Volleybaloefeningen voor b jeugd
- Laat de groep in een grote cirkel liggen.
- Alle spelers gaan in plankhouding.
- Noem een naam van een van de spelers, deze speler moet zo snel mogelijk een rondje over de benen van de andere spelers rennen (3x).
- Rust.
- De spelers gaan op hun rug liggen en tikken 40x hun enkels aan (20x links en 20x rechts).
- 10 setups.
- 120 seconden wallsit.
- Rekken en strekken in de cirkel.
Organisatie:
- 3 serveerders/blokkeerders op veld B
- Serveren op 3 passers op veld A
- Blok op p2 en p3
Uitvoering:
- Serveren en passers komen tot een aanval op P4
- Serveerder gaat verdedigen
Organisatie:
- Groep opdelen in 2, ieder aan een kant.
- Aan een kant gaat het team passen en aan de andere kant serveren
Uitvoering
- Om en om serveren om te winnen
- Iedere bal die én gepasst wordt én gevangen is 1 punt
- Daarna wisselen
Extra: een bal die gevangen kan worden op P2/3 is 2 punten
Doel van de oefening:
- Snel twee ballen verwerken die worden opgeslagen.
- 2 ballen kort na elkaar spelen en dan 1 positie doorschuiven.
Uitleg van de oefening:
- Passer leert schuin achterwaarts een diepe bal te passen en direct daarna een korte bal (zo leert de passer om grote hoeken te maken).
- Spelverdeler moet direct na de eerste set-up de volgende bal zoeken.
- Aanvaller moet na zijn landing zo snel mogelijk weer naar achteren om nogmaals een aanval te maken.
- Trainer kan aangeven waar de ballen geslagen moeten worden, het tempo van de set-ups bepalen of dat passer direct na eerste pass aanvalsdekking moet doen om vervolgens de tweede bal te passen.
Organisatie:
- Tweetallen met 1 bal
- Speelster met bal aan het net
- Speelster zonder bal in achterveld
Uitvoering:
- Speler zonder bal staat klaar
- Speler met bal gooit bal aan en de speler vangt de bal
- Met gestrekte armen recht voor het lichaam op navelhoogte
- Na 10x wisselen
- 2 series
- 2 ballen
- 2 spelers
- bal tussen de benen onderdoor rollen naar de andere speler
- bal wordt gespeeld naar de andere speler
- onderhands voor jezelf omhoog en toetsen naar de andere speler
- bal wordt terug gerold
Organisatie:
- 2 drietallen in het veld.
- Aan 1 kant staan 2 reservespeelsters en aan de andere kant 1.
- Trainer met ballenwagen aan de zijkant.
Uitvoering:
- Trainer brengt de bal in bij het team met 2 reserves.
- Alleen OH spelen en doordraaien.
- Een reservespeler neemt de plaats in van degene die bal over het net speelt.
- Deze gaat nu in looppas naar het ander veld als reserve.
- Bij foutbal opnieuw een bal door trainer.
Extra:
- Beginnen met 2 mét elkaar spelen en later tégen elkaar.
Tip:
- Hou de ballen achter de 3m-lijn.
- Trainer speelt de bal aan vanuit ander veld
- 2 spelers verdedigen
- Ballen in de hoeken of in het midden spelen om bewegen naar de bal af te dwingen
- 2 goede passes, dan aanval. Afhankelijk van positie
- Pass moet verwerkt worden tot aanval midden of buiten
Organisatie:
- 2 trio's, ieder aan een kant van het net (en 1 reserve)
Uitvoering:
- Trainer brengt bal in en in 3 pogingen wordt de bal over het net gespeeld.
- Ná ieder balcontact raakt de speler een tegenoverliggende zij- of achterlijn aan en draait door.
- Alleen bovenhands en onderhands, later mogelijk aanval uit stand
- Rally's uitspelen
Extra: bij meerdere trio's wisselen i.p.v. doordraaien
Organisatie:
- Aan één kant van het net staat een tweetal op de 3 meter
- Veld A op 2 en 3 en op veld B op 3 en 4
- De overige spelers verdelen aan de zijkant
- Starten op veld A op P2 op 3 meter-lijn met 1 bal
Uitvoering:
- Beginnen met diagonaal gooien naar P3
- Ná het gooien de eigen 7 meter-lijn aantikken en aansluiten op P3
- P3 speelt naar P3 en die weer naar P4
- Dan overspelen OH of BH
- Indien mogelijk verleggen naar de achterlijn
Extra: bij meer spelers ook de ander netposities gebruiken
Spelverloop:
- 1 rij potjes waar oefeningen rond / over gedaan worden
Oefeningen:
- De spelers doen per duo de oefeningen en blijven elkaar aankijken.
- Snelle voorwaarts - achterwaarts verplaatsing tussen de potjes: 2 voorwaarts, 1 achterwaarts.
- Zijwaartse verplaatsing links-rechts: 2 voorwaarts, 1 achterwaarts.
Spelers volgen elkaar snel achter elkaar:
- slalom zijwaartse verplaatsing
- slalom rondom afwisselend links en rechts
- Knieheffen linkerbeen over potjes / rechterbeen
- Springen afzet met beide voeten samen over potjes met tussensprong
- Springen beide voeten samen over potjes zonder tussensprong
Na de potjes loop je door tot einde veld en keer je langs de zijlijn terug.
Startopstelling:
- Net hangt op 1.10 meter - 1.50 meter
- 2 teams aan elke kant van het net.
Verloop:
- Bal wordt onderhands overgespeeld
- Bal wordt gevangen na een bots
- Naar het net lopen voor een toetsworp
- smash / bovenhandse aanval over het net.
- Vangen na bots.
Uitbreiding:
- opslag fase
- Bovenhandse opslag
- vangen zonder bots
- extra actie
- receptief fase
- Pas-worp naar partner aan het net. Partner loopt naar het net.
- receptie naar het net.
- pas
- opgooien voor jezelf + pas naar aanvaller
- rechtstreeks passen op receptie.
- aanval
- vangen van bal + aanval
- niet vangen ==> direct aanval op pas