Basketbaloefeningen voor u14 jeugd

Uitvoering
  • De spelers verzamelen zich aan de rechter- of linkerkant van de middenlijn.
  • De eerste twee spelers hebben een bal.
  • Er staan twee vangers onder de basket.
  • Vanaf de middenlijn dribbelt de speler naar de basket en maakt een lay-up.
  • De vanger vangt de bal en passt deze naar de eerstvolgende in de rij.
  • Herhaal dit totdat er 15 keer is gescoord, dan wissel je van kant.
Opstelling
  • Spelers verzamelen aan de baseline in twee groepen.
  • Eén speler staat onder de ring met de bal.
  • Twee spelers staan aan de overzijde klaar om te verdedigen.
Uitvoering
  • De speler met de bal dribbelt naar de overkant.
  • Spelers links en rechts lopen langs de zijlijn mee in de aanval.
  • De verdediging kiest vrij op wie ze verdedigen, maar blijft actief zonder positie in te nemen in of rond de bucket.
  • De speler die afwerkt of de bal verliest, keert terug samen met de twee verdedigers.
  • Aan de overzijde staan ondertussen al twee nieuwe verdedigers klaar.
drawing Transitie: 3-tegen-2 aanval
Wedstrijdopzet
  • Maak twee teams van vijf spelers.
  • Speel een wedstrijd en pas de oefeningen toe die vandaag zijn gedaan.
  • Breng indien nodig om de 30 seconden wissels in.
Doel
  • Accenten op verschillende fundamentele items zoals passing, ballhandling, transitie of schieten.
  • Conditioneel karakter voor de kern van de training.
  • Complexiteit voor braintraining.
Uitvoering
  • Start met een meervoud van 3 spelers. Indien niet mogelijk, stapt telkens 1 speler uit.
  • Spelers #1, #2, en #3 starten met een halve weave tot aan de middellijn.
  • Na de pass wordt #1 flyer en na de pass van #3 wordt ook hij flyer.
  • #2 ontvangt als laatste de bal en dribbelt naar midcourt voor een lay-up.
  • #3 en #1 ontvangen de bal van #4 en #6 voor een schot van buitenaf.
  • #5 pakt de rebound van #2 en start de oefening opnieuw met #4 en #6.
  • Dit herhaalt zich voor een full court continue drill.
Variaties
  • Ballhandler moet met minimaal 1 richtingsverandering finishen (bijv. spindribble, reverse dribble, crossover).
  • Ballhandler een maximaal aantal dribbles geven voor agressief finishen.
  • Flyers laten afstoppen met een jumpstop of ritme stop, of 1 dribble en pull-up.
  • Flyers een jab step laten maken met een countermove.
  • Starten met een reboundsituatie, variëren met spelers achter elkaar of bij het bord.
  • Ballhandler verdedigen met een close-out en na de score uitboxen.
  • Flyers maken een "split the post" beweging voor timing.
Teaching Points
  • Eis het tempo van de spelers.
  • Organisatie is complex; besteed tijd aan organiseren voor jongere leeftijden.
  • Goede stops maken bij het vangen van de bal.
  • Ballhandler moet hard finishen op de basket.
  • Visualiseer de verdediger bij het dribbelen.
  • Gebruik een speed dribble wanneer de ballhandler de voorste man is.
  • Goede passtechniek: voor de man passen, oogcontact, en strak passen.
  • Finishen: Ga hard naar het bord en laat de bal het bord "zoenen".
  • Schieten: Basis is voetenwerk, goede stop maken, en juiste houding.
Uitvoering
  • Vorm tweetallen en begin aan de baseline aan de rechterzijde van het veld.
  • Ren samen naar de andere baseline terwijl je een chest pass heen en weer gooit.
  • Houd een onderlinge afstand van ongeveer 3 meter aan.
  • Keer terug langs de linkerzijde van het veld, maar gebruik nu een bounce pass.
Uitvoering:
  • Vrij spelen op één of twee baskets, afhankelijk van het aantal spelers.
  • Geen dribbelen toegestaan, alleen passen.
Uitvoering
  • Start met drie spelers op de achterlijn, waarbij de middelste speler een bal heeft.
  • De middelste speler passt de bal naar een van de andere spelers en rent achter de bal aan.
  • De ontvanger passt de bal door naar de speler aan de andere kant en volgt ook de bal.
  • Dit patroon wordt herhaald terwijl de spelers richting de basket aan de andere kant van het veld bewegen.
  • Wanneer een speler dicht genoeg bij de basket is, maakt hij een lay-up.
  • De lay-up schutter wordt verdediger, terwijl de andere twee spelers aanvallers worden.
  • De aanvallers proberen elkaar met een lange bal te bereiken en te scoren.
  • De verdediger probeert te voorkomen dat de aanvallers scoren.
  • Indien de aanvallers niet scoren, moeten ze vijf push-ups doen.
Opstelling
  • Spelers verdeeld over twee rijen ter hoogte van de vrijworplijn.
  • Een van de rijen heeft vier ballen.
Uitvoering
  • De speler met bal dribbelt naar de ring, terwijl de andere speler naar de baseline beweegt.
  • De speler met de bal stopt met een jump stop en passt naar de speler aan de baseline.
  • De speler aan de baseline neemt een schot.
  • Spelers halen hun eigen rebound op en sluiten aan bij de rij waarvan ze de pas kregen.
Voortgang
  • Spelers met bal dribbelen naar de baseline.
  • De andere rij start op de baseline en beweegt naar de vleugel.
  • Zorg voor een jump stop om loopfouten en aanvallende fouten te vermijden.
drawing Drive en pas drill
Opstelling
  • Verdeel de spelers in twee rijen: één onder de ring en één bij de middencirkel.
  • De spelers onder de ring hebben de ballen.
Uitvoering
  • De speler bij de middencirkel loopt rond de kegel naar links of rechts.
  • De speler ontvangt een pass van onder de basket en neemt een schot.
  • De volgende speler herhaalt dit, maar kiest de andere kant van de ring.
  • De schutters pakken hun eigen rebound en sluiten weer onderaan aan.
  • De passers lopen naar de middellijn om daar aan te sluiten.
Extra toevoeging
  • Voeg een schijnbeweging en dribbel toe voor extra uitdaging.
drawing Pass-shoot (links/rechts)
Uitvoering
  • Plaats twee spelers met een bal bij de middenlijn.
  • Er staan ook twee rijen spelers bij de basket.
  • Een van de spelers bij de middenlijn legt de bal op de grond.
  • De twee spelers bij de basket sprinten naar de bal en strijden om deze te bemachtigen.
  • De speler die de bal pakt, wordt de aanvaller, terwijl de andere speler de verdediger is.
  • De speler die de bal op de grond legde, mag zich bij de aanvallers voegen zodra de bal is gepakt.
  • Speel verder in een 2-tegen-1 situatie richting de basket waar de rijen staan.
drawing 2-tegen-1 spelsituatie bij de basket
Uitvoering
  • Zet twee rijen spelers op onder de basket.
  • De trainer staat op de vrijeworplijn met een bal.
  • De trainer past de bal naar een van de twee spelers onder de basket of gooit de bal op het veld.
  • Beide spelers rennen tegelijkertijd naar de bal.
  • De speler die de bal bemachtigt, wordt de aanvaller.
  • De andere speler wordt de verdediger.
drawing 1 tegen 1: aanvaller versus verdediger
Uitvoering
  • Begin met een rij spelers onder de basket.
  • De eerste speler in de rij maakt een close-out naar de paal.
  • Vervolgens doet de speler een slide naar het eerste hoedje.
  • Herhaal de slide van hoedje naar hoedje tot het laatste hoedje bereikt is.
  • Na het laatste hoedje sprint de speler naar een kant van de basket.
  • Maak een lay-up met de bal die gegeven wordt door de volgende speler in de rij.
Variatie
  • In plaats van een lay-up kan er gekozen worden voor een jumpshot.
drawing Close out en slide drill met lay-up