Volleybaloefeningen voor de techniek service / opslag
2 Tallen 1 bal met net ertussen. Je begint op 2 meter van het net en serveert naar elkaar toe. De ander toetst en vangt de bal voor zichzelf op. Accent is serveren. Kan andere speler toetsen dan mag je als serveerder een stap naar achter, zo niet dan stap naar voren.
Pittenzakjes diagonaal in het veld leggen. Speler begint bij dichts bij zjjnde pittenzakje van het net. 4x goed serveren is naar de volgende. Uiteindelijk sta je bij de achterlijn. Let op alle accenten. Strakke hand, gestrekte arm, juiste been voor, lichaam voorover.
1 serveert rechtdoor op 2.
2 verplaatst zich vanaf het net naar achteren en toetst de bal naar midvoor.
3 vangt de bal af. Loop achter je bal aan.
sdfsdff
sfsd
fsd
fsdfsdfsdfsdf
sd
fsdfsd
f
sdf
sdf