Basketbaloefeningen voor u12 jeugd
Uitvoering
- 3 aanvallers tegen 2 verdedigers, met elke keer doorschuiven.
- De verdedigers moeten elkaar helpen als er een aanvaller vrijstaat.
- De aanvallers leren een situatie met een man meer benutten en afwerken.
- Verbeteren van snelheid, precisie, goede passes en teamspel.
Uitvoering
- Elke speler heeft een bal.
- Plaats de vijf kegels zoals op de tekening.
- Bij elke kegel maken de spelers een richtingsverandering.
- Tussen de eerste twee kegels blijven ze hun richtingsverandering continu uitvoeren.
- Na de kegels is er de mogelijkheid om een schot of lay-up te nemen.
- Zorg voor duidelijke veranderingen in richting.
- Versnel na elke verandering.
- Toon agressiviteit in de uitvoering.
Uitvoering
- Maak een rij van 5-6 spelers, met twee rijen per basket.
- Elke rij heeft één bal.
- De eerste speler gooit de bal tegen het bord.
- De volgende speler vangt de bal en gooit deze direct weer tegen het bord.
- Herhaal dit proces.
- Plaats een pion verder weg waar de spelers omheen moeten rennen na hun worp.
Uitvoering
- Verdeel de spelers in twee groepen.
- De groep zonder bal probeert de speler uit de andere groep met bal aan te tikken.
- Zodra ze de speler hebben aangetikt, is de bal van hen.
- De speler met bal probeert de bal zo snel mogelijk over te spelen naar een teamgenoot.
- Iemand aantikken met een bal geeft een punt.
- Het team dat als eerste tien punten scoort, wint.
- De kinderen krijgen meer balgevoel.
- De kinderen leren richten met de basketbal.
- De kinderen leren goed dribbelen.
- De kinderen ontwikkelen teamgevoel en leren samenwerken.
- De kinderen bewegen in de gymzaal binnen of op het sportveld buiten.
- Trainingen
- Lessen
- Leuke activiteiten
Uitvoering
- Iedereen staat in een rij achter elkaar.
- De eerste speler gooit de bal tegen het bord.
- De rest van de spelers timen hun sprong om de bal in de lucht te vangen en opnieuw tegen het bord te gooien.
- De twintigste speler gooit de bal in het doel.
- Herhaal dit zowel aan de rechter- als linkerkant.
- Spelers lopen telkens rond een kegel of coach en sluiten weer achteraan in de rij aan.
Passoefeningen
- Werk in tweetallen, tegenover elkaar.
- Kies uit de volgende passes:
- Botsende pass
- Borstpass
- Overheadpass
- Concentreer op nauwkeurigheid en snelheid.
- Oefen elke pass meerdere keren.
Uitvoering
- Zorg ervoor dat alle spelers een bal hebben.
- De speler begint bij het paaltje naast de bucket.
- De speler dribbelt naar de basket.
- De speler stopt op twee voeten voor een jumpshot.
- De speler begint aan het twee-tellen-ritme voor een lay-up:
- Vanaf de rechterkant: eerst rechtervoet, met linkervoet afzetten.
- Vanaf de linkerkant: eerst linkervoet, met rechtervoet afzetten.
- De speler pakt eigen rebound en dribbelt om het paaltje heen.
- De speler zigzagt door de paaltjes.
- De speler sluit daarna weer aan in het rijtje bij de basket.
- Wie als eerste groep 20 scores heeft, wint.
- Bij een grote groep kan deze activiteit aan beide kanten van het veld worden gedaan.
Uitvoering
- De speler aan de baseline schiet, tikt de baseline aan en rent zijn lijn naar het andere doel.
- De speler aan de vrije worplijn neemt de rebound, passt naar de vleugel en rent langs de zijlijn naar het andere doel.
- De speler op de vleugel vraagt de bal, dribbelt door het midden tot aan de middenlijn, passt de bal naar de speler links, die de bal doorgeeft aan de rebounder voor een lay-up.
- Schutter wordt rebounder.
- Rebounder wordt vleugel.
- Vleugel wordt schutter.
Uitvoering
- Iedere speler heeft een bal.
- De groep wordt in twee groepen verdeeld, elk bij een basketbalring.
- De eerste speler van de groep valt de eerste kegel aan en voert een richtingsverandering uit.
- Bij elke kegel herhaalt de speler de richtingsverandering totdat hij bij de ring aan de overkant komt.
- De speler werkt af volgens de aangegeven variatie.
- Cross-over
- Tussen de benen
- Achter de rug
- Aarzeling
- Schijnbeweging
- Lay-up
- Omgekeerde lay-up
- Eurostep
- Jump stop schot
- Floater
- Jump stop kruis stap
Uitvoering
- Verdeel het team in drie groepen van elk vier spelers.
- Eén groep staat op elke basislijn, de derde groep in het midden van de baan.
- Spelers in het midden spreiden zich langs de middellijn uit.
- Op het fluitsignaal rennen de spelers in het midden naar de basislijn en vragen om een bal.
- De speler vangt de bal, schiet op de dichtstbijzijnde basket en haalt zijn eigen rebound op.
- De speler die de bal heeft gepasst, rent naar de andere kant van de baan voor een pas van de andere basislijn.
- De rotatie gaat door.
- Spelers moeten hard werken voor conditieverbetering.
- Geef een doelwit voor het passen en gebruik correcte voetenwerk- en schiettechnieken.
- Zorg voor zuivere en goede passen.
- Varieer het type schot (driepunters, mid-range, lay-ups, enz.).
- Geef spelers een tijdslimiet en een doel voor het aantal te maken scores.
- Pas aan op basis van het niveau van het team of de beschikbare tijd.
Uitvoering
- Begin in de hoek van het veld.
- Slide over de achterlijnen en de middellijn.
- Sprint over de andere lijnen.
- Loop twee keer een achtvormige beweging.
- Neem daarna even rust.
- Herhaal dit drie keer.
Beschrijving
- Drie spelers starten op de achterlijn, waarbij de middelste speler een bal heeft.
- De middelste speler passt de bal naar een van de andere spelers en rent achter de bal aan.
- De ontvanger passt de bal naar de speler aan de andere kant en loopt ook achter de bal aan.
- Dit proces herhaalt zich terwijl ze naar de basket aan de andere kant van het veld bewegen.
- Wanneer een speler dicht genoeg bij de basket is, voert hij een lay-up uit.
- De speler die de lay-up uitvoert, wordt verdediger.
- De overige twee spelers worden aanvallers en proberen elkaar met een lange bal te bereiken.
- De verdediger probeert te voorkomen dat de aanvallers scoren.
- Als de aanvallers niet scoren, moeten ze vijf push-ups doen.
- Het doel van de verdediger is om te voorkomen dat de aanvallers scoren.