoering
- Het oranje team speelt een 1-2-tje terwijl de reboundpositie wordt ingenomen.
- Het blauwe team beweegt in de ruimte die is vrijgelaten door het oranje team.
- De opstelling verandert naar een 3-1 formatie.
- Wanneer het blauwe team schiet, start de 3-1 oefening.
- Alle spelers schieten om de beurt.
- Na het schieten keert de rebounder terug naar de 4-0 opstelling.
- Herhaal het 1-2-tje met de rebounder en keer terug naar de 3-1 formatie.
Opstelling
- Vorm groepen van vier spelers bij een korf.
- Twee spelers fungeren als aangevers, één als aanvaller en één als verdediger.
Uitvoering
- De aanvaller heeft 30 seconden de tijd om zoveel mogelijk punten te scoren.
- Een doorloopbal zonder bal telt voor 5 punten. Indien niet gescoord, krijgt de verdediger 5 punten.
- Een gescoord schot telt ook voor 5 punten.
- Een doorloopbal met bal telt voor 1 punt.
- De aanvaller mag rondom de paal spelen.
- Elke speler is 3 keer 30 seconden aanvaller, met 15 seconden rust tussen de beurten.
- Dezelfde verdediger blijft staan gedurende de oefening.
Regels
- De scoreregels dienen als motivatie voor de spelers.
- Twee spelers staan in het voorveld, waarvan één met bal
- De aanvaller met bal speelt de bal naar voren en haalt hem weer op, om daarna in te draaien voor het schot
- De rebound komt inlopen vanuit de achterkant
- Per persoon 5x vanaf links inlopen, en 5x vanaf rechts. Dit doe je achter elkaar om de goede feeling te krijgen bij indraaiend schieten
- De rebound moet timen! Als je op het juiste moment loopt, dat is wanneer er geschoten word, kom je op de juiste plek voor rebound uit
- Er staan tweetallen onder de korf, waarvan er een voor de bal gaat die op een pylon ligt. De ander blijft staan voor aangeef positie.
- Het uitstappen gaat om timing.
- Stap uit naar deze aangeef als de bal naar binnen gespeeld wordt, zodat je een bewegende aangeef krijgt.
- De schutter beweegt naar de pylon rechts van waar ze de bal gepakt hebben zodat je een schot uit beweging krijgt.
- De bal gaat weer naar buiten voor het schot, daarna leg je de bal weer op de pylon en wissel je van plek onder de korf.
- Je start nu dus vanuit een andere pylon. Kun je de bal niet op de pylon leggen omdat de tegenstander niet snel genoeg is?
- Leg hem op de grond achter de pylon.
- Gedurende 2 minuten zoveel mogelijk doelpunten maken.
- Je kunt dit ook met 5 tweetallen of 3 tweetallen spelen.
- De pionnen liggen in een cirkel om de korf
- Dit wordt in 4-tallen, welke opgedeeld zijn in 2 tegen 2, tegen elkaar gespeeld bij één situatie
- Afstanden vergroten voor variatie
- Bij een even aantal deelnemers hebben de verdedigers een vast te verdedigen aanvaller, net als in wedstrijden. De andere aanvallers en verdedigers gaan rebound duels aan.
Variant: 3 tegen 2:
- Drie aanvallers staan rondom de korf en proberen in één minuut zoveel mogelijk doelpunten te maken
- Echter mogen ze bij iedere aanval die ze spelen maximaal 5x overspelen. En overspelen móet door de cirkel heen.
- Bij ieder schot wat er gepakt wordt gaan de andere 2 aanvallers rebound duels aan met de verdedigers die in de korfzone staan.
- Winnen de verdedigers het rebound duel?
- Dan gaat er een punt van aanvallende score af.
- Weten ze tussendoor een bal te onderscheppen, dan gaat er even goed een punt van de score af.
- Dit kan snel gaan, daarom tellen doelpunten dan ook voor 3.
- Twee spelers staan op 6 meter tegenover elkaar, waarvan een achter een rij van drie hoge pylonnen
- De rode speler gooit de bal naar de blauwe speler, welke daarna een omtrekkende beweging om de pylonnen heen maakt om te leren je voetenwerk zodanig te zetten dat je om een tegenstander heen beweegt
- De bedoeling is dat de blauwe speler de bal in één moeite terugspeelt naar de rode speler
- Daarna herhalen met mee bewegende verdediger
- Er staan 4 aanvallers klaar tegenover 2 verdedigers
- De verdedigers hebben beide 2 aanvallers te verdedigen, en de aanvallers mogen niet verder dan 3 meter bij hun verdediger vandaan komen.
- Anders is het niet meer te doen voor de verdedigers
- De aanvallers spelen echter wel als één vak van 4 samen tegen de verdedigers, welke proberen overzicht te houden en doelpogingen zo lang mogelijk te voorkomen
- De aanvallers mogen starten wanneer het hen uit komt. de verdedigers komen in actie als de lijn gepasseerd is
- Voordat de aanvallers een doelpoging ondernemen, moet de bal eerst in het achterveld geweest zijn
- Na elke 3 doelpogingen wisselen van functies
- Onderliggende doelen:
- Communicatie tussen aanvallers
- Secure passing en keuzes
- Overzicht houden als verdediging