Basketbaloefeningen voor u14 jeugd

  • De docent zet 2 pionnen neer.
  • Zie plattegrond voor de precisie locatie, houd de basketbal belijning aan.
  • De docent verdeeld de leerlingen over 2 teams en ieder team gaat achter een pion staan.
  • De teams moeten vanaf de pion de bal in de basket schieten.
  • Als een leerling heeft geschoten haalt hij/zij de bal op, geeft/passt de bal naar de volgende in de rij en sluit weer achteraan aan in de rij.
  • Iedere bal die in de basket gaat is een punt.
  • Het team dat als eerste 5 punten heeft gescoord wint.


shootout-1

  • De docent kiest 2 tikkers uit.
  • Zij moeten binnen hun tikkersvak blijven (binnen de 4 pionnen) en de basketballen van de lopers wegtikken als die willen oversteken.
  • De lopers moeten dus dribbelend naar de overkant zien te komen zonder hun basketbal te verliezen.
  • Als een loper de basketbal niet meer bij zich heeft is hij af en wordt hij automatisch een tikker.
  • Een tip die je aan de lopers kan geven is dat ze de bal afschermen met hun lichaam.
  • Dit betekent met je lichaam tussen de bal en de tegenstander blijven.
  • De leerlingen mogen pas opnieuw oversteken als iedereen is getikt of de overkant heeft gehaald.
  • Uiteindelijk krijg je naarmate het spel vordert steeds meer tikkers en steeds minder lopers.
  • De loper die als laatste overblijft is de winnaar.


haal-de-overkant-1

reactie-plus-1-tegen-1-1

Vereisten:
spelers moeten de layup op volle snelheid beheersen

Doel: 
snel reageren op een verdwaalde bal en daarop volgende 1 tegen 1 kunnen afmaken

Organisatie:

  • de trainer staat midden in de bucket en heeft de bal
  • twee spelers op de elleboog mogen alleen recht voor zich uit kijken
  • trainer passt tussen de spelers
  • zij mogen pas bewegen als ze de bal zien
  • de speler die de bal verovert scoort op de basket aan de overkant
  • de andere speler probeert dat te voorkomen
  • de trainer geeft zijn passes zo hard dat de spelers voluit moeten sprinten om de bal binnen te houden
  • n.b. de verdediger mag geen fouten maken ivm risico op blessures

Teaching points:

  • snelheid van handelen
  • niet af laten leiden door de verdediger

Variaties:

  • spelers zittend of liggend laten beginnen
  • twee spelers naast elkaar op de elleboog zetten, of met de ruggen tegen elkaar. Spelen daarna 2 tegen 2
  • machine gun bij spelers op de elleboog
  • De spelers staan rond de bucket of op de vrijeworp-lijn en proberen in de basket te scoren.
  • Varieer hierbij van positie en afstand.
  • De spelers dribbelen vanaf de middenlijn richting de vrijeworp-lijn en proberen vanaf daar binnen 5 seconden te scoren.
  • 2 spelers gooien de bal naar elkaar, de bal mag hierbij stuiteren.
  • Om het moeilijker te maken kan het stuiteren weggelaten worden.
  • Varieer hierbij ook met de afstand.
  • De spelers staan in een cirkel en gooien de bal naar elkaar over.
  • Ze mogen hierbij de grond niet raken.
  • Probeer dit ook eens met een speler in het midden die de bal probeert te onderscheppen.
  • Als de bal wordt onderschept komt de speler die de bal gooide in het midden te staan.
  • De spelers stuiteren de bal op de plaats.
  • Let hierbij op dat de hand steeds op de bal ligt zodat de bal naar beneden wordt geduwd (dus niet naar beneden slaan). 
  • De spelers zakken door de knieën zodat ze laag bij de grond zijn en de bal sneller stuitert.
  • Vervolgens strekken de spelers de knieën weer. Herhaal dit een aantal keer.
  • De spelers lopen al dribbelend door elkaar heen en wisselen steeds van richting waardoor ze kris kras door elkaar lopen.
  • De spelers moeten proberen elkaar niet te raken.
  • De spelers proberen de bal al dribbelend langs een parcours te leiden.
  • Bijvoorbeeld slalommen om pionnen of over bankjes heen (naar eigen inzicht).
  • Verdeel de spelers in twee groepen.
  • De groep zonder bal probeert de speler uit de andere groep mét bal aan te tikken.
  • Zodra ze de speler hebben aangetikt is de bal van hen.
  • Die speler met bal probeert de bal daarom zo snel mogelijk over te spelen naar een teamgenoot.
  • Iemand aantikken met een bal, geeft een punt. Het team dat als eerste tien punten scoort wint.
  • Het zijn eenvoudige, maar leuke basketbalspelletjes voor kinderen met een aantal voordelen:
    • de kinderen krijgen meer balgevoel
    • de kinderen leren richten met de basketbal
    • de kinderen leren goed dribbelen
    • de kinderen ontwikkelen teamgevoel en leren samenwerken
    • de kinderen bewegen in de gymzaal binnen of op het sportveld buiten


Ideaal voor trainingen, lessen en leuke activiteiten.

  • Zet een aantal manden neer.
  • Grote, kleine, hoge en lage manden.
  • Laat steeds twee spelers zoveel mogelijk punten halen door de basketbal in de manden te gooien.
  • De kleinste mand die het verste weg staat, geeft de meeste punten.
  • De grootste mand die het dichtstbij staat, is minder waard.
  • Wie het eerst 10 punten scoort heeft gewonnen
  • Dit basketbalspelletje kan overigens ook met hoepels op de grond gespeeld worden.
  • Een handige oefening om te leren richten.
  • De kinderen staan in een grote cirkel.
  • Er zijn meerdere basketballen in het spel aanwezig.
  • De kinderen met bal stuiteren de bal zo snel mogelijk naar een klas- of groepsgenoot, terwijl ze zijn of haar naam noemen.
  • Dit is een aanrader voor kinderkampen (lekker buiten!) of sportdagen, waarbij kinderen elkaars namen kunnen leren én de bal leren vangen.
  • Spelers die de bal niet goed stuiteren, de bal niet vangen of een verkeerde naam noemen, stappen uit de cirkel en doen even niet meer mee.
  • Omdat er steeds minder spelers overblijven, stuiteren de overgebleven spelers met steeds meer ballen.
  • Ga door, totdat er één of twee spelers overblijven.
  • Zij hebben gewonnen.
  • Zet een rij pionnen neer en geef ieder kind een eigen basketbal.
  • De kinderen worden uitgedaagd dribbelend om de pionnen te slalommen.
  • Ze mogen de pionnen niet raken en ze mogen hun bal niet verliezen.
  • De kinderen lopen rustig achter elkaar aan. Het tempo wordt geleidelijk opgevoerd.
  • Als de kinderen meer balcontrole krijgen, zet je nog een rij pionnen neer, parallel aan de eerste rij.
  • Laat de kinderen een wedstrijdje doen: wie het eerste foutloos, dribbelend om de pionnen weet te slalommen heeft gewonnen.
  • Laat de winnaars ook tegen elkaar spelen, totdat er één winnaar overblijft.
  • Een goede basketbaloefening voor meer balcontrole.
  • De aanvallers mogen niet van hun plek afkomen.
  • Ze spelen de bal rond en als ze de kans krijgen, proberen ze te scoren.
  • De verdedigers moeten lopen. Ze proberen een doelpunt te voorkomen.
  • Wanneer de verdedigers te statisch zijn en bij een aanvaller blijven staan kun je 3 dingen doen: 
    • of de verdedigers dwingen te lopen door te zeggen dat er minimaal 1 verdediger naar de aanvaller met bal moet lopen.
    • Of tegen de aanvallers zeggen dat ze 2 passen mogen zetten.
    • Of een vak tekenen op de grond waar de aanvallers in mogen bewegen.
    • Na 5 pogingen wisselen de verdedigers met 2 nieuwe verdedigers.



basketbal-aanval-1

Lay-up oefening over de breedte v/d zaal:

Nadat je de lay-up gemaakt hebt, vang je de bal af en speel je ‘m door met een stuitpass naar een speler zonder de bal in de rij waar je uit vandaan komt!!

lay-up-in-rijtje