Voetbaloefeningen
- Zet pionnen zoals tekening.
- Iedere pion staat een speler, op hoeken eventueel 2 spelers.
- 2 hoeken in uiterste een bal.
- Daar start het passen.
- Iedere speler passt naar volgende pion volgens tekening, en dribbelt/looppas daar heen.
- Twee uiterste hoeken (de 2 ballen) op gelijke tijdstippen passen, synchroon.
- Zo de bal rondspelen.
- Denk aan goede pass techniek, snelheid, richting en contact met medespeler.
- Zorg ook voor juist uitdraaien.
- Zet pionnen zoals op plaatje.
- Spelers op pionnen 1, 2 en 3.
- Speler pion 1 speelt speler pion 2 in.
- Speler pion 2 neemt aan met linker been en draait rechts uit, passt speler pion 3 in diepte.
- Speler pion 3 neemt aan en loopt diepte in.
- Speler pion 2 loopt mee op en is aanspeelbaar centraal voor de 16.
- Speler pion 3 zet voor, Speler pion 2 rondt af.
- Opmerking:
- 2 keepers wisselen constant af, om de 5 ballen.
- Afwerkoefening.
- Tot een schot komen d.m.v. zuivere passing.
- Volgorde:
- Pass.
- Opendraaien + pass.
- Opendraaien + pass.
- Kaats.
- Pass.
- Afleggen.
- Afronden.
- Logisch doordraaien spits die aflegt haalt de bal op van de speler die heeft geschoten.
- De speler die schiet doet direct weer mee als centrale kaatser in de punt
- Afwerkvorm tijdens opendraaien en/of na de kaats 15 - 20 minuten.
- Variant 1 met opendraaien.
- Speler 1 paast speler 2 in.
- Speler 1 loopt naar pion bij speler 2.
- Speler 2 draait open en paast speler 3 in.
- Speler 2 loopt naar pion bij speler 3.
- Speler 3 draait open en schiet gelijk op goal.
- Speler 3 haalt de bal op en sluit achteraan bij speler 4.
- Variant 2 met kaatsen.
- Speler 4 speelt speler 5 in.
- Speler 4 loopt naar pion bij speler 5.
- Speler 5 draait open en speelt speler 6 in.
- Speler 5 loopt door naar en laat zien waar hij de bal wil hebben.
- Speler 6 kijkt waar speler 5 de bal wil hebben en kaatst die baal daar heen.
- Speler 5 kaatst de bal terug op de 11 meter en loopt daarna snel terug naar de pion bij speler 6.
- Speler 6 gaat pas lopen wanneer de bal gespeeld wordt en schiet de bal op goal.
- Haalt daarna snel de bal op en sluit achteraan bij speler 1.
- Bij 9 - 10 spelers is deze oefening zo goed.
- Heb je er 12 of meer dan de volgende variatie toepassen.
- Deze drie punten zijn dan als vervanging van punt 1.
- Speler 7 passt de bal naar speler 1(of 6).
- Speler 1(0f 6) kaatst de bal schuin terug. en loopt naar de pion bij speler 2(of 5).
- Speler 7 loopt in de bal en speelt de bal naar speler 2(of 5).
- Duur:
- 30 min
- Afstand:
- Lengte 25 mtr
- breedte 15 mtr
- blauwe vak 5 mtr lang
- Uitvoering:
- 3 teams (zijn teams kleiner dan 4 spelers dan veld grote aanpassen)
- Rood en wit gaan proberen met over spelen en passen de bal in het andere vak te krijgen.
- Overspelende teams mogen niet in het blauwe vak en storende team mag maar met 2 spelers in het vak storen.
- Na 5 minuten wisselen met team in het midden. de eerste keren zijn oefen sessie daarna komen 3 x 5 minuten spelvorm.
- Spelvorm:
- De bal van vak naar vak spelen is 1 punt.
- Het team dat in de midden het minste aantal punten tegen krijgt is de winnaar
- Coach moment:
- Voor 2 storende spelers is het belangrijk om druk op de bal te houden als hij aan 1 kant is.
- Voor de andere 2 is het belangrijk de looplijnen af te schermen.
- Is het voor de rondspelende teams te gemakkelijk kun je veld breedte aanpassen of maximaal 2 of 3 keer raken.
- Matchvorm 4 vs 4
- (1-2-1) bal ingooien
- Spelers op de flanken dienen op de flanken te blijven
- Geen dribbels
- Passing is belangrijk scoren niet
- Probeer op te bouwen via flank
- Negen vraagt de bal en kaatst met vleugel
- Keuze ofwel aanvallen ofwel openen andere kant via je 5
- Duur:
- Restant
- Afstand:
- Breedte:
- Geheel veld
- Lengte:
- Tussen middenlijn en 16 meter
- Breedte:
- Uitvoering:
- Iedereen heeft zijn positie en zijn directe tegenstander.
- Wordt je ingespeeld scherm je de bal af
- Laat hem dan vallen op inkomende speler zo opbouwen naar goal.
- Coach moment:
- Bal afschermen,
- Op juiste moment loopactie maken.
- Durf naar voren te voetballen.
- BELANGRIJK BLIJF IN JE POSITIE SPELEN!!!!
- Je past de bal naar de man voor je
- Die dribbelt de bal tot aan het volgende potje
- Hij legt de bal voor zichzelf klaar en schiet op doel
Veldopstelling:
1 groot doel en 2 kleine piondoeltjes langs elke lijn en 1 bal.
Spelverloop:
4 spelers paars spelen partij tegen 4 spelers wit.
Spelregels/tips:
- Als er is gescoord moet de bal aan het andere team worden gegeven.
- Er mag niet van eigen helft worden gescoord.
- Als de bal over de lijn is moet worden ingegooid.
- De aanvallers moeten scoren op het grote doel en de verdedigers op de 2 kleine piondoeltjes.
4-6 lijnen met gekleurde hoedjes. trainer roept kleur, spelers sprinten naar de gekleurde lijn
Inhoud
- Nr 1 of keeper neemt een doelschop
- Nr 2 neemt de bal aan
- Nr 2 geeft een diepte pass op nr 3
- Nr 3 speelt in op nr 4 deze komt in de bal
- Nr 4 maakt ruimte voor de inkomende speler
- Nr 3 speelt nr 5 aan
- Nr 5 neemt de bal aan en scoort
Opbouw van de oefenvorm
- Bij nr 1 twee spelers met een bal
- Bij 2, 3 en 5 drie spelers
- Doorschuiven van 1 naar 5
- Bij geen keeper dan gaat 5 op doel
- Afstanden vergroten/verkleinen
- Inspelen op het buitenste been
- Oogcontact en in de bal komen
- Bij positie 4 een verdediger erbij
- Bal over de grond en/of door de lucht
- Bij oponthoud speler 1 de doelschop nemen
Coaching
- Wanneer nr 1 controle over de bal heeft, dan pas in de bal komen
- Bij nr 4 eerst weg van de bal om vervolgens in de bal te komen
- Zorgen dat men niet tekort op elkaar komt te spelen dat is nl makkelijk te verdedigen
2-tallen met de rug tegen elkaar tegelijk gaan zitten en weer opstaan.