Basketbaloefening: fast break lines - 4 (1 runner)
Geschikt voor de volgende technieken:
Fast break lines - 4 (1 runner)
- Deze oefening traint de snelle overgang van verdediging naar aanval met gebruik van verschillende pass technieken en loopbewegingen.
- Rode speler is de runner.
- Deze speler start aan de verdediging en sprint voor de fast break.
- Blauwe spelers blijven in het midden van het veld.
- Zij fungeren als passer en ondersteunen de aanval.
- De witte speler fungeert als outlet pass.
- Deze speler beweegt diagonaal over het veld om de bal te ontvangen en door te passen.
- De oefening begint met de bal die van de blauwe rebounder naar de witte outlet gaat.
- De outlet passt door naar een blauwe passer, die vervolgens de bal doorgeeft aan de runner.
- De runner werkt af met een lay-up en rent daarna door.
- De rebounder rent het veld door, neemt de rebound terug en de oefening herhaalt zich.
- Ondertussen steekt de witte outlet passer opnieuw het veld over om opnieuw de outlet pass te krijgen.