Voetbaloefeningen voor o18 jeugd

Warming-up
  • Twee rijen met spelers.
  • Twee aanvoerders roepen de oefeningen af.
  • Bij de tweede pion direct een sprint inzetten.
  • Rustig uitlopen aan de andere kant.
  • Focus op snelheid en correcte uitvoering.
Knieblessure Preventie
  • Op één been door de knieën zakken.
  • Stap-sprong twee keer rechts, dan twee keer links.
  • Snel dribbelen met korte passen vooruit, dwars rechts, vooruit, dwars links.
Uitvoering
  • Na de oefeningen goed rekken.
Veldopstelling
  • 4 tot 6 pionnen waarlangs gedribbeld moet worden.
  • 2 pionnen in het doel.
Spelverloop
  • Speler dribbelt langs of door de pionnen.
  • Speler probeert in één beweging met een hard schot (dus met de bovenkant van de voet) één van de pionnen omver te schieten.
Spelregels en Tips
  • De speler moet zelf zijn bal uit het net halen.
  • De speler moet zelf de pion rechtop zetten.
  • De speler moet zelf de bal ophalen die hij heeft misgeschoten.
  • Een andere speler mag pas beginnen als de eerste speler zijn bal heeft weggepakt.
Opstelling
  • Laat de spelers een cirkel vormen op ongeveer 15 meter afstand van jou.
  • Jij staat in het midden van de cirkel.
Uitvoering
  • Spelers beginnen op hun plek in de cirkel en blijven "joggen" op hun plek.
  • Roep "naar binnen" en alle spelers sprinten naar je toe tot ongeveer twee meter afstand.
  • Daarna draaien ze om en sprinten snel terug naar hun plek, waar ze in beweging blijven.
  • Roep "naar buiten" en alle spelers sprinten van je vandaan.
  • Als je "terug" roept, keren alle spelers terug naar hun beginpositie in de cirkel.
Kwaliteit
  • Zorg dat spelers niet op hun platte voeten staan, maar altijd op hun tenen.
  • Spelers moeten flink zweten na deze activiteit.
Vooruitgang
  • Voeg varianten toe zoals sit-ups, push-ups, springen, knieën omhoog, of sprint naar rechts of links terwijl de cirkelvorm behouden blijft.
Uitvoering
  • Speler staat achter een looptrappetje.
  • Twee voeten stappen per trede in het trappetje.
  • Let op houding: rechtop lopen, knieën licht buigen, korte bewegingen, armen actief langs het lichaam.
Varianten
  • Zijwaarts stappen met twee voeten per trede.
  • Zigzaggend bewegen: eerst één voet in de trede, dan twee voeten, en vervolgens weer één voet erin (de andere dan de eerste).
Na het Trappetje
  • Aanzetten in een sprint.
  • Kaats terug maken bij de pion op ingespeelde bal.
  • Daarna terug in de rij.
Opstelling
  • Gebruik een V-opstelling met twee kanten: kant A en kant B.
  • Elke kant heeft drie spelers: 1a, 2a, 3a en 1b, 2b, 3b.
Uitvoering
  • Speler 1a kaatst de bal naar speler 2a.
  • Speler 1a ontvangt de bal terug van speler 2a na de kaats.
  • Speler 1a passt stevig naar speler 3b aan de andere kant.
  • Speler 3b legt de bal breed naar speler 2a.
  • Speler 2a rondt af op doel.
  • Na de afronding verplaatst speler 1a naar de positie van speler 2a, speler 2a naar de positie van speler 3b, en speler 3b sluit aan bij de A-kant.
  • Herhaal de oefening andersom voor de andere kant (B-kant).
drawing Afronding met v-opstelling
Uitvoering
  • Speler 1 passt naar speler 2, de rechtsback.
  • Speler 2 passt naar speler 3, de spits, die iets inzakt.
  • Speler 3 kaatst de bal terug naar speler 1.
  • Speler 1 geeft een dieptepass naar de cornervlag.
  • Speler 2 en speler 4, de rechtsvoor, lopen diep.
Varianten
  • Variant 1: Speler 2 gaat diep en geeft een voorzet terwijl speler 4 en speler 2 in de spitspositie komen en speler 1 op de rand van het strafschopgebied blijft.
  • Variant 2: Speler 4 gaat diep, speler 2 en speler 3 lopen 5 meter in, en speler 1 blijft op de rand van het strafschopgebied.
  • Speler 1 en speler 3 wisselen van positie.
  • De oefening kan ook in spiegelbeeld worden uitgevoerd aan de linkerkant.
Rollen
  • Speler 1 is de nummer 10.
  • Speler 2 is de rechtsback.
  • Speler 3 is de spits.
  • Speler 4 is de rechtsvoor.
  • Speler 2 en speler 4 blijven vast op hun positie.
drawing Opbouw en afronding met backs en voorhoede
Uitvoering
  • Verdeel de spelers in twee teams: team A en team B. 
  • Elk team heeft drie spelers, genummerd 1a, 2a, 3a en 1b, 2b, 3b.
  • Speler 1a kaatst de bal naar speler 2a.
  • Speler 2a kaatst de bal terug naar speler 1a.
  • Speler 1a passt de bal stevig naar speler 3b.
  • Speler 3b legt de bal breed naar speler 2a.
  • Speler 2a rondt de aanval af met een schot op doel.
  • Na de actie sluit speler 3b aan bij team A.
  • Herhaal de oefening in omgekeerde volgorde voor team B.
drawing Afronden in een v-formatie
Uitvoering
  • Zet pionnen neer zoals op het plaatje.
  • Elke pion heeft één speler.
  • Speler bij pion 1 kaatst met speler bij pion 2.
  • Speler bij pion 1 speelt vervolgens naar speler bij pion 3.
  • Speler bij pion 3 speelt naar speler bij pion 2.
  • Speler bij pion 2 speelt naar speler bij pion 4, die gaat afronden.
  • Speler bij pion 4 speelt een 1-2 combinatie met speler bij pion 3.
  • Speler bij pion 4 rondt vervolgens af.
Let op
  • Juiste passing in kaats.
  • Goede lange bal.
  • Actief inlopen.
  • Wisselen van rol.
drawing Pass- en afwerkcombinatie
Opstelling
  • Zet pionnen neer zoals op het plaatje.
  • Spelers staan bij pion 1, pion 2 en pion 3.
Uitvoering
  • Speler 2 loopt om een pion heen, roept en biedt zich aan om vrij te lopen.
  • Speler bij pion 1 speelt de bal in naar speler 2, die terugkaatst.
  • Speler 2 loopt naar positie 1, 2 of 3 om een plek voor afronding te kiezen.
  • Speler bij pion 1 geeft een pass naar speler 3.
  • Speler 3 geeft een voorzet op maat naar de gekozen plek van speler 2.
  • Speler 2 neemt de bal aan of rondt direct af op de gekozen plek.
drawing Afronden na vrijlopen en keuzes maken
Uitvoering
  • De keeper begint zijwaarts door de latten te lopen.
  • Vervolgens tippelt de keeper snel met de voeten door de latten.
  • De keeper springt over de latten.
  • De trainer gooit tennisballen naar de keeper.
  • De keeper vangt de tennisbal met één hand en legt deze op pot 1.
  • De keeper verlegt de tennisbal van pot 1 naar pot 2.
  • De keeper loopt achterwaarts tot op de lijn.
  • De oefening eindigt met een oefening door de ladder.
  • De keeper moet klaarstaan voor een schot van de bal op verschillende posities: midden laag, midden hoog, rechterhoek en linkerhoek.
  • Na afloop sluit de keeper weer aan.
drawing Voetenwerk en reacties voor keepers
Uitvoering
  • Begin bij het trappetje en zet bij elke trede één stap, waarbij je twee voeten in elke trede zet. Dit doe je met het patroon: voet erin, voet eruit. Eindig met een sprint naar de pion.
  • Slalom om de pion met de bal:
    • 1x met je goede voet.
    • 1x afwisselend met beide voeten.
    • 1x door de bal onder je voet door te rollen, zowel links als rechts.
  • Maak een een-tweetje met een medespeler.
  • Dribbel verder en passeer je tegenstander met een schaarbeweging.
  • Rond de oefening af door op doel te schieten.
drawing Dribbelen en afronden met drie variaties
Uitvoering
  • Plaats vier pionnen zoals op het plaatje, met bij elke pion één speler. De overige spelers staan bij de eerste pion.
  • Speler 1 begint met een pass naar links naar speler 2.
  • Speler 2 kaatst de bal terug naar speler 1.
  • Speler 1 geeft een diepe pass langs de linkerkant naar speler 3.
  • Speler 2 loopt ondertussen naar de 16 meter lijn.
  • Speler 3 legt de bal breed voor speler 2, die vervolgens afrondt.
  • Na de afronding verplaatst speler 1 zich naar de positie van speler 3.
  • Speler 3 verplaatst zich naar de positie van speler 2.
  • Speler 2, die heeft afgerond, pakt de bal en sluit aan bij de rij van speler 1 (startpositie).
  • Herhaal dezelfde oefening aan de rechterkant.
drawing Kaatsen, diepe pass en afronden