Korfbaloefeningen voor senioren
1 aangeef onder de paal, 1 aanvaller en 1 verdediger voor de paal.
Aanvaller begint op 5-6 m van de paal, aanvaller krijgt 3 doelpogingen om een doelpunt te maken.
Lukt hem dat wisselt hij met de aangeef en blijft de verdediger staan. Lukt het hem word de aanvaller verdediger, de aangeef aanvaller en de verdidiger wordt aangeef.
Zet 4 hoedjes in een vierkant en 1 hoedje met een tennisbal in het midden, de afstand tussen de hoedjes is 5 meter.
Je start met rennen bij een leeg hoedje en pak de tennisbal van het middelste hoedje en leg hem op een leeg hoedje aan de buitenkant.
Ren vervolgens weer naar het midden en tik met je hand het hoedje in het midden aan, Â ren vervolgens naar het hoedje met de tennisbal en pak deze op en leg hem op het hoedje in het midden.
Je gaat zo alle hoedjes af en geef vervolgens de tennisbal aan de volgende loper die hetzelfde traject aflegt.Â
Leg de hoedjes neer in een vierkant met ong. 5 m tussen de hoedjes.
2 spelers zijn de tikkers, de rest beweegt zich binnen het vierkant.
De 2 tikkers mogen de andere spelers tikken met de bal. De tikkers mogen niet lopen met de bal.
Door middel van overgooien kunnen de tikkers de andere spelers aftikken.
Als je getikt bent of buiten het vak komt ben je af en mag je het vak verlaten.
Variatie:
Als spelers af zijn horen ze bij de tikkers ipv dat ze uit het vak moeten
• Benen naast elkaar,iets gespreid ongeveer 1 voet tussen beidevoeten (zodat de schutter stevig en in balans staat)
• Vingers gespreid, duimen wijsvingerin een driehoek
• Bal voor het gezicht,net over de bal heenkijken
• Schouders recht t.o.v.de korf
• Voeten recht t.o.v. dekorf
• Lichaam recht t.o.v. dekorf
• Ellebogen naar buiten,ongeveer15 cm vanaf het lichaam
• Door knieën en danrecht omhoog springen (veel kracht van een schot komt vanuit de benen)
• Uitstrekken van dearmen in de richting van de korf
• Schiet de bal met eenboog richting de korf
• Nawijzen in de richting van dekorf
 • Met beiden benen opdezelfde plaatsneerkomen, als je afzet
 • Blijf de bal nakijken en nawijzen tot de bal de korf heeft geraakt (om het volgende schot te verbeteren) Â
https://www.youtube.com/watch?v=31O8qYbeo3Uh
Palen in een vierkant, hoedjes in het midden.Â
2 (kan ook meer) tallen bij een paal, op het startsignaal beginnen met schieten van 4-5 meter. wanneer een 2-tal 2 doelpunten heeft gemaakt mogen zij een hoedje pakken en onder hun paal leggen.
Als de hoedjes in het midden op zijn mag er van andere palen gepakt worden.
Eerste 2-tal dat 3 hoedjes heeft bemachtigd wint.
Variatie:
Variatie in aantal hoedjes in het midden, aantal hoedjes om te winnen, afstand en aantal doelpunten.
Speler 1 staat op 3-4 m van speler 2.
Speler 1 gooit met zijn rechterhand naar de rechterhand van speler 2.Â
Speler 2 doet hetzelfde (rechts naar rechts).
Nadat het 10 keer goed is gegaan nu met links naar links.
Organisatie:
Twee partijen, 1 aanvallende en 1 verdedigende partij. Drie of vier korven en een bal.Â
Oefening:
Hoeveel tijd heeft een ploeg nodig om in alle korven een doelpunt te maken?Â
De korf waarin gescoord is mag niet meer worden gebruikt, zodat de moeilijkheidsfactor steeds groter wordt. De verdedigende partij geeft na onderscheppen de bal weer terug.
• Benen ongeveer 20 cmuit en schuin voor elkaar
• Gezicht naar de korf
• Armen licht gebogen
• Goede voet voor zodatje de beste afzet kunt maken (het ene kind kan beter afzetten met zijn of haar linkerbeen en het andere
  kind met zijn of haar rechterbeen)
• Handen goed om de bal,met gespreide vingers de duimen richting de korf (je legt de bal op je handen)
• Schouders recht t.o.v.de korf• Voeten recht t.o.v. dekorf• Lichaam recht t.o.v. dekorf
• Gewicht op je achterstebeen plaatsen
• Je gewicht (dus jelichaam) verplaatsen naar je voorste been omvervolgens af te zetten in de richting van de korf
• Spring schuin enrichting de korf omhoog, knie goed omhoog heffen zodat de bal dicht bij de korf komt (je knie achternaÂ
  springen)
• Armen uitstrekken
• Op hoogste punt de balloslaten en nawijzen
• Lichaam strekken enlang maken
• De bal nakijken
Speler 1 begint op 7 m, speler 2 begint onder de paal.
Speler 1 neemt een doorloopbal maar maakt hem niet af. In plaats daarvaan trekt speler 2 schuin naar achteren weg van de paal, speler 1 passt de bal naar speler 2 en speler 2 schiet.
Hierna wisselen speler 1 en 2 om van rol.
Organisatie:
Vakken bij elkaar, twee spelers (heren/dames dit zijn A(anvaller) en V(erdediger) voor in het plaatje) in de linker hoek voor de korf.Â
Een speler links (links achter de korf) daarnaast en rechts daarnaast (rechts achter de korf).Â
In het tweetal is een aanvaller en een verdediger. De aanvaller heeft de bal, plaatst de bal naast hem (links of rechts) en pakt de rebound. De verdediger gaat de rebound bemoeilijken maar geeft hem in eerste instantie wel weg (deze verdedigt voor).Â
De speler die de bal niet toegespeeld krijgt vult het plekje van de aanvaller/rebounder op. De twee spelers voor de korf komen na een of twee dubbels tot schot.
* Wie pakt van de vijf schoten de meeste rebounds?
Corrigeren op:
Uitblokken onder de korf, tegenstander in de rug en het liefst v��r de korf houden, voorverdedigen door de verdediger en pas het duel aangaan als het schot de lucht in is.
Opstelling:
2 tweetallen staan bij een korf, (een schutter en een aangever per tweetal)Â allebei hebben ze een bal en moeten scoren op dezelfde paal. Bij het startsein mogen ze beginnen met schieten, als één van de schutters scoort dan moeten alle schutters en aangevers van positie wisselen. Speel zo een competitie welk tweetal er als eerste 10 doelpunten in heeft.