Voetbaloefeningen voor o8 jeugd
- Speler 1 speelt bal in op speler 2, 2 draait uit met verste voet weg van passieve verdediger.
- 2 geeft pas op 3 die uitdraait verste voet, pas geeft naar trainer en bal terug vraagt.
- Trainer speelt terug, speler 3 neemt bal aan, doet actie en werkt af op doel.
- Alternatief is dat Speler 2 i.p.v. te passen naar 3 een dribbel doet naar de plaats waar 3 zou staan en dan een kaats doet met trainer en afwerkt.
- Spelers staan met 2 over elkaar, ieder aan 1 kant van een lijn met achter hun een potje.
- De trainer roept opdrachten zoals, trappelen, tenen, hielen, spring, draai, knie, teen, ...
- Van het ogenblik dat de trainer hoedje roept, draaien de spelers zich heel snel om, nemen hun potje en zetten het op de lijn.
- Het potje dat onderaan ligt wint.
- Wie kan het meeste winnen.
- 4 kegels (werkgebied) die op 10m van elkaar staan.
- Speler 1 geeft pas aan Speler 2 die de bal terugkaatst naar speler 1 die op zijn beurt de bal lang overspeelt.
- Spelers tellen zelf bij iedere pas of kaatst 1 omhoog.
- Aan 10 zou de bal in het midden moeten zijn, speler in het midden neemt bal mee van waar hij komt en wisselt met deze speler.
- Alles begint opnieuw.
- In het midden staan 4 palen waar de spelers aan vertrekken.
- Op een afstand van 5m van iedere paal liggen 4 potjes met een verschillende kleur.
- De spelers moeten zo snel mogelijk hun kleur gaan halen en stapelen op de hun paal.
- Eerst zonder bal, daarna met bal aan de voet.
https://fb.watch/9X_V0Bbgnc/
- Speler 1 vertrekt met de bal voor een 1V1
- Als hij kan scoren draait hij zich rond want dan moet hij verdedigen op het doel waar hij gescoord heeft.
- Aanvaller doet oefening 4 keer.
- Aanvaller gaat bal ophalen en probeert via 1V1 te scoren in doel recht voor hem.
- Indien verdediger bal kan afpakken probeert hij te scoren in het doel aan de zijkant.
- Spelers trappelen op de voorkant voeten (klaar om bal te ontvangen)
- Speler 1 speelt naar 2 diagonaal, 2 naar 3 rechtdoor, 3 naar 4 diagonaal
- Speel de bal zuiver met genoeg kracht maar ook niet teveel. Blijf in beweging
Variant:
- Spelers 2 en 4 wisselen van plaats als bal bij 2 vertrekt
- Nadruk leggen op juiste aanloop, plaatsing steunvoet, houding trapvoet en lichaam
- Iedere speler legt zelf zijn bal, denkt na wat beter kan
- Ballen worden opgehaald als iedereen getrapt heeft
Variant oefening:
- Obstakels zetten in doel die niet of juist wel moeten omgetrapt worden.
- Spelers staan per 2 over elkaar. 1 op de lijn en 1 tussen een poortje
- Ieder 0,5m wordt er een nieuw poortje gezet
- Spelers passen in 1 tijd naar elkaar
- S1 stopt de bal na pas S2
- Als de pas goed is (tussen de poortjes) mag S2 poortje achteruit
- Welk duo is het eerst achteraan en terug
Balbeweging:
- Speler 1 speelt de bal in op speler 2
- die draait uit met verste voet en geeft bal naar speler 3
- Speler 3 draait uit en maakt actie langs de lijn, zet bal voor
Loopbeweging:
- Speler 1 loopt buitenom naar 2de paal
- Speler 2 schuift mee in steun van 1 en 4
- Speler 3 doet actie langs de flank en zet bal voor
- Speler 1 of 4 werken af
Doorschuiven: 1 - 4 - 3 -2 - 1
Uitleg:
- Vierkant is het speelveld, uitzetten met pionnen
- Horizontale stippellijnen stellen minigoaltjes voor
- 2 teams van 3 à 4 spelers: meerdere veldjes naast elkaar uitzetten dus (kan ook met 2 per team, maar is leuker met 2 of 4)
- 4 poortjes van pionnen uitzetten
- Houd het speelveld klein zodat er snel gehandeld moet worden
Bedoeling van het spel:
- Blauw speelt een strakke bal op rood
- Rood moet door minstens 2 poortjes dribbelen en mag daarna in 1 van de 2 goaltjes scoren
- De bal mag afgepakt worden waardoor blauw ook kan scoren
- Als de bal uit is sluiten beide spelers achteraan aan in het andere rijtje en start de volgende 1v1
Variaties:
- Als blauw de bal afpakt moet hij door minstens 1 poortje dribbelen om te mogen scoren
- hetzelfde geld als de bal opnieuw wordt afgepakt
- Rood moet door 3 of zelfs alle 4 de poortjes dribbelen
- In 2 teams, het team dat het meest scoort wint.
- Zorg dat teamgenoten niet tegen elkaar komen
- Iedereen voor zichzelf
- degene met de meeste punten na een bepaalde tijd of met een bepaald aantal punten wint
Focuspunten:
- Goede en strakke 1e pass
- Goede aanname van rood:
- naar voren of opzij
- maar niet doodleggen omdat er snel gehandeld moet worden
- Man die de bal passt meteen druk laten zetten zodat dit ook gebeurt
- Bal moet altijd in beweging zijn en mag niet stil liggen
Uitleg:
- De 2 schuine doorgetrokken strepen zijn 2 mini goaltjes
- Stippellijn geldt als 'middellijn' om recht van aanval te krijgen
- 4 tot 8 spelers, in 2 teams of elke speler voor zichzelf
- Team/speler met meeste punten na bepaalde tijd/ bepaald aantal punten wint
Bedoeling van het spel:
- Blauw speelt de bal in op rood
- Rood moet over de middellijn dribbelen om in 1 van de 2 goaltjes te mogen scoren
- Scoort hij, heeft hij een punt
- Pakt blauw de bal af, mag hij ook scoren en krijgt zo ook een punt
- Als er is gescoord of als de bal uit is sluiten beide spelers achter het andere rijtje aan en begint de volgende 1v1.
Belangrijk:
- Deze oefening gaat om een actie maken.
- Kies daarom een bepaalde beweging uit die de aanvallers kunnen gebruiken om langs de verdediger te komen
- doet de aanvaller dit en scoort hij daaruit: 2 punten.
- De verdediger kan nooit meer dan 1 punt krijgen als hij scoort.
- De aanvaller krijgt alleen 2 punten als hij met de beweging langs de verdediger is gekomen
- als hij er al langs is en dan nog de beweging doet krijgt hij maar 1 punt
Variaties:
Bewegingen waarop getraind kan worden zijn:
- Enkele schaar
- Dubbele schaar
- Overstap
- Zidane-turn
- Elastico/akka
- Reverse elastico/akka
- Iniesta/La croqueta
- Balrol + Ronaldo chop
- Drag 'n roll
Focuspunten:
- Aanname aanvaller: in ieder geval naar voren voor snelheid in de aanval
- het liefst opzij zodat hij al richting 1 goaltje loopt en ondertussen ook ruimte creëert bij het andere goaltje
- Zorg ervoor dat de verdediger meteen druk zet na zijn pass zodat de aanvaller snel moet reageren