Basketbaloefeningen voor u16 jeugd
Staand Dribbelen
- Sta rechtop en begin met dribbelen op één plek. Wissel tussen je dominante en niet-dominante hand, terwijl je zorgt dat je niet naar de bal kijkt. Probeer vervolgens dribbelvariaties:
- Pocket Pounds: Dribbel de bal zo hard mogelijk zonder dat hij hoger komt dan je broekzak. Doe dit 50 keer per hand om balcontrole en kracht te trainen.
- Tussen de Benen Dribbelen: Zet één voet voor de andere en dribbel de bal in een V-vorm tussen je benen door. Verplaats de bal van je ene hand naar de andere om de techniek te verfijnen.
Lopend en Rennend Dribbelen
- Als het staand dribbelen goed gaat, begin dan met lopen en vervolgens rennen terwijl je blijft dribbelen. Onthoud dat je de bal met één hand laat stuiteren en niet naar beneden kijkt. Varieer in snelheid om je balcontrole te verbeteren.
Dribbelen Rond Pionnetjes
- Plaats pionnetjes op een lijn of in een willekeurig patroon en dribbel hier omheen. Wissel tussen sliden en sprinten om het gevoel van zijkant naar zijkant bewegen te trainen. Gebruik zowel je dominante als niet-dominante hand om te dribbelen.
Dribbelen met een Ladder
- Leg een touwladder op de vloer of teken er één met krijt. Dribbel met één stuiter per vlak en beweeg heen en weer door de ladder. Varieer door laterale bewegingen te maken en de bal van links naar rechts te laten bewegen.
De Controle Herpakken
- Stuiter de bal willekeurig tegen een muur en probeer de controle terug te krijgen zodra de bal terugkomt. Doe dit op verschillende hoogtes en snelheden om je reactievermogen te verbeteren. Een andere optie is om een vriend om wilde passen te vragen, zodat je leert de bal snel onder controle te krijgen.
Niet-Dominante Dribbels
- Oefen specifiek met je niet-dominante hand door zowel stilstaand, lopend als rennend te dribbelen. Combineer dit met tussen de benen dribbelen om je balgevoel met beide handen te verbeteren.
Tennisbal Oefening
- Maak tweetallen waarbij beide spelers een basketbal hebben en dribbelen met de rechterhand. Eén van de spelers heeft daarnaast een tennisbal in de linkerhand.
- Stap 1: Speler A passt de tennisbal naar speler B, zonder de basketbal te verliezen. Speler B passt de tennisbal weer terug naar speler A.
- Stap 2: Voeg beweging toe door tijdens het passen te lopen of te rennen.
- Stap 3: Daag jezelf uit door tijdens het passen van de tennisbal ook van dribbelhand te wisselen.
Doel: De basketbal onder controle houden zonder naar beneden te kijken, terwijl je de tennisbal passeert.
- Pass, & Close out, balontvangen neemt het shot & eigen rebound
- Slide naar einde van de kegels
- Loop rond de kegels en krijg de bal voor een shot
- Naar 20 gescoorde shots. Daarna aan de andere kant.
Variant 1
- Pass van 4-spot naar 2-spot.
- Na de pass interchange met de 5-spot.
- Speler van de 5-spot gaat opposten (boven de blok).
- Pass van de 2-spot naar de 5-speler op de post, die gaat afwerken naar doel.
Variant 2
- Idem, maar nu houdt de 5-speler de bal bij en gaat de 2-speler snijden naar doel.
- Die krijgt de pass en gaat afwerken.
- Eerst langs boven.
- De volgende keer langs de baseline.
Fase 1:
- 1 on 1 situatie.
- Gebruik de breedte van de bucket en de zijkant van de bucket, gebruik 2 baskets bij een grotere groep.
- De speler met de bal op de baseline probeert de middellijn te halen zonder turnover.
- De speler met de bal mag niet met de rug naar de verdediger gaan staan, altijd vooruit dribbelen met heel veel richting en snelheid wisselingen.
- De verdediger probeert een turnover te forceren.
- Haalt de aanvaller de middellijn wordt het direct een 1 on 1 naar de basket,
- Forceert de verdediger een turnover en hij heeft de bal is het ook direct een 1 on 1 naar de basket.
Fase 2:
- Nu gebruik je het hele veld en staan er na de middellijn 2 extra aanvallers en 2 verdedigers die ook goed staan te verdedigen.
- De speler aan de bal mag pas passen als hij bij de 3 punt lijn komt.
- Dan is het 3 on 3 op de andere basket.
- Forceert de verdediger een turnover, gaat hij naar de top van de 3 puntlijn en hebben zijn teamgenoten 2 seconden om aan te sluiten met een strakke defense.
- Dan is het 3 on 3.
- Na een score is het wisselen van aanval en verdediging.
- Let op de 8 seconden regel!
- 2 Teams
- 1 schutter
- 1 passer
- Minimaal 1 rebounder
- 2 punter is 1 punt
- 3 punter is 2 punten
- Speler begint bij 1 van de lage pionnen,
- maakt een layup,
- loopt door naar de volgende pion
- maakt ook daar een layup.
- Loopt weer door naar het volgende pionnetje aan de andere kant van de bucket en neemt een shot, etc etc.
Bij een score van 15 mag de speler stoppen en kan de ander beginnen.
Of zet de klok op 7 minuten en het team met de hoogste score wint.
Of zet de klok op 7 minuten en het team met de hoogste score wint.
De passer staat op de vrijworpenlijn en de rebounders passen de bal naar de passer en die past weer naar de schutter.
Full-Court 5v5 met Shot Clock (14 sec en 24 sec)
Regels:
- Wanneer verdediging MTM is gebruikt de aanval motion offense.
- Wanneer verdediging zone is gebruikt de aanval drive-kick-swing.
- Coach verteld teams welke defense te doen (MTM of 1-3-1).
Fast-Break Focus:
- Als de verdediging een steal/deflectie krijgt, moeten ze op volle snelheid gaan.
Coaching Focus:
- Tempo: Spelers moeten snel aanvallen, maar slimme keuzes maken.
- Uitvoering: Spelers die rondhangen, rennen suicides na de scrimmage.
- Bij elk fluitsignaal wisselt offense en defense
- Iedereen pakt een andere man up.
- De bal blijft liggen waar hij lag.
Startopstelling: 1 speler met bal aan 1 zijde van het veld. Alle overige spelers staan verdeeld over beide achterlijnen.
Verloop:
- De aanvaller gaat al dribbelend naar de basket aan de overzijde van het veld.
- Zodra de aanvaller de middellijn is gepasseerd, gaat de eerste in de rij zich als verdediger opstellen.
- De aanvaller probeert de verdediger te passeren en te scoren.
- Er volgt maar 1 schotpoging, die snel wordt gerebound door de verdediger. Of de verdediger onderschept en er volgt geen schotpoging. De verdediger wordt vervolgens aanvaller en dribbelt naar de basket aan de andere kant van het veld.
- Vanaf hier herhaalt zich de oefening (verdediger erbij, 1 schotpoging, rebound door verdediger en weer aanvallen)
Variatie:
- Aanvaller moet in de aanval een move uitvoeren die door de coach wordt aangegeven
- Aanvaller moet proberen te scoren met een door de coach aangegeven schotpoging (lay up, 3 P etc.)
- Aanvaller neemt het op tegen 2 verdedigers.
- Spelers boven in het midden aan de driepuntlijn passen de bal naar de rechter vleugel en doen een give and go.
- De passer word point guard en de point guard word passer.
- De passer pakt de rebound.
- Pass naar 4 speler
- Onmiddellijk pass doorsteken naar 1 speler
- Aangezien die de bal niet kon krijgen, ligt de ruimte helemaal open voor deze speler
- Volle snelheid lay-up gaan maken andere kant
- Je step slide over de baselines en de middellijn.
- Over de andere lijnen loop je.
- Je maakt twee maal een acht en dan wacht je even.
- Zo doen we dat 3 keer
- Je begint in de hoek
- Een iemand schiet vrije worpen.
- Twee andere spelers staan achter diegene die de vrijworp gooit. (Conform de spelregels)
- Eens de bal weg gaan de drie spelers voor de rebound.
- Heeft diegene die de vrijworp gooide de bal, dan mag hij een nieuwe vrijworp nemen.
- Heeft hij de rebound niet, worden de drie spelers vervangen door de volgende drie.