Korfbaloefeningen voor de techniek warming-up
2 rondjes rennen zonder opdracht
1 rondje korte zijden huppelen
1 rondje korte zijden hakken billen
1 rondje op je allerhardst
Je rent heen en weer van pion tot pion. Daarbij worden verschillende oefeningen gedaan. Bijv. heen rennen en terug achter uit lopen.
maak 2 vakken van 4. De aanval neemt de bal uit bij de trainers. wanneer de verdediging de bal heeft onderschept, brengen die de bal eerst weer uit bij de trainers. waneer er is gescoord, krijgt het team een bonus en mogen ze de bal weer uitnemen
- 10 schoten op de breedtelijn
- 15 doorloopballen
- 15 wegtrekballetjes
Zet een aantal pionnen/dopjes op 2 á 3 meter van elkaar. Maak twee rijen pionnen en verdeel het team in twee groepen.
De oefening is vrij simpel. Twee pionnen spinten en één pion in verdedigende houding terug. Daarna wordt het weer herhaalt, dus twee pionnen vooruit en één pion terug.
Compleet team: Een iemand is de tikker, en moet iedereen aftikken. De overige mensen hebben 2 ballen tot hun beschikking die ze mogen overspelen. Je mag niet getikt worden op het moment dat je de bal in je handen hebt. Dus als de tikker naar iemand toerend, moet je snel de bal naar deze speler gooien. Natuurlijk mag je niet eindeloos de bal vasthouden.
Oefening voor de snelle pas, reactievermogen en coördinatie. Als trainer zijnde in het midden met de kinderen in een kring om je heen. Bijv. 5 kinderen, 4 x korf en 4 x bal.
Kids lopen in rondje om je heen in de richting die jij aangeeft, je kan ook plots de richting veranderen voor de afwisseling. Vervolgens gaan dribbelen op de plaats. Wanneer trainer JA roept, moeten de kids zo snel mogelijk een bal pakken en op de korf zien te scoren. 1 kind heeft geen bal en is af. Vervolgens 3 ballen en opnieuw, tot er een winnaar is.
Compleet team: Een iemand is de tikker, en moet iedereen aftikken. De overige mensen hebben 2 ballen tot hun beschikking die ze mogen overspelen. Je mag niet getikt worden op het moment dat je de bal in je handen hebt. Dus als de tikker naar iemand toerend, moet je snel de bal naar deze speler gooien. Natuurlijk mag je niet eindeloos de bal vasthouden.
Leuke variatie van het originele 'tikkertje'. een kind is de tikker. De rest rent weg. De tikker probeert iemand te tikken. Wanneer een kind getikt wordt, leg deze de hand op de plek maar getikt is. Nu is het getikte kind de nieuwe tikker. Als deze weer een nieuw kind getikt heeft, mag hij zijn hand van zijn plek afhalen.
Bijvoorbeeld:
Kind A tikt kind B op de schouder. Kind B legt zijn hand op de schouder en probeert zo de volgende te tikken. Hij tikt kind C op de bovenarm en kan weer zijn hand loslaten en gewoon wegrennen. Kind C legt zijn had op zijn bovenarm en gaat tikken.
Begin opstelling
Twee groepjes bij de twee eerste pionnen.
Oefening
De eerste in de rij rent naar de hoepel en gaat via de onderkant, dus de hoepel gaat over hun hoofd heen, door de hoepel heen. Vervolgens gaat hij door middel van de verdediging houding naar pion twee en draait hier 4 rondjes om heen. Tot slot rent hij naar pion 3 en scoort voordat hij terug kan rennen naar pion 1 en de volgende in de rij aantikt.
Verdediging houding:
Achter uit en door de knieën met je arm omhoog.
Afstand opzet:
Hoepel vanaf pion 1: 5 meter.
Pion 2 vanaf hoepel: 5 meter.
Pion 3 vanaf pion 2: 5 meter.
Paal vanaf pion 3: 4 meter.

Compleet team: Een iemand is de tikker, en moet iedereen aftikken. De overige mensen hebben 2 ballen tot hun beschikking die ze mogen overspelen. Je mag niet getikt worden op het moment dat je de bal in je handen hebt. Dus als de tikker naar iemand toerend, moet je snel de bal naar deze speler gooien. Natuurlijk mag je niet eindeloos de bal vasthouden.
Beginsituatie
Het spel wordt gespeeld door 2 partijen die tegen elkaar heen en weer spelen tussen 2 korven die op ongeveer 15 meter afstand van elkaar staan. De 2 teams bestaan uit vier spelers of tenminste drie spelers. Grotere teams is niet aan te bevelen vanwege de beperkende ruimte waarin men dan kan vrijlopen.
Spelbedoeling
Welk team scoort de meeste doelpunten? Probeer de bal te veroveren om te kunnen aanvallen, probeer door samen te spelen in scoringspositie te komen en probeer te scoren.
Spelregels
Je mag niet lopen met de bal, je mag niet alleen spelen, de bal mag niet uit de handen van de tegenstander of medespeler worden genomen. Andere regels als verdedigd schieten of snijden kunnen worden weggelaten.
Aanpak
Verdeel de groep in twee partijen van gelijk aantal spelers. De trainer kan meespelen met de partij in balbezit om via eigen inbreng voor een goed spelverloop te zorgen. Het meespelen van 2 trainers is stimulerend voor de spelers en geeft mogelijkheid tot correctie tijdens het spel.
In de loop van het spel kunnen er regels bijkomen die leiden tot het gericht oefenen van de basisvaardigheden. Voorbeelden zijn:
- Er mag alleen met één hand worden geworpen en doelpogingen doen de spelers altijd met 2 handen
- Er worden spelers aangewezen met speciale taken, spelers die helpen en spelers die proberen te scoren.
Wat kun je zien?
- De beginnende speler begrijpt korfbal direct
- Er is veel gelegenheid om korfbalspel te beoefenen, daarmee ook de basisvaardigheden als vrijlopen, aanvallen en verdedigen
- Al spelend komen korfbaltechnieken aan de orde
- Uit het spel kan worden gelezen wat gericht moet worden geoefend in vereenvoudigde spelelementen