Handbaloefeningen
- 5 spelers staan op de 6 meter en houden elkaars handen vast.
- 1 aanvaller probeert er al dribbelend langs te komen, en af te ronden.
- Simpele oefening om 't meebewegen te oefenen
- 2 stations - steeds aanvaller wisselen.
2 spelers 1 op 6, ander op circa 11 meter
- Aanvaller loopt op verdediger af, maakt werpbeweging, maar wordt afgeweerd.
- Aanvaller loopt achteruit, en probeert er dribbelend voorbij te komen en af te ronden.
- Verdediger probeert de bal te onderscheppen.
Kan op zeker 8 stations.
Opstellen 2 maal hoedjes in een tot ruit gedraaid vierkant, circa 4 meter breed.
Spelers staan in 2 groepen in een rij achter een lijn.
Spelers staan in 2 groepen in een rij achter een lijn.
- Ze gaan rennen naar het gedraaide vierkant.
- Tikken eerst het achterste hoedje aan.
- Lopen achteruit !
- Tikken het voorste hoedje aan.
- Daarna rechts en links en terug.
Zo gauw de speler de lijn is gepasseerd, mag de volgende.
- 3 spelers spelen over met 2 ballen. Circa 5 meter tussen de spelers, 10 meter totaal.
- De buitenste spelers hebben een bal.
- 1 gooit naar de middenspeler, die vangt en gooit terug.
- Daarna draait de middenspeler om en vangt een bal van de andere speler.
- Zo blijven gooien en draaien.
Let op: de midden speler moet in en uitlopen.
Maak tweetallen met een bal.
- Degene zonder bal staat schuin achter diegene met bal.
- De speler met bal tipt zo snel mogelijk naar de 9 meterlijn. De speler zonder bal probeert de bal weg te tikken.
Zonder lichamelijk contact te maken.
Spelers moeten elkaar af gooien, maar mogen niet lopen met de bal.
- Ben je af, dan loop je als een zombie naar de bank en gaat er op staan.
- Wordt er een bal gevangen, en roept iemand 'zombie bal'! dan is iedereen weer vrij.
- Je mag ook vanaf de bank degene die jou raakte proberen af te gooien. Ook dan mag je weer het veld in.
Kan ook met 2 teams.
Circuit:
- Zig-zag partoon met platte markers: voor en achteruit lopen, let op lichte pas, vooral voorvoet.
- Dribbel daarna naar:
- Doeltje aan zijkant naast middellijn, zet er een bank voor. Maak sprongschot.
- Links van het doel 5 pionnen: dribbelslalom
- Maak koprol op de mat.
- Vervolgens naar rechts, staat een pion op 6 meter, zeer schuin voor het doel. Maak sprongschot op 2 pionnen die in het doel staan.
Op 3 posities, binnen de 9 meter, markeercirkels neerleggen.
- 2 voor de null-pass, daarna rechts-links-rechts of links-rechts-links.
- Niet springen.
- Op 1 been staand eindigen en naar voren vallen mag.
- Opstellen volledig team aan ene kant, team zonder keeper aan andere kant.
- De spelers gaan aanvallend verdedigen en blijven letten op spelers achter.
- Onderschepping is een punt en doelpunt is een punt.
- Beide kanten starten met een medicijnbal in gestrekte armen uit te stappen op de pionnen.
- Als je terug in de hoek bent ren je naar de bank, daar pakt je een bal en sprint met twee benen tegelijk op de bank.
- Bij het afspringen van de bank staat de bank tussen je benen.
- Je heb je arm in schothouding.
- Als je de hele bank hebt gehad neem je drie passen en schiet je op doel.
- Snel de bal weer halen en dan in de hoepels springen met twee benen in elke hoepel.
- Dan schiet je weer op doel en haal je de bal.
- Twee rijtjes tegenover elkaar langs de zijlijn.
- Aan weerszijden starten twee speelsters 1 met bal, 1 zonder bal
- Op 3 meter afstand word de bal naar de trainer gespeeld (middenlijn)
- Spelers lopen om de pion heen.
- Krijgen bal aangespeeld, spelen over en rond af op doel
- Open zwaaien (armen van links naar rechts, been beweegt mee), steeds iets verder zwaaien
- Armen zwaaien en dribbelen (voor en achter en tegenovergesteld)
- Monsterwalks - laag zitten 10 passen voor, 10 passen naar achter
- Crabwalks (idem maar zijwaarts) let op knieën
- Duckwalks (nog lager) 5 passen
- Dribbelen en naar number 4 (1 been op knie en afwisselen)
- Hhigh knees, 10 passen
- Lunge (1 been naar achteren) en bovenlichaam roteren - wisselen
- Lunge - heup naar voren, armen gestrekt omhoog - daarna schuin naar voren hangen - daarna hammy rocken (hamstrings, tenen omhoog)
- Ruitenwisser - zittend, benen gespreid, steeds 1 knie naar binnen, 1 knie naar buiten bewegen
- Daarna aan 1 kant doordraaien en vasthouden
- 1 been achter, 1 been voor, eerst gehoeekt, buigen naar knie
- daarna gestrekt en weer buigen en voet vastpakken
- daarna in deze houding arm in en uit draaien
- Planking, voorwaarts en zijwaarts met uitdraaien
- 123 in T vorm (voor links rechts achter / voor rechts links achter)
- Squat jumps (kort)
- Sprongen - 123 hoog (met 2 benen en met 1 been- ook landen op 1)
- Pogo- squat of squat links/rechts (snap-down)
- Push-up 4 keer side
- Vierkantje - voor - achter zijwaarts - voor-achter- zijwaarts, etc.