Volleybaloefeningen voor de techniek service / opslag
- Spelers gaan serveren en mogen zelf weten waar ze gaan staan.
- 2 tegelijk.
- Serveer je in de hoepel dan is de hoepel voor jou!
- Werken in 2 teams elk verdeeld aan een kant van het veld.
- Aan elke kant staat ook een stoel startende op een positie.
- Op deze stoel zit iemand van het andere team wat er dus voor zorgt dat aan de overkant steeds iemand van eigen team op een stoel zit.
- Andere spelers serveren de bal richting de stoel kan de persoon die op de stoel zit de bal vallen wisselen deze van plek en mag de stoel 1 positie opschuiven.
- Doel: als eerst de stoel alle posities laten rondgaan en terug zijn op begin positie.
- Serve --> verdediging/pass en 3 meter aanval --> rally uitspelen
- de SV aan 1 zijde laten staan --> na x aantal ballen gaat de SV naar de andere zijde
OF - Speler in de wachtkamer, zijkant van het veld, en na elke aanval gaat de meeste rechter speler eruit.
- Men schuift op en de reserve speler komt er vanaf links in.
Servicepass training voor 4 tot 12 personen
4 personen:
2 serveerders op de serviceplek.
1 passer
1 afvanger
(dynamisch) zelfde als statisch maar danserveerder speelt bal op passer. Passer speelt op afvanger. Bal achterna lopen. (serveerder wordt reserve, reserve wordt passer, passer wordt afvanger enz)
6 personen.
2 serveerders
3 passers
1 afvanger
(Statisch) zie vier personen
(dynamisch) serveerder serveert de bal en loop zijn/haar bal achterna.
Passer passed de bal naar de afvanger. De meest rechtse speler wordt afvanger
Serveerder schuift links in. Afvanger wordt serveerder. Als dit niet loopt wordt 1 passer reserve.
Uitbreiden met vaste sv en extra speler op pos 4, die gaat aanvallen. Passer wordt aanvaller, bij foute pass gaat passer weg.
Uitbreiden met blokkering erbij.
- Men serveert steeds met een opdracht en loopt daarna de bal achterna.
- Spelers gaan van A naar B, van B naar C en van C naar D, om daarna weer opnieuw te beginnen.
- Op de mat serveren is 2 punten, in de buurt van de mat 1 punt en fout serveren 1 punt eraf.
- In ieder veld
- 1 passer,
- 1 afvanger,
- 1 reserve en
- 2 serveerders.
- Serveren, reserve, passen, afvangen en serveren.
- Achter je bal aan lopen.
- 1 speler in de pass
- 1 speler aan het net mét bal
- 1 speler met bal op de achterlijn
- Speler serveert op passer
- Op dat moment rolt de speler aan het net de bal naar de serveerder
- Bal wordt gepasst en afgevangen aan het net
- Herhalen 5x
- Dan doordraaien
- 2 tallen rustig naar elkaar toe serveren over het net (Bovenhands)
- Afstand mag vergroot worden wanneer de bal gecontroleerd over het net gaat.
- Opgooi is belangrijk dus concentratie!
- Hierna serveren op posities in het veld waar een mat ligt
- Opgooi is belangrijk dus concentratie!
- Laat de spelers tegen de muur opslaan.
- Letten op:
- Stand benen.
- Bal voor slaghand.
- Arm goed naar achter zwaaien.
- Slaan met handpalm.
- Waar het begint te lukken overgaan naar volleybal en eventueel over het net laten opslaan.
Sv. heeft keuze uit pos. 3 en 4 midden/buiten. Op beide posities een dubbele blokkering. Op het midden pos. 4 + 3 en buiten pos. 2 + 3.
Serveerder gaat verdedigen op pos. 1. Verder wordt de verdediging diagonaal gezet.
Bij middenaanval wordt positie 1 afgeschermd, gaat positie 5 korter zitten en verdedigt positie 6 de diepe bal.
Rally uitspelen.
Doel voor de aanval om te scoren, doel voor de verdediging om alles te verdedigen.
Aanval
- 1 speler gooit de bal op naar de SV
- SV speelt naar Diagonaal en 52 (om en om)
- Aanvallen
Verdediging
- TR staat op 2/3
- Verdedigers pass de aanval naar de TR --> pass MOET goed
- Drie verdedigers in het veld
- Eén persoon die afvangt
- Rest: serveren
- Opslagen volgen elkaar snel op
- Elke persoon in het veld moet 5 perfecte recepties brengen naar afvanger
- Afvanger bepaalt of de receptie goed is
- Wanneer een verdediger 5 perfecte recepties heeft gedaan, wordt die afvanger en de afvanger gaat opslaan