Voetbaloefeningen voor o16 jeugd

Oefening 1: Slalom met Rechtervoet
  • Slalom om de pionnen heen met de bal dicht bij je. 
  • Gebruik kleine passen en dribbel met de binnenkant en buitenkant van je rechtervoet om de pionnen heen.
Oefening 2: Slalom Tweebenig
  • Slalom om de pionnen heen met beide voeten. 
  • Gebruik de binnenkant van je rechtervoet bij het naar links gaan en neem de bal over met de buitenkant van je linkervoet. 
  • Ga naar rechts met de binnenkant van je linkervoet en neem de bal over met de buitenkant van je rechtervoet.
Oefening 3: Dribbelen in een Vierkant
  • Zet de pionnen neer in een vierkant. 
  • Dribbel strak om de pionnen heen. Houd de bal dicht bij je, want controle is het belangrijkst.
Variant 1: 
  • Dribbel om de box heen, zowel linksom als rechtsom.
Variant 2: 
  • Dribbel in een kruispatroon binnen de box. 
  • Snelheid is belangrijk, maar zorg ervoor dat de bal dicht bij je blijft.

drawing Dribbel oefening 4 (Box en pionnen)
  • Zet pionnen zoals afgebeeld op het plaatje.
  • Speler 1 passt naar Speler 2.
  • Speler 2 draait open en geeft een dieptepass naar de achterlijn.
  • Speler 1 sprint diep naar de dieptepass en geeft een voorzet vanaf de rand van het 16-metergebied.
  • Speler 3 communiceert, roept en vangt deze pass op, neemt deze aan of rondt direct af.
drawing Afronden met dieptepass en voorzet
  • K2 gooit hoge bal - K1 vangt hoge bal.
  • K1 vraagt bal aan K3, draait door (rond kegel/paal) en past terug op K3.
  • Idem.
  • K1 springt met beide voeten 1x over hekje en gaat klaar staan tussen de paaltjes.
  • K2 geeft lage bal/hoge bal links en rechts.
  • K1 gaat terug naar hekje en springt 2 x met beide voeten erover.
  • K1 loopt door potjes.
  • K4 geeft lage bal/hoge bal aan K1.
drawing vallen/zweven
  • Speler A past naar speler B 
  • Draait door en speelt naar speler C.
  • Speler C past naar speler A van de volgende groep en doet een versnelling van 70%.
drawing 2de deel warming up
Het begint bij de keeper
  • Keeper past naar 1.
  • 1 draait open naar buiten en past een lange bal naar 2.
  • 2 past naar 3.
  • 3 kaatst naar 2.
  • 2 past naar 4.
  • 4 past lang naar 5.
  • 5 past naar 3.
  • 3 scoort.
drawing Opbouw langs achteren
  • 1 drijft met de bal en slalomt tussen de potjes
  • 1 past naar 2 eenmaal uit de potjes
  • 2 neemt de bal mee en speelt die onder de horden door en loopt ernaast
  • 2 neemt de bal mee en past die naar 3
  • 3 drijft met de bal in snelheid tot aan de stok, neemt een korte draai en past naar 4
  • 4 dribbelt met de bal en verlegd de tennisballen ondertussen
  • 4 past naar 5
  • 5 past een lange bal naar 1

Indien dit vlot verloopt voegen we een tweede bal toe aan de oefening.
drawing Parcours balbehendigheid, passen
Dit is 1 oefening in 3 delen.
Deze oefening wordt opgesteld 2x naast elkaar, zie het onderste deel
Per oefening staan 2/3 spelers
Indien meer dan 8 spelers, stel deze oefening 4x op en laat ze een wedstrijdje spelen: het meest aantal potjes

oefening 1: 
  • blauwe speler (B) neemt een potje en gaat in loopas naar de eerste paal en steekt het op de paal
  • B gaat in positie tussen de twee palen en ontvangst pas van rood (R)
  • B past naar R
oefening 2:
  • B loopt in achteruit naar de start
  • neemt terug een potje mee en steekt het op de middelste paal 
  • B gaat in positie staan tussen de andere 2 palen en ontvangt pas van R
  • B past naar R
oefening 3:
  • B loopt terug in achteruit naar de start
  • neemt terug een potje mee en steekt het op de laatste paal
  • B gaat terug in positie gaan staan naast de buitenste paal 
  • R past naar B 
  • B past naar de overkant 
drawing Positie aannemen
  • In vak 2 spelen ze 3 tegen 2
  • Eens blauw de bal heeft onderschept, neemt blauw de bal mee naar vak 1
  • En spelen daar opnieuw 3 tegen 2
  • Dit om de snelle omschakeling aan te leren of beter onder de knie te krijgen
drawing Omschakeling
  • 2 spelers staan tegenover elkaar met een vierkant tussen hen in (pilonnen).
  • Ze passen steeds naar elkaar door het midden van het vierkant.
  • Bij het eerste balcontact zorgt de speler er zo voor dat de bal naast het vierkant ligt.
  • Zo wordt er geoefend om de bal van de speler weg te spelen.
drawing Eerste balcontact
  • Twee kanten
  • 4 spelers, open draaien en goed kaatsen
  • Meenemen in korte dribbel 
Zie film
drawing Bayern munchen pass drill twee kanten
Zie tekening
drawing Bayern munchen passing drill intense
  • Speler 1 (rood) speelt bal naar speler 2 (blauw) door de pionnen (steekpas)
  • Speler 2 speelt bal door naar speler 3 (rood) ondertussen doet speler 1 een zijdelinkse beweging tussen de latten (zonder bal)
  • Speler 3 (rood) speelt bal naar speler 4 (blauw) door de pionnen (steekpas)
  • Speler 4 speelt bal door naar speler 1 (rood) ondertussen doet speler 3 een slalom beweging tussen de pionnen (zonder bal)
drawing Opwarming