Volleybaloefeningen voor b jeugd
- Bal wordt ingespeeld vanaf AVH positie 4.
- Spelverdeler vertrekt vanaf positie 1.
- Bij het opgooien van de bal vanaf positie 4 vertrekt de spelverdeler, deze loopt in en past naar de korf.
Oefening 1:
- Toets je bal omhoog.
- Laat 1x botsen en dribbel dan 2x.
- Na de laatste hoge dribbel toets je weer omhoog.
- Wissel bij het dribbelen af tussen linker- en rechterhand.
- Let op! Dribbel links = rechtervoet voor. Dribbel rechts = Linkervoet voor.
Oefening 2:
- Hetzelfde als oefening 1 maar met 1 enkele dribbel.
- Toets 2x omhoog, laat 1x botsen.
- Let op! Speel je bal hoog genoeg boven je hoofd. Laat deze niet zakken.
Oefening 3:
- Hetzelfde als oefening 3 maar met enkele toets.
- Toets omhoog en vang je bal. Houd je bal in de lucht door deze 3x te tikken met je rechterhand. Toets daarna weer omhoog.
Oefening 4:
- Hetzelfde als oefening 1 maar tik je bal met links.
- Toets tegen de muur in plaats van omhoog.
- Je tikt de bal 3x terug met de rechterhand.
Uitdaging:
Toets tegen de muur en vang je bal. Tik de bal 3 keer en toets opnieuw tegen de muur. Degene die dat het langste kan zonder dat de bal op de grond valt, heeft gewonnen.
Toets tegen de muur en vang je bal. Tik de bal 3 keer en toets opnieuw tegen de muur. Degene die dat het langste kan zonder dat de bal op de grond valt, heeft gewonnen.
https://youtu.be/9wflc16DEhk
Per 2 of 3 spelers.
- Speler aan het net met bal op een matje, dit is de zone waarnaar gespeeld wordt.
- 2 spelers op het achterveld. Spelen om de beurt de bal terug naar de netspeler.
- Na het contact van de achterspeler wordt de 3 meterlijn aangetikt met snelle verplaatsing.
Uitbreiding:
- Alleen bovenhands / onderhands contact.
- Bal niet meer vangen.
- Geen training achterwaartse pas, dus enkel bij zekerheid op deze manier afwerken.
- Bal ingooien vanaf 2 naar 6.
- Receptie naar 3.
- Bal wordt gepast naar 2 of 4, roep voor achter!
- Andere kant gaat verkeerd gedraaid staan en wij maken het punt!
- Elke keer doorschuiven!
- 2 pas naar dezelfde kant en aanvallen.
- Focus op de pas.
- Wanneer de pas gegeven wordt, vertrek je met je aanloop.
- Oefening kan ook aangepast worden met uitleg valse pas:
- altijd aanloop nemen maar de pas gaat naar achter naar de andere speler. Tegenstanders draaien hun positie en staan hierdoor volledig verkeerd.
- Elke kant van het veld 1 pas
- Spelers gooien val in vanaf 2 naar 6
- 6 geeft pas naar 3
- Pas in korf
2 werkende groepen:
Groep 1 met trainer:
Groep 1 met trainer:
- 2 Trio's maken.
- 1e trio gaat achter de 7 meterlijn op de buik liggen.
- Trainer met ballenbak in hoek van veld.
Uitvoering:
- Trainer klapt op de bal en speelt meteen in het veld.
- Eerste bal moet in 3 meterzone gespeeld worden, niet-receptie speler vangt de bal in pashouding
- andere spelers staan op aanvalshome op moment dat bal gevangen wordt en roepen voor pass.
Groep 2
- 3 spelers met bal aan het net.
- Overige gaan werken, startend in hoek van het veld
- Krijgen eerst korte bal, verre bal en terug een korte bal.
1 speler werkt, 4 geven ballen aan.
- Werker start aan het net in blokhouding.
- Blok over het net als startsignaal van de oefening.
- Werker maakt 1e 3e tijd verplaatsing & bal word ingespeeld vanuit positie 4.
- Werker gaat korte bal halen van positie 1.
- Werker tikt speler op positie 2 en brengt bal terug die in het veld gegooid is.
- Werker haalt korte bal van de grond van positie 5.
- Spelers starten tegenover elkaar aan het net met 1 bal.
- Bal wordt onder het net door gegooid tijdens een zijwaartse verplaatsing. Laag blijven is belangrijk.
- Blauwe speler vertrekt richting achterlijn.
- sprong oefening op de bank
- Sprint tussen de 2 kegels
- terug richting het net door speedladder
- Rode speler vertrekt diagonaal naar de achterlijn
- Duiken naar de hoek van het veld
- Huppelpas met hoge knieën van kegel tot kegel
- Zijwaartse plank verplaatsing over mat
- Bal opwachten van spelers onder het net en doorlopen rond het veld
- Beide spelers sluiten aan de andere kant van het veld weer aan en starten een volgende ronde.
3 - 5 rotaties.
Posities:
- Trainer op midvoor, om aan te gooien, wel ruimte tot net houden zodat speler achterlangs kunnen.
- 1 Speler zonder bal op Setter plek = 1e afvanger
- Speler is de passer die 10 goede ballen gaat passen
- Overige spelers met bal naast de trainer voor doorloop en afvangen
- De oefening loopt het beste door met circa 5-6 spelers.
Organisatie:
- Passer krijgt van de trainer achtereenvolgens ballen aangegooid op:
- P1, P6, P5, P4, P2 ongeacht of de bal goed is => door naar volgende positie.
- Daarna ballen op willekeurige positie, trainer bepaald moeilijkheid, tot er 5 goede passes zijn geweest.
- Na 5e goede pass => Speler snel naar P6, klaarstaan op voorvoeten.
- Laatste pass komt vanaf P6 , op een 'geslagen' bal
- Ga net zolang door tot er een 6e goede pass is.
Overige speler:
- Bal steeds aan trainer geven en gelijk naar de setter plek om af te vangen.
- Bal niet goed, snel halen en in de rij aansluiten.
- De spelers staan voor het net met een bal
- Zij gooien de bal in het net
- Ze halen de bal er onderhands uit
- Doen een receptie kort over het net
- Kruipen onder het net door en vangen de bal
- Ze rollen de bal en duiken erachteraan
- Ze beginnen opnieuw
- Alle spelers hebben een bal.
- Verdeel de groep in tweeën - maximaal 4 a 5 spelers per groep.
- Bij het net staat de ballenbak.
Oefening per groep:
- Bovenhands voor jezelf opspelen en blijven spelen.
- Langzaam verplaatsen richting het net, blijven opspelen.
- Bovenhands: Hoog opspelen, snel onder de bal komen, stilstaan en dan spelen.
- Bij het net: => speel de bal IN de ballenbak. De afstand maakt niet uit.
- Bal op de grond => opnieuw beginnen vanaf de achterlijn.
Zelfde oefening kan met onderhands opspelen tot aan het net + IN de ballenbak spelen.
Voor de betere spelers kan er nog een derde ronde:
- Ballenbak op de achterlijn van het andere veld, spelers moeten nu het net passeren. Speel eroverheen, zelf eronderdoor. Onder- of bovenhands maakt niet meer uit, als de achterlijn maar gehaald wordt.