Volleybaloefeningen voor cmv 3

  • Speler staat met emmer boven het hoofd bij het net
    • mag wel beetje verplaatsen maar niet bukken!
    • Speler met emmer blijft 1 rondje staan
  • Trainer staat op achterlijn/of in het midden van het veld met 2 rijtjes  spelers:
    • 3 spelers met bal (bij de trainer)
    • 3 zonder bal (op de achterlijn)
    • Speler met bal duwt bal in handen trainer
  • Trainer gooit bal willekeurig in het veld en speler toetst bal in de emmer
    • in de emmer is natuurlijk een punt
    • seler pakt eigen bal en sluit aan in rij met bal
    • buitenom teruglopen
  • Steeds moeilijker maken!

onderhands-2-3

speel 3 tegen 3

  • 1 speler op midvoor
  • 2 verdedigers

De trainer staat aan de ene kant van het net, de kinderen aan de andere kant van het net in een rijtje achter de achterlijn.
De eerste van de rij komt telkens het veld in en voert de oefeningen uit.

  • Op 2 bovenarmen met handen in de nek laten stuiteren en vangen.
  • Door benen laten stuiteren, omdraaien en vangen.
  • Op 2 bovenbenen met sprong laten stuiteren en vangen.
  • Op 2 wreven met sprong laten stuiteren en vangen.
  • Op schouder laten stuiteren en vangen.
  • Gevangen bal in bak bij trainer en achteraan de rij

Enorm belangrijk om de bal te vangen
Wees enthousiast, stimuleer de kinderen om de bal te vangen

De trainer staat aan de ene kant van het net, de kinderen aan de andere kant van het net in een rijtje achter de achterlijn.
De eerste van de rij komt telkens het veld in en voert de oefeningen uit.

  • Op 2 bovenarmen met handen in de nek laten stuiteren en vangen.
  • Door benen laten stuiteren, omdraaien en vangen.
  • Op 2 bovenbenen met sprong laten stuiteren en vangen.
  • Op 2 wreven met sprong laten stuiteren en vangen.
  • Op schouder laten stuiteren en vangen.

In 2 tallen tegenover elkaar:

  • 3 ballen hooghouden waarbij je maar 1 bal tegelijk in je hand mag hebben.
  • 4 ballen hooghouden waarbij je maar 1 bal tegelijk in je hand mag hebben.
  • In totaal 3 ballen, waarbij 1 bal tussendoor gegooid wordt en beide 1 ‘eigen’ bal hebben. Voordat je de gegooide bal vangt, gooi je je ‘eigen’ bal omhoog, vangt de gegooide bal, gooit deze weer terug en vangt je ‘eigen’ bal. Enzovoort.
  • 1 bal bovenhands spelen, 1 bal stuiteren tussendoor via grond.
  • 1 bal bovenhands spelen, 1 bal overschieten over grond.
  • 1 bal onderhands spelen, 1 bal rollen met gestrekte armen over grond.
  • 2 tallen rustig naar elkaar toe serveren.
  • Opgooi is belangrijk dus concentratie!
  1. Breng je handen naar de grond vanuit een rechtopstaande houding en houd hierbij je benen gestrekt.
  2. Loop in kleine stapjes met je handen vooruit tot je niet meer verder kan.
  3. Loop vervolgens met je voeten vooruit richting je handen tot je niet meer verder kan. Maak kleine pasjes waarbij je alleen je enkels gebruikt om vooruit te lopen.
  4. Herhaal deze bewegingen een aantal keer.

movement-prep-hand-walk

Deze oefening gaat ervan uit dat de spelers weten waar ze moeten staan en welke zone voor hun is. Leg dit dus goed uit van te voren

  • Spelers staan in juiste zone
  • Trainer serveert/gooit de bal
  • Na elke service doordraaien.
  • Pas serveren als zij vinden dat ze goed staan
    • ook serveren als ze niet goed staan en dan dus juist op de ongedekte positie serveren
  • Ze moeten elkaar corrigeren waar ze moeten staan.
  • Gooi af en toe een bal in moeilijke zone. Voor wie was deze bal?
  • Gaat dus om herkennen eigen zone. Wie pakt welke bal . Los roepen bij twijfel etc
  • Maak duidelijke afspraken van te voren!

Elke speler heeft een bal en dribbelt (steeds recht-links)  door de zaal.

Op teken van Trainer

  • Bal omhoog gooien, knie contact, vangen
  • Bal omhoog gooien, koppen, vangen
  • Bal omhoog gooien, toetsen, vangen
  • Bal omhoog gooien, toetsen, koppen, vangen
  • Bal omhoog gooien, toetsen, bovenhands, toetsen, vangen

Varianten

  • Bal omhoog gooien, rechter schouder, vangen
  • Bal omhoog gooien, linker schouder, vangen
  • Bal omhoog gooien, rechter schouder, linker schouder, vangen
  • doe deze oefening 10 minuten
  • als speler 100x OH speelt komt speler in CLUB van 100
  • maak een lijst met alle spelers en 10 kolommen (10, 20, 30 etc)
  • 2 spelers met 1 bal (liefst 2 spelers met dezelfde mijlpaal)
  • speler 1 zoveel mogelijk toetsen, speler 2 telt
  • als bal fout gaat, wissel
  • aan het eind zet iedereen een vinkje achter zijn eventuele nieuwe mijlpaal (10, 20, 30 etc)
  • Speel partijtje met zoveel mogelijk eigen teams
  • let goed op spelregels:
    • BONUSPUNT : als er in 3-en gespeeld wordt
    • maar mag dus ook in 1 of 2x als het niet anders kan
    • STIMULEER dus 3x spelen
  • Eventueel 3e team gaat tegen 1 of 2 trainers
    • pas spelregels voor trainers zodanig aan dat enigzins gelijkwaardig is
    • bv trainers moeten in 3-en
  1. Neem een stap naar rechts vanuit een rechtopstaande houding, waarbij je voeten (en de rest van je lichaam) vooruit blijven wijzen.
  2. Zak omlaag met je bovenlichaam rechtop en je gewicht op je rechtervoet. Zak zo laag mogelijk en houd daarbij je linkerbeen gestrekt en je voeten plat op de vloer.
  3. Voer dezelfde beweging uit met je linkerbeen.
  4. Herhaal deze bewegingen een aantal keer.

Meestal laat men zijn armen langs zijn lichaam hangen of strekt ze boven zijn hoofd.
Sommige volleyballers voeren deze oefening uit met hun armen vooruit gestrekt alsof ze een bal onderhands gaan spelen.

movement-prep-lateral-lunge