Voetbaloefeningen voor o20
- maak een veld ongeveer een kwart van een kwartveld.
- Zet twee kleine goals tegenover elkaar. Verdeel de spelers over de twee goals. (bij veel spelers kun je twee velden maken)
- De ene partij heeft de bal en speelt over naar de overkant.
- Dan begint de 1 tegen 1.
- De ene partij moet aanvallen en de andere verdedigen.
- Er mag pas vanaf de pilonnen op het doel geschoten worden.
- Pakt de verdedigende partij de bal af dan kun draaien de rollen om.
- Door dit spel snel te spelen oefen je op passen, aannemen, aanvallen, verdedigen.
- Maar ook op snel schakelen doorzetten en inzicht.
- Bij deze oefening draait een heleboel om aanroepen en bewegen.
- De oefening bestaat uit 4 spelers achter elkaar. Heb je veel spelers dan kan je twee startplaatsen maken.
- Speler A heeft de bal en die speelt in op speler B. Speler B moet wel eerst aanroepen!
- Speler B neemt de bal aan en draait door naar speler C. Ook hier moet speler C weer aanroepen.
- Speler C neemt de bal aan en draait door naar speler D. Speler D moet ook roepen om de bal.
- Speler D dribbelt door naar de beginpositie.
- Vanaf daar weer als bij A.
Let op:
- Eerst aanroepen voordat er gepasst wordt
- goed inspelen
- goed aannemen en doordraaien
- Door elkaar heen dribbelen op een klein gebied. Eventueel gevolgd met commando's. (zit op de bal, wisselen van bal, bal dood onder je voet)
- twee tegen over elkaar, allebei een bal. Naar elkaar toe dribbelen,kappen en weer terug (varieeren met welke voet er getikt moet worden)
- bovenbeen aantikken, tweetallen en de een moet de ander op het bovenbeen tikken. De ander moet ontwijken
- Hou vast! Tweetallen, de een houdt de ander van achteren vast om de middel en de voorste moet proberen vooruit te komen
- Op de rug! De een gaat bij de ander op de rug en de loper moet naar de overkant lopen

Inhoud
- Nr 1 geeft een lange pass/trap op nr 2
- Nr 1 biedt zich aan voor de 1 - 2
- Nr 2 komt in de bal en passt de bal op nr 1
- Hij speelt hem op de binnenkant van hem
- Speler nr 1 passt dan de bal met zijn rechter been op nr 2
- Speler nr 1 controleert de bal of schiet rechtstreeks op het doel
- Wanneer er van de andere kant wordt gewerkt dan het linker been gebruiken
Opbouw van de oefenvorm
- Tweetallen één bal
- Spelers bij nr 1 hebben balbezit
- Na gewerkt te hebben wisselen van taak en achter aansluiten
- Afstanden vergroten/verkleinen
Coaching
- De bal goed strak inspelen
- Speel de bal aan de binnenkant waardoor er met rechts gespeeld moet worden.
- De bal zal dan naar de afwerker toekomen
- Zorg dat spelers niet te lang stilstaan
- nummer 1 speelt nummer 2 in.
- nummer 2 kaatst de bal terug op 1
- 1 legt de bal tussen 5 en 6 in. waar door 5 er onder komt.
- 5 speelt gelijk 6
- 6 legt hem klaar voor 2 die afrond op doel
- alle spelers die links staan krijgen de bal.
- speler 2 loop in en vraagt de bal.
- speler 1 speelt in en krijgt hem gelijk weer terug.
- speler 2 rent om het pion heen en vraagt opnieuw de bal.
- bij 10 keer wissel je van rol.
- binnenkant
> koppen
>binnenkant hoog
>via de knie
moeilijk
laat ze achter uit lopen als ze de bal hebben gespeeld.
- veld 15 m breed.
- maak een drietal.
- 1 van het drietal gaat links, recht en in het midden.
- in de midden vraagt de bal tekens en kaatst de bal goed in de voeten van de ander.
- speler in het midden zet aan en vraagt de bal opnieuw maar dan aan de ander kant.
- 1m vol aan en dan wissel.
- we beginnen bij nummer 1.
- - nummer 1 speelt nummer 2 in.
- - nummer 2 kaatst de bal terug op 1.
- - nummer 1 stuurt nummer 3 weg richting de achterlijn.
- - nummer 3 geeft de bal voor zo dat nummer 4 kan afronden.
1 gaat naar 2
2 gaat naar 3
3 gaat naar 4
- Maak twee groepen.
- Zet een parcourtje uit met vier dopjes achter elkaar. Onderlinge afstand circa 3 meter.
- Op signaal sprint de eerste heen en weer naar het eerste dopje en terug en steeds verder.
- Bij het laatste dopje terug en de volgende aantikken.
- Groep die al eerste terug is is de winnaar.
- speller sprint naar de bal (A)
- die dribbelt hij naar A1 waar hij de bal laat liggen.
- op rustig tempo naar de zijlijn om terug te komen naar A1.
- van A1 sprint hij naar de bal die bij A achter het pion ligt.
- dribbelt naar A2 waar hij de bal laat liggen.
- zo verder tot c2.
- de keeper rolt de bal naar de speller toe en rond dan af op doel. probeer 1 keer aan te nemen en schieten.
- De volgende oefening bevat veel snelheid, wendbaarheid, coördinatie, passing en zelf duel.
- Een snelheidsoefening die men kan leggen op gelijk welk moment van de training.
- Elke leeftijdsgroep kan deze oefening uitvoeren. Er zijn voldoende variaties mogelijk die je zelf kan toepassen.
- Bij de jongere en zelf de oudere groepen is het FUN-aspect ook aangenaam.
- Deze snelheidsvorm kan je toepassen op verschillende afstanden. Het is vooral belangrijk te kijken naar je leeftijdsgroep en wat je wil bereiken.
- Beide spelers A vertrekken met duel schouder aan schouder tot tussen de paaltjes.
- (1), Ze versnellen dan rond het potje en gaan rugwaarts naar de stok
- (2,3). Achter de stok geweest, gaan ze zijwaarts over de horden
- (4). Opnieuw gaan ze achter de stok en versnellen voorwaarts naar de verste stok
- (5). Weer rugwaarts naar de andere stok
- (6) om vervolgens een bal ingespeeld te krijgen van B
- (7) waarop A afwerkt op doel
- (8).Speler die het eerste afwerkt wint.
- Bij de oudere leeftijden kan je de verliezer vb laten pompen of een extra opdracht uitvoeren.
- Bij jongere leeftijden tel je de punten op.
- A gaat plaats innemen van B en B gaat naar A.
- Als variatie kan je de spelers B de bal laten opgooien zodat A de bal moet binnen koppen in het doel.
- Zoals je ziet draait alles om snelheid, wendbaarheid en coördinatie.
- Wie wint is altijd leuk en er wordt hard gewerkt.
- Veel plezier met deze snelheidsoefening en laat ons maar weten wat je er van vond.

- Middelste speler op snelheid naar doel met bal aan de voet en werkt af
- Keert terug naar blauwe pot (sprint) en kaatst met speler aan bijzijnde rode pot
- Rood neemt mee langs de flank tot achterlijn ongeveer
- Ondertussen gaat beginspeler terug richting doel en vraagt de bal van andere flank in zijn loop
- Neemt mee en werkt af (buiten de rechthoek).
- Rechterflank en spits duiken in 16 meter en werken voorzet linkerflank af
