Basketbaloefeningen voor de techniek aanvallen

Uitvoering
  • Plaats twee spelers met een bal bij de middenlijn.
  • Er staan ook twee rijen spelers bij de basket.
  • Een van de spelers bij de middenlijn legt de bal op de grond.
  • De twee spelers bij de basket sprinten naar de bal en strijden om deze te bemachtigen.
  • De speler die de bal pakt, wordt de aanvaller, terwijl de andere speler de verdediger is.
  • De speler die de bal op de grond legde, mag zich bij de aanvallers voegen zodra de bal is gepakt.
  • Speel verder in een 2-tegen-1 situatie richting de basket waar de rijen staan.
drawing 2-tegen-1 spelsituatie bij de basket
Uitvoering
  • Zet twee rijen spelers op onder de basket.
  • De trainer staat op de vrijeworplijn met een bal.
  • De trainer past de bal naar een van de twee spelers onder de basket of gooit de bal op het veld.
  • Beide spelers rennen tegelijkertijd naar de bal.
  • De speler die de bal bemachtigt, wordt de aanvaller.
  • De andere speler wordt de verdediger.
drawing 1 tegen 1: aanvaller versus verdediger
Uitvoering
  • Begin met een speler in het midden van het veld, een speler op de vleugel, en een rebounder onder de basket.
  • De speler in het midden past de bal naar de vleugelspeler.
  • Na de pass rent de speler in het midden naar de plek waar de vleugelspeler stond.
  • De vleugelspeler ontvangt de bal en dribbelt richting het midden van het veld.
  • De speler die naar het midden is gerend, ontvangt een pass van de vleugelspeler en maakt een lay-up.
  • De rebounder blijft op zijn plek onder de basket om de bal te vangen na de lay-up.
drawing Michigan state passing techniek
Uitvoering
  • Plaats twee spelers met een bal bij de middenlijn.
  • Er staan ook twee rijen spelers bij de basket.
  • Een van de spelers bij de middenlijn legt de bal op de grond.
  • De twee spelers bij de basket sprinten naar de bal en strijden om deze te bemachtigen.
  • De speler die de bal pakt, wordt de aanvaller, terwijl de andere speler de verdediger is.
  • De speler die de bal op de grond legde, mag zich bij de aanvallers voegen zodra de bal is gepakt.
  • Speel verder in een 2-tegen-1 situatie richting de basket waar de rijen staan.
drawing 2 tegen 1 bij de basket
Uitvoering
  • Gooi de bal tegen het bord.
  • Maak een rebound.
  • Werk de bal af of ga naar de andere kant om te scoren.
Doel
  • Versterken van de samenwerking en beweging zonder bal in een aanvalssituatie.
Uitvoering
  • Vijf aanvallers staan verdeeld over de driepuntslijn.
  • Een speler begint met de bal en passeert naar links of rechts.
  • De passer beweegt richting de basket, is aanspeelbaar maar ontvangt de bal niet direct.
  • De passer snijdt door en vult de vrijgekomen positie op.
  • De overige aanvallers zonder bal helpen aan de strongside door hoger vrij te staan, zodat de eerste passer niet ver hoeft te gaan voor een vrije positie.
  • Zorg ervoor dat de bal niet te snel wordt doorgepasst om ruimte voor acties te creëren.
  • Let op balverlies om fastbreaks van de tegenstander te voorkomen.
Opbouw
  • Begin met 1 verdediger en breid uit naar 3 en 5 verdedigers.
  • Oefen met zoneverdediging en post op de kop.
drawing Pass en beweeg rond (totaal basketbal)
Opstelling
  • Zet twee rijen kegels op met een afstand van een halve meter tussen de kegels.
  • Achter elke rij kegels staat een rij spelers opgesteld.
  • De coach staat in het midden met de ballen.
Uitvoering
  • Op het signaal van de coach vertrekken de eerste twee spelers van elke rij en zigzaggen door de kegels.
  • De coach rolt, gooit of botst de bal naar voren tussen de spelers.
  • De spelers proberen eerst uit de kegels te komen om de bal te bemachtigen.
  • De speler die de bal in bezit krijgt, wordt de aanvaller.
  • De andere speler probeert de aanvaller te stoppen.
drawing Voetenwerk en lay-up met kegels
Opstelling
  • 3 aanvallers en 3 verdedigers op het veld.
Uitvoering
  • De aanvallers passen de bal zonder dat de verdedigers het zien.
  • Beweeg voortdurend om vrij te komen van de verdediger.
  • Gebruik slimme looplijnen om de bal effectief te ontvangen.
Doel
  • Verbeteren van pas- en lay-up vaardigheden.
Uitvoering
  • Verdeel het veld in een linker- en rechterhelft.
  • Twee spelers starten met een bal aan de baseline.
  • Er zijn drie pasposities: de vrijworplijn, de middellijn en opnieuw de vrijworplijn.
  • De speler met de bal geeft een pas aan de eerste paspositie (vrijworplijn) en ontvangt de bal terug terwijl hij verder loopt.
  • Vervolgens geeft de speler een pas aan de persoon op de middellijn en loopt verder.
  • Bij de laatste paspositie (vrijworplijn) geeft de speler wederom een pas, ontvangt de bal terug en maakt een lay-up.
  • Herhaal deze stappen aan beide kanten van het veld.
  • De oefening gaat door totdat een speler drie lay-ups heeft gescoord, waarna er gewisseld wordt van rol.
Variaties
  • Vervang de lay-up door een schot voor meer variatie.
drawing Passing en lay-up training
Doel
  • Het verbeteren van de aanvalstechniek onder druk en het efficiënt afwerken bij het basketbal.
Uitvoering
  • Spelers staan in een rij aan de driepuntslijn.
  • Een speler staat op de vrijworplijn als verdediger.
  • De spelers aan de driepuntslijn vallen aan tegen de verdediger op de vrijworplijn.
  • Het doel is om onder druk te kunnen aanvallen en af te werken.
  • Als de aanvaller scoort, blijft de verdediger staan.
  • De verdediger moet individueel tot vijf punten komen. Indien de oefening te lang duurt, kan dit aantal naar drie worden aangepast.
  • Als de aanvaller niet scoort, wordt hij de nieuwe verdediger.
drawing Afwerken onder druk bij basketbal

Opstelling

  • Drie groepen opgesteld langs de baseline.
  • Groep 1 in het midden, Groep 2 links en Groep 3 rechts.
  • De middelste groep (Groep 1) heeft de bal.

Verloop

  • Groep 1 past de bal naar Groep 2 en loopt daarna achter Groep 2 door.
  • Groep 2 past de bal naar Groep 3 en loopt daarachter door.
  • Groep 3 past de bal terug naar Groep 1 en loopt daarachter door.
  • Ga zo door totdat je bij de basket bent.
  • De persoon met de bal maakt een lay-up en wordt daarna verdediger.
  • Als er gescoord wordt, wordt de bal ingegooid en speel je 2 tegen 1 terug.

Doorschuiven

  • Schuif telkens door naar rechts.

Opstelling

  • De aanvallers staan in een rij voor een layup aan de baseline.
  • De passers staan met de bal buiten de driepuntslijn.

Uitvoering

  • Team Rood:
    • De voorste aanvaller loopt om de pion aan de andere kant van de bucket.
    • Ontvangt een borst pass van de passer.
    • Voert een schijnbeweging uit en verandert van richting.
    • Loopt aan dezelfde kant om de pion.
    • Dribbelt één keer en doet een layup.
    • Neemt zijn eigen rebound en sluit met de bal achter in de rij passers aan.
  • Team Blauw:
    • Herhaalt dezelfde stappen als team rood, maar gespiegeld.

Notitie

  • Na de layup gaat de passer achter in de rij aan de baseline staan.
  • Zorg ervoor dat de oefening in een vloeiende beweging wordt uitgevoerd voor het beste resultaat.
drawing Vroege layup training