facebook pixel

Volleybaloefeningen

  • Leg zo snel mogelijk 5x de afstand van 10 meter af.
  • Zet 2 pionnen/lijn op 10 meter afstand. 
  • De speler rent tussen deze pionnen 5x heen en weer. 
  • De pion/lijn moet geraakt worden met de voet ! 
  • De spelers werken in paren. 
  • De ene speler rent en de andere speler klokt.
  • De speler zit met de rug tegen de muur en zijn benen in een hoek van 90 graden.
  • Houd dit zo lang mogelijk vol.
  • Spring zover mogelijk vanuit stilstand met de voeten naast elkaar.
  • Meet de afstand tussen de afzetlijn tot de hiel.

Bruggetje

Startpositie

  • Ga op je rug liggen.
  • Buig je knieën tot 90 graden en zet beide voeten plat op de grond.
  • Je armen liggen langs je lichaam met je handpalmen naar beneden.


Actie

  • Span je billen en buik aan.
  • Til je billen van de grond om een rechte lijn te vormen met je knieën, heupen en schouders.


Moeilijkheid

  • Om deze oefening te verzwaren: strek afwisselend je rechter en linkerbeen uit. houd daarbij je heupen in positie.bruggetje
  • Starten met 3 rondjes rond het volledige veld lopen. 
  • Daarna korte oefening op sprinten. 
  • Allemaal achter elkaar lopen met ongeveer anderhalve meter tussen. 
  • Bij startsignaal vertrekt de achterste en sprint langst de buitenkant van de groep (terwijl deze doorlopen) naar voren, wanneer de speler vooraan is roept deze ja en hierna mag de laatste terug vertrekken. 
  • Dit doen we tot iedereen een keer naar voren gesprint is. 
  • We maken een vierkant van banken met daarin +/- 15 ballen. 
  • 2 spelers gaan in het vierkant de rest van de spelers gaan er rond staan. 
  • De spelers in het vierkant krijgen 60 seconden de tijd om zo veel mogelijk ballen uit het vierkant te gooien, het is aan de andere spelers om dan weer zo veel mogelijk ballen in het vierkant te gooien. 
  • Na het einde van de 60 seconden worden de ballen in het vierkant geteld en daarna is het aan de volgende 2 spelers. 
  • (hiertussen zit wat rusttijd van ongeveer 60 seconden). 
  • Het duo dat op het einde de minste ballen in het vierkant had, is gewonnen. 
  • De anderen doen een strafje (bijvoorbeeld de ballen en de banken opruimen. 
  • 5 (of min 4) spelers per kant van het veld, met 1 bal. 
  • 4 spelers staan in het veld en 1 speler staat aan de achterlijn met de bal. 
  • De 4 spelers in het veld staan in de juiste opstelling en de speler aan de achterlijn van de andere kant gaat de bal opslaan over het net (boven of onderhands maakt niet uit voor deze oefening, maar de bal moet erover zijn!). 
  • De spelers gaan deze bal verdedigen naar de speler die de pas geeft (deze is ingelopen van positie 1). 
  • Deze vangt de bal boven het hoofd en geeft een hoge pas. 
  • De bal word gevangen aan het net (er word niet aangevallen). 
  • De bal gaat dan naar de opslaggever. 
  • Dezelfde oefening gebeurt maar nu met de andere kant van het veld. Hierna is het terug aan de eerste kant om te serveren. 
  • Er word dus 1 plaats doorgedraaid. 
    • Na een tijdje kan dezelfde oefening kan gedaan worden met een aanval (toets over het net) hierbij is het belangrijk dat wanneer de aanval over het net word gegeven speler 1 en 3 wisselen van plek!!!!!!! 
  • Alle spelers nemen een bal (behalve 2 spelers). 
  • De 2 spelers zonder bal gaan allebei in het midden aan een kant van het net staan. 
  • De andere spelers gaan allemaal in een rij staan op positie 4, 
  • de eerste speler gooit zijn bal/of toetst in een goede opzet naar de speler die pas geeft. 
  • Deze gaat dan een hoge pas teruggeven. 
  • De bal word gevangen en deze speler gaat door naar de andere kant van het net. 
  • Bij deze juist hetzelfde terwijl de tweede speler al bij de eerste passeur kan opzetten. 
  • Als alle spelers 1 maal bij beide passeurs geweest zijn word er gewisseld. 
  • Tot iedereen pas heeft gegeven. (lukt dit na een aantal trainingen goed, dan kan er opgebouwd worden naar eventuele aanval erbij!)
  • De groep wordt in tweetallen verdeeld.
  • Ze gaan recht tegenover elkaar staan in pomphouding.
  • Ze doen handjeklap
    • rechts/rechts, links/links
    • high five rechts/links, links/rechts
  • Het team wordt in 2 groepen verdeeld (4 naargelang de hoeveelheid spelers).
  • team 1 = opslag team
  • team 2 = vang team
  • Team 1 serveert 1 voor 1. 
  • Ze beginnen dicht bij het net wanneer het beter lukt kunnen ze steeds verder gaan staan.
  • Team 2 vormt een rij aan de overkant achter de achterlijn.
  • Wanneer speler 1 van team 1 serveert komt speler 1 van team 2 in het veld om de bal te pakken.
  • Hij vangt de bal en loopt buiten het plein naar team 1 om te serveren en sluit achter in de rij aan. 
  • De serveerder loopt buiten het plein naar team 2 om de bal op te vangen en sluit achter in de rij aan.
  • De kinderen lopen rond in de zaal. 
  • Er is 1 tikker die andere kinderen kan tikken door ze te vangen met de hoepel.
  • Wanneer iemand getikt is moet deze samen met de tikker de hoepel vasthouden en kinderen proberen vangen.
  • Er mogen max 3 kinderen per hoepel lopen. 
  • Tikken ze een 4de kind dan moet deze een nieuwe hoepel gaan halen en verder tikken.
  • Het spel is gedaan wanneer er geen kinderen meer los rondlopen.

Het team wordt in 2 (of meer) gelijke groepen verdeeld.
De groepen nemen het tegen elkaar op tijdens verschillende opdrachten:

  1. voorwaarts lopen naar de kegel, kegel tikken,voorwaarts teruglopen 
  2. voorwaarts lopen naar de kegel, kegel tikken, achterwaarts teruglopen
  3. voorwaarts lopen naar de kegel, kegel tikken, teruglopen, speler 2 meenemen naar kegel, speler 1 blijft achter en speler gaat speler 3 halen ...
  4. met bal voorwaarts lopen naar de kegel, bal op de kegel leggen en voorwaarts teruglopen, 2de speler loopt voorwaarts naar de kegel, neemt de bal en loopt voorwaarts terug en geeft de bal door.
  5. bal doorgeven al zittend boven het hoofd
  6. bal doorgeven door de benen
  7. bal doorgeven links/rechts
  8. aan de overkant geraken door hoepels te verleggen
  9. De 2 groepen vormen nu 1 grote groep
  10. mat aan de overkant krijgen al zittend boven het hoofd
  11. grote bal aan de overkant krijgen zonder de grond te raken