Basketbaloefeningen voor de techniek vangen
Uitvoering
- Drie spelers voeren een "weave" uit.
- Speler 1 rondt de aanval af met een score.
- Speler 2 en 3 ontvangen een pass aan de zijkant van het veld en nemen een schot.
- Na hun schot pakken ze hun eigen rebound.
- Het doel is om binnen 1 minuut en 30 seconden samen 100 punten te scoren.
Uitvoering
- Begin met de klassieke weave naar de andere kant van het veld.
- Keer terug en voer de weave uit tot aan de middellijn.
- De volgende drie spelers staan klaar om de weave te starten en vangen de huidige drie spelers op bij de middellijn.
- Er ontstaat een 3-tegen-3 situatie waarin altijd gescoord moet worden.
- Na een score starten de nieuwste drie spelers de weave en vangen de volgende drie hen op bij de middellijn voor een nieuwe 3-tegen-3 situatie.
Uitvoering
- 3 aanvallers tegen 2 verdedigers, met elke keer doorschuiven.
- De verdedigers moeten elkaar helpen als er een aanvaller vrijstaat.
- De aanvallers leren een situatie met een man meer benutten en afwerken.
- Verbeteren van snelheid, precisie, goede passes en teamspel.
Uitvoering
- Iedereen staat in een rij achter elkaar.
- De eerste speler gooit de bal tegen het bord.
- De rest van de spelers timen hun sprong om de bal in de lucht te vangen en opnieuw tegen het bord te gooien.
- De twintigste speler gooit de bal in het doel.
- Herhaal dit zowel aan de rechter- als linkerkant.
- Spelers lopen telkens rond een kegel of coach en sluiten weer achteraan in de rij aan.
Beschrijving
- Drie spelers starten op de achterlijn, waarbij de middelste speler een bal heeft.
- De middelste speler passt de bal naar een van de andere spelers en rent achter de bal aan.
- De ontvanger passt de bal naar de speler aan de andere kant en loopt ook achter de bal aan.
- Dit proces herhaalt zich terwijl ze naar de basket aan de andere kant van het veld bewegen.
- Wanneer een speler dicht genoeg bij de basket is, voert hij een lay-up uit.
- De speler die de lay-up uitvoert, wordt verdediger.
- De overige twee spelers worden aanvallers en proberen elkaar met een lange bal te bereiken.
- De verdediger probeert te voorkomen dat de aanvallers scoren.
- Als de aanvallers niet scoren, moeten ze vijf push-ups doen.
- Het doel van de verdediger is om te voorkomen dat de aanvallers scoren.
Uitvoering
- Rebounder (1) passt naar de outlet-speler (2) en rent achter de outlet-speler langs via de zijlijn naar de andere kant om daar de bal retour te krijgen voor een lay-up.
- De outlet-speler (2) passt naar de speler in de middencirkel (3), die vervolgens dribbelt tot ongeveer de driepuntslijn en een stuiterpass geeft aan (1) voor een lay-up.
- Speler (3) pakt de rebound en wordt aan de andere kant van het veld speler (1).
- Bij 10 personen of meer is er ook een speler (4) in de verre hoek. In dat geval passt speler (3) naar speler (4), die dan een stuiterpass geeft aan speler (1) en vervolgens de rebound pakt en speler (1) wordt.
Doel
- Probeer met je groep zo snel mogelijk 5 keer te scoren.
- Deel de spelers in 2, 3 of 4 groepjes zodat ze met maximaal 6 in een groepje zitten.
- Geef elke speler in elk groepje een nummer van 1 tot en met 6.
- Elk groepje bevindt zich in een hoek van het terrein.
- In het midden liggen 2, 3 of 4 basketballen in hoepels.
- Wanneer de trainer een nummer zegt, sprinten de spelers met dat nummer zo snel mogelijk naar het midden, nemen een basketbal en dribbelen naar het doel.
- Ze krijgen slechts 1 poging om te scoren.
- Na hun doelpoging leggen ze de ballen terug in het midden en nemen terug plaats bij hun groep.
- De eerste groep met 5 scores wint het spel.
- Maak het scoren gemakkelijker door een hoepel aan de ring te hangen waar de spelers ook in kunnen scoren. Een score door de ring is dan dubbele punten waard.
Uitvoering
- De spelers verzamelen zich aan de rechter- of linkerkant van de middenlijn.
- De eerste twee spelers hebben een bal.
- Er staan twee vangers onder de basket.
- Vanaf de middenlijn dribbelt de speler naar de basket en maakt een lay-up.
- De vanger vangt de bal en passt deze naar de eerstvolgende in de rij.
- Herhaal dit totdat er 15 keer is gescoord, dan wissel je van kant.
Wedstrijdopzet
- Maak twee teams van vijf spelers.
- Speel een wedstrijd en pas de oefeningen toe die vandaag zijn gedaan.
- Breng indien nodig om de 30 seconden wissels in.
Uitvoering:
- Vrij spelen op één of twee baskets, afhankelijk van het aantal spelers.
- Geen dribbelen toegestaan, alleen passen.
Uitvoering
- Start met drie spelers op de achterlijn, waarbij de middelste speler een bal heeft.
- De middelste speler passt de bal naar een van de andere spelers en rent achter de bal aan.
- De ontvanger passt de bal door naar de speler aan de andere kant en volgt ook de bal.
- Dit patroon wordt herhaald terwijl de spelers richting de basket aan de andere kant van het veld bewegen.
- Wanneer een speler dicht genoeg bij de basket is, maakt hij een lay-up.
- De lay-up schutter wordt verdediger, terwijl de andere twee spelers aanvallers worden.
- De aanvallers proberen elkaar met een lange bal te bereiken en te scoren.
- De verdediger probeert te voorkomen dat de aanvallers scoren.
- Indien de aanvallers niet scoren, moeten ze vijf push-ups doen.
Uitvoering
- Gooi de bal tegen het bord.
- Maak een rebound.
- Werk de bal af of ga naar de andere kant om te scoren.