facebook pixel

Volleybaloefeningen voor de techniek service / opslag

Twee passers,

Rijtje met serveerders, na je serve ren je onder het net door om de bal af te vangen.

de af-vanger gaat passen, passer gaat serveren.

Leg op verschillende plekken in het veld wat matten neer. Daar moeten de kinderen op zien te serveren.

  • groepje van 4-6
  • kies van te voren een woord van +- 6 a 7 letters (bv serveren)
  • eerste serveert op een plek in het veld
    • eventueel een aantal matten of hoepels neerleggen
  • de anderen moeten op dezelfde plek serveren
    • 1e doet ook gewoon mee
  • lukt dit niet dan krijgen ze een letter
  • als je het hele woord hebt ben je af
    • eventueel bh tegen de muur spelen oid
  • opnieuw met iemand anders als eerste

er loopt een passer en die krijgt de opdracht naar de genoemde plek te gaan. (afhankelijk van het aantal.)

in 2 rijtje over het net spelen. Je speelt de bal en sluit aan in je eigen rijtje. Als je af bent dan ga je naar het veld ernaast. Hier liggen matten klaar en moet je serveren. Pas als je op een matje hebt geserveerd mag je terug naar het hoofdspel.

Drie mensen in het veld, met 1 af vanger bij het net. De bal wordt over het net geserveerd, gepassed en afgevangen. Degene die gepassed heeft gaat afvangen en de afvanger gaat serveren.

  • Twee passers,
  • Rijtje met serveerders, 
    • na je serve ren je onder het door om de bal af te vangen.
  • De afvanger gaat passen, 
  • Passer gaat serveren.

Zet aan beide kanten van het veld twee banken neer. De bal moet naast de bank geserveerd worden, lukt dat krijg je een punt. 


De bal moet tussen de 7 en de 9 of binnen de 3 vallen.

De bal tussen de 7 en de 9 moet wel met snelheid en druk, dus niet met een boogje.

Diepe bal rechtdoor slaan, of van 1 naar 1

Als laatste opdracht 5 ballen tussen 7 en 9 en 5 ballen tussen net en 3, tellen hoeveel ballen goed.
 service-diep-of-kort

  • In ieder veld 
    • 1 passer, 
    • 1 afvanger, 
    • 1 reserve en 
    • 2 serveerders.
  • Serveren, reserve, passen, afvangen en serveren. 
  • Achter je bal aan lopen.
  • Team 1(balletjes) krijgen 10 ballen om mee te serveren. 
  • Als een bal gepassed wordt 
  • en wordt afgevangen op de helft waar gepassed wordt, 
  • dan wordt deze bal uit het spel genomen. 
    • ook als er uit geserveerd wordt, 
    • of in het net wordt geserveerd, 
    • dan gaat deze bal uit het spel. 
  • Het team dat het vaakst serveert heeft gewonnen.
  Team 1(balletjes) krijgen 10 ballen om mee te serveren. Als een bal gepassed wordt en wordt afgevangen op de helft waar gepassed wordt, dan wordt deze bal uit het spel genomen. ook als er uit geserveerd wordt, of in het net wordt geserveerd, dan gaat deze bal uit het spel. Het team dat het vaakst serveert heeft gewonnen.
servicespel-2
  • probeer 10 x goed te serveren. 
  • 1 keer fout, 
  • weer terug naar 0 punten.
  • wie is het eerst klaar?