facebook pixel

Voetbaloefeningen voor de techniek positiespel

  • Speler 1 speelt de bal op speler 2. 
  • Achter speler 2 staat een verdediger. 
  • Speler 2 draait links- of rechtsom weg.
  • Idem als hierboven maar dan kaats speler 2 terug op speler 1 die naar rechts (of links is gelopen) en sprint weg. 
  • Speler 1 geeft de bal in de voeten mee.
drawing Bal afschermen en wegdraaien
  • Variant 1: 
    • Speler 1 speelt de bal kort op speler 2
    • Deze speelt de bal richting punt 16
    • Speler 1 schiet op doel
  • Variant 2: 
    • Speler 1 speelt de bal op speler 2 op punt 16
    • Deze schiet de bal laag richting midden 16
    • Speler 3 schiet op doel
drawing Scoren vanuit hoekschoppen (varianten

1 tegen 1 

  • In passen
  • Elkaar opzoeken
  • Volle bak het duel op zoeken
  • Scoren of bal uit 
  • Gelijk de volgende
drawing 1 tegen 1
  • Aanvallers tegen verdedigers in vak van 30x20 tot 40x30
  • Overtal aanvallers tegen ondertal verdedigers.
  • Aanvallers beperken in bal aanrakingen.
  • Verdedigers belonen door te laten scoren in klein doeltje.
drawing 8 tegen 4 of 6 tegen 3 of 10 tegen 5 in afgebakende ruimte.
  • Het idee is om in corona tijd toch een partij te kunnen spelen
  • Het idee komt van tafelvoetbal spel
  • Ieder speler heeft zijn eigen vak waar ze niet uit mogen komen
  • Door passing kan de bal naar de andere speler worden gebracht
  • Er mag verdedigd worden zolang deze maar in zijn/haar eigen vak blijft
    • Het veld kan aangepast worden aan het aantal spelers


Verdere doelen:

  • Passing
  • Positiespel
  • Afstand schieten


  • De oefening kan moeilijker worden gemaakt door het spel sneller te maken
  • Door maar 2 of 3 maal de bal te raken en snel te spelen
  • Immers tijdens een wedstrijd heb je ook niet zo veel tijd
drawing Coronavoetbal op het veld

positiespel-bar-a-2

Positiespel. 

Veld is opgedeeld in 4 vakken.
In deze 4 vakken spelen 2 teams van 4 spelers positiespel, er zijn 4 kaatsers/verdedigers. 

  • Balbezittende ploeg probeert kaatser te bereiken in ander vak (moeten dus opletten welk vak vrij is).
  • Wanneer deze pass is gegeven passt de kaatser meteen naar een van de spelers die in zijn/haar vak komen.
  • De kaatser wordt dan verdediger.
  • De verdediger van het vorige vak wordt kaatser in zijn vak en moet dus aanspeelbaar zijn voor een van de teams. 
  • Voor deze warming up zet je één wedstrijdhelft klaar, met een keeperzone (1), verdedigerszone (3), middenveldzone ( L + R ) ( 5 + 7 ), aanvallerszone ( 9 ) door bvb een kegel.
  • Elke speler krijgt een nummer, bij voorkeur op zijn best functionerende plaats.

Uitvoering:

Spelers lopen in het midden van het speelveld met de bal dribbelend door elkaar.  De trainer roept een nummer en de spelers met dat nummer dribbelen naar die zone en terug.  Ondertussen gooien de spelers de bal in de lucht en koppen ze 1 maal en vangen ze terug op.

Herhaal dit meerdere keren met enkele, maar ook eens met dubbele nummers.

Variatie: In de specifieke zone een 'zone-gerelateerde' oefening uitvoeren, vb. bij zone 9 een doel zetten en de opdracht geven naar het doel te trappen.

KwaliteiT

  • Zorg ervoor dat spelers door het hele gebied bewegen

Vooruitgang:

  • Laat spelers bijzondere acties uitvoeren bij het verrichten van een pass, bijvoorbeeld: draaien rond as met bal
  • Speel de bal in de loop. De ontvangende speler moet versnellen.
  • De oneven getallen mogen slechts 1 keer 


Organisatie:

Er wordt in 2 ploegen tegen elkaar gespeeld.  De 'aanvallers' spelen richting groot doel, de 'verdedigers' richting 4 kleine doelen aan de zijkant.
Als de partij die op de grote goal moet scoren de bal is kwijtgeraakt, moeten ze de 4 doeltjes verdedigen.
Na 15 minuten wisselen van helft.

Opmerkingen:

Als de aanvallers de bal kwijtraken, kan dit heel snel een tegendoelpunt opleveren.
Vooral de spelers die in de competitiewedstrijden te weinig meeverdedigen kunnen deze partijvorm niet leuk vinden.

Aandachtspunten:

Op tijd de man dekken.
Niet happen.
Aan de goede kant dekken.
Houding tijdens de duels, door de knieën.

Leeftijdscategorie:U13 tot U21 en eerste elftal.

Deze partijvorm kan je uitvoeren op een terrein van 20m op 40m. Dit naargelang de leeftijd en de wedstrijddruk. Wil je op dit kortere ruimte doen, dan maak je het nog kleiner. Anders maak je het groter. Keeper staat in de goal (grote goal). Aan de ander kant staan 2 kleine doeltjes. Het spel is vrij, maar er kan worden gecoacht op 3 tegen 1. Het maken van driehoekjes.  Leg veel ballen in de goals zodat het tempo hoog blijft. Doe dit 4x5 minuten intensief.




oefenen op de volgende dode spel momenten:

  • hoekschop links/rechts
  • vrije trap in veld/ in de buurt van de 16
  • ingooi?

2 teams

  • De spelers voetballen 4 tegen 4 en moeten in de aanval 2 x met elkaar hebben over gespeeld voor er wordt gescoord. (daarna uitbreiden naar 3x)
  • Wanneer een bal wordt afgepakt dan moet er opnieuw worden geteld met overspelen.  
  • Wanneer er niet overgespeeld is mag er niet gescoord worden. 

De spelers leren bij Koningsvoetbal goed over te spelen. 

  • 2 teams
  • Per team 1 Koning
  • Per team 1 bal. (variatie 1 bal als er een spel wordt gespeeld)
  • De teams bewegen in het veld in een vierkant. 
  • De bedoeling is dat de bal 3 x in de voeten wordt over gespeeld binnen je eigen team en dan wordt er naar de Koning geschoten. 
  • Wanneer de Koning hem aanneemt is er een punt voor dat team.
  • Eerst oefenen ze binnen het team en dan wordt er tegen elkaar gespeeld. 
  • Wanneer de bal wordt afgepakt dan moet er opnieuw geteld worden.