Basketbaloefeningen voor de techniek dribbelen
- Spelers opdelen in groepen van 5.
- Normaal gesproken hebben we 2 of 3 baskets beschikbaar.
- Bijvoorbeeld om de 7 minuten doordraaien, eerste centrale uitleg. (meeste begeleiding bij de dribbelskills nodig)
- Station 1. (basket 1)
- 3x2 spelen vanaf de middellijn zonder dribbelen (alleen passen, vrijlopen, pivoteren)
- Station 2. (basket 2)
- 1x1 spelen (doorwisselen, aanvaller wordt verdediger, af en toe de volgorde aanpassen om verschillende match-ups te krijgen, 1-schotpoging of onder tijdsdruk om de vaart erin te houden)
- Station 3. (Basket 3 - indien beschikbaar)
- Schotoefening: 5 posities op rand bucket (laag, elleboog, vrijeworplijn, elleboog laag)
- 1 speler schiet, rest vangt af en passt bal (1x schieten per positie, gaat om hoogste score van de groep)
- Station 4 dribbelskills. (1-2 pionnen)
- Over de pylon (niet meenemen, hou controle, van links naar rechts, 1 hand achter de rug)
- Pylon optillen met links, dribbels met rechts (opgooien pylon, vangen met de andere hand)
- Links/rechts en pylon aantikken (timer, tellen) – hand die de bal loslaat moet pylon aantikken (lage positie, verdedig de bal)
- 2 pionnen, links dribbel, rechts aanraken
- 2 pionnnen (8-tje dribbelen met 1 hand)
- Station 5 dribbelskills. (rijtje pionnen)
- Slalom om de pionnen heen, laag dribbelen, heen en terug (tempo)
- Variant: laag dribbelen, voeten aan weerzijde van de pionnen, cross na iedere pylon.
- Laag dribbelen, raak steeds de volgens aan.
- Blijf in controle, blijf aan dezelfde kant. (links dribbelen, met recht pion aanraken)
- 2 spelers met ruggen tegen elkaar, verdediger met tenen op strafworplijn.
- Na signaal loopt verdediger naar baseline en terug voor closetpot.
- Aanvaller dribbelt naar middellijn en terug om aan te mogen vallen.
- Daarna met tunnel van piketjes 1v1, na passeren tunnel vrij aanvallen.
https://youtu.be/tKElV5chgpo
- Opstelling:
- 2 groepen
- Ter hoogte van de vrije worplijn
- Eerst een v-cut, dan bal krijgen
- Pivoteren en shotten
- Eigen rebound
- Aan de andere kant aansluiten
- Opgelet met pivoteren op juiste voet
- Passen met rechter of linkerhand, naargelang de kant
- 20 scores
- Varianties:
- Pivoteren en dribbel naar doel, lay-up
- Recht naar doel driven
- Pivoteren en dribbel naar doel, jump stop
Iedereen een bal en verdelen over de lengte van het veld
- Dribbel heen en weer (jumpstop, pivoteren aan de overkant, of blijf door dribbelen).
- Warming up: beginnen langzaam, 50, 70, 100%.
- Warming up: beginnen langzaam, 50, 70, 100%.
Varianten:
- Dribbel links heen, rechts terug.
- 2x links, 2x rechts.
- Bal over de grondrollen (8-tjes maken).
- Bal vast en met 2 benen springen.
- the Crab.
- Tussen de benendoor (high en low).
- 2x links, 2x rechts.
- Bal over de grondrollen (8-tjes maken).
- Bal vast en met 2 benen springen.
- the Crab.
- Tussen de benendoor (high en low).
- Lijnen aantikken onderweg.
- Onderweg 5x opdrukken, 10 buikspieren, 30 sec tappen.
- Lage dribbel (snel links/rechts),
- Hoge dribbel met huppel, achteruit.
- Achter de rug langs, draai om as.
- Lage dribbel (snel links/rechts),
- Hoge dribbel met huppel, achteruit.
- Achter de rug langs, draai om as.
- Stilstaand: door de benen (stap uit, dribbel, stap terug), 8-tjes laag dribbelen.
- Centers + Guards + Forwards
- vanaf U12
- 3 of meer spelers
- 1 bal - twee baskets
Vereisten:
- spelers moeten kunnen dribbelen en een layup kunnen lopen
Doel:
- looplijn flyer trainen
- snelheid opbouwen
- break onder druk afmaken
Organisatie:
- speler 1 dribbelt de bal over de helplijn naar de overkant en scoort met een lay up
- beide andere spelers achtervolgen en proberen de score te voorkomen
- zij starten bij de eerste dribbel
- Spelers 2 en 3 nemen na de score de bal in van achterlijn
- en spelen 2 tegen 1op de bucket aan de andere kant
- verdediger 1 probeert te voorkomen dat er met een lay up gescoord wordt
Teaching Points:
- sprinten
- pushen van de bal bij speeddribbel
- instrueer de verdedigers GEEN onsportieve fouten te maken
- verdediger neemt de charge · OF dwingt de dribbelaar naar de zijkant
- probeert de pass te onderscheppen
- geeft het schot weg en boxt de schutter uit
- 3 ploegen van 3 spelers
- 3 spelers in het midden
- Vallen aan
- Defense tot aan de middellijn, ook na balverlies
- Beginopstelling:
- Elke speler 1 bal
- 1 kant van het terrein
- De coach staat duidelijk opgesteld om de oefeningen voor te doen
- Verloop:
- Elke oefening duurt 30 seconden en wordt zowel met de rechter als de linkerhand uitgevoerd
- Bal rond het lichaam laten gaan zonder te dribbelen
- Benen gespreid, we houden de bal tussen de benen, één hand vooraan en één achteraan we lossen de bal en wisselen de handen snel
- We maken een acht beweging rond en door de benen zonder dribbel
- We gooien de bal opwaarts en vangen hem achter de rug, eerst laag en dan hoger en hoger
- Dribbelen rond 1 been; 10 X en dan rond ander been, wisselen van richting
- Op kniehoogte naast het lichaam dribbelen links en rechts
- Heel laag voor het lichaam dribbelen links en rechts
- Crossover voor het lichaam met 2 dribbels
- Crossover voor het lichaam met 1 dribbel - bal laag houden
- Stil blijven staan en door de benen dribbelen, van voor naar achter, met 1 dribbel
- Stil blijven staan en door de benen dribbelen, van voor naar achter
- In een 8-vorm door de benen dribbelen in beide richtingen links en rechts
- Een v-dribbel met 1 hand voor het lichaam links en rechts
- In en out dribbel voor het lichaam links en rechts
- Naast het lichaam van voor naar achter dribbelen op kniehoogte links en rechts
- Progressie:
- Wie kan het meest door zijn benen dribbelen?
- De docent kiest 2 tikkers uit.
- Zij moeten binnen hun tikkersvak blijven (binnen de 4 pionnen) en de basketballen van de lopers wegtikken als die willen oversteken.
- De lopers moeten dus dribbelend naar de overkant zien te komen zonder hun basketbal te verliezen.
- Als een loper de basketbal niet meer bij zich heeft is hij af en wordt hij automatisch een tikker.
- Een tip die je aan de lopers kan geven is dat ze de bal afschermen met hun lichaam.
- Dit betekent met je lichaam tussen de bal en de tegenstander blijven.
- De leerlingen mogen pas opnieuw oversteken als iedereen is getikt of de overkant heeft gehaald.
- Uiteindelijk krijg je naarmate het spel vordert steeds meer tikkers en steeds minder lopers.
- De loper die als laatste overblijft is de winnaar.
Iedereen een bal en verdelen over de lengte van het veld
- Dribbel heen en weer (jumpstop, pivoteren aan de overkant, of blijf door dribbelen)
- Warmingup: beginnen langzaam, 50, 70, 100%
Varianten:
- Dribbel links heen, rechts terug
- 2x links, 2x rechts
- Bal over de grondrollen (8-tjes maken)
- Bal vast en met 2 benen springen
- The Crab
- Tussen de benendoor (high en low)
- Lijnen aantikken onderweg
- Onderweg 5x opdrukken, 10 buikspieren, 30 sec tappen
- Lage dribbel (snel links/rechts),
- Hoge dribbel met huppel, achteruit.
- Achter de rug langs, draai om as,
- Stilstaand: door de benen (stap uit, dribbel, stap terug), 8-tjes laag dribbelen, achter je rug langs,
- Alle spelers 1 bal
- In de driepuntlijn
- Bal wegtikken
- Wie bal kwijt is wordt een verdediger/ tikker
- Voor de conditie is dit een goede oefening:
- De groep moet in een rij gaan staan en je laat ze rustig beginnen met dribbelen.
- Zodra de trainer op zijn fluit blaast moet de laatste van de rij naar voren rennen.
- Dit doe je totdat iedereen is geweest en dan laat je ze het rondje uitlopen.