Basketbaloefeningen voor u10 jeugd
- Opstelling:
- Elke speler 1 bal
- 1 kant van het terrein
- Windshield -naast lichaam dribbelen, van voor naar achter.
- V-dribble - voor het lichaam.
- L-dribble - voor en naast het lichaam.
- In & out - voor het lichaam.
- Hard pound - naast het lichaam.
- Ball tap - laag op de grond voor het lichaam.
- Pocket - naast het lichaam.
- Opstelling:
- 3 groepen
- Onderaan links, onderaan rechts en top
- 1 bal per groep
- Shooting, eigen rebound
- Met de klok mee doorschuiven
- Variaties:
- Doorschuiven naar vleugen en driepunt shot
- Opstelling:
- 2 groepen ter hoogte van de vrije worplijn
- Linkerkant past naar spelers die van de rechterkant komen ingesneden
- X aantal shots na elkaar binnen
- Eigen rebound en doorschuiven naar de andere kant
- Variaties:
- Optie 1: lay-up
- Optie 2: shot voor de ring
- Links en rechts
- Alle spelers 1 bal
- In de driepuntlijn
- Bal wegtikken
- Wie bal kwijt is wordt een verdediger/ tikker
- 3 groepen; vleugel links, vleugel rechts, top
- 1 bal per groep
- Shooting, eigen rebound
- Met de klok mee doorschuiven
- Per 2 tegenover elkaar
- 1 tegen 1 dribbelen tussen de lijnen
- Elke keer wisselen
- 2 groepen ter hoogte van de vrije worplijn.
- Linkerkant past naar spelers die van de rechterkant komen ingesneden.
- Optie 1: lay-up.
- Optie 2: shot voor de ring.
- X aantal shots na elkaar binnen.
- Links en rechts.
- Eigen rebound en doorschuiven.
2 groepen ter hoogte van de vrije worplijn
- Linkerkant passt naar spelers die van de rechterkant komen ingesneden.
- Optie 1: lay-up.
- Optie 2: shot voor de ring.
- Links en rechts.
- Eigen rebound en doorschuiven.
2 groepen ter hoogte van de vrije worplijn
- Linkerkant passt naar spelers die van de rechterkant komen ingesneden.
- Optie 1: lay-up.
- Optie 2: shot voor de ring.
- Links en rechts.
- Eigen rebound en doorschuiven.
Elke speler 1 bal
- Windshield; naast lichaam dribbelen, van voor naar achter.
- V-dribble; voor lichaam.
- L-dribble; voor en naast lichaam.
- In & out; voor lichaam.
- Hard pound; naast lichaam.
- Ball tap; laag op de grond voor lichaam.
- Pocket; naast lichaam.
- 3 groepen: vleugel links, vleugel rechts, top.
- 1 bal per groep.
- Shooting.
- Met de klok mee doorschuiven.
- Per 2 spelers 1 bal.
- 1 speler baseline
- 1 speler ter hoogte van de vrije worplijn met bal.
- Speler baseline loopt naar ander speler en krijgt pass.
- Landen, cross-over step, 3 dribbels, jump stop, pivoteer.
- Pass naar de volgende speler.
- Over de hele lengte van het terrein.
Varianten:
- Catch, spin, reverse pivot - tiel de hiel op bij pivoteren-
- Front stop, half pivot, pivot forward.
- Jump and turn in the air, turn and face.