Handbaloefeningen voor c jeugd

  • Mo speelt Lo.
  • Zet sper Rh.
  • Lo dreigt naar doel.
  • Speelt Ro aan.
  • Ro moet binden.
  • Speelt omkomende hoek tussen 1 en 2 aan.
drawing Wissel
  • Duo's op de 6 meter tegenover elkaar.
  • Bal in het midden.
  • Na 'go' rennen wie het eerste de bal heeft.
  • Passeert en afrondt.
  • Kan ook met variaties zoals bijvoorbeeld Sidestep.
  • 1 aanvaller gooit op doel
  • 2e aanvaller gaat er al uit
  • Keeper pakt zo snel mogelijk de bal
  • Verdediger het dichtst bij de wisselruimte stapt uit
  • Aanvaller stapt in
  • Keeper speelt over naar aanvaller op lijn / of instappende aanvaller op midden
  • Aan de overkant komen zo snel mogelijk verdedigers in
  • Spel heen en weer laten gaan
Hoe verdedig je dit?

  • Loper! Kan onderscheppen - kan naar bal, niet alleen ontvanger
  • Loper start in tijdens afronding
  • 1 speler op bak positie.
  • Rest in de hoeken.
  • 1 bal in elke hoek en reserve.
  • Links loopt op de 6 meterlijn.
  • Rechts loopt op de 9 meterlijn.
  • Pas naar dichtstbijzijnde bak.
  • Doorloper krijgt bal terug van volgende bak.
  • Doorpassen naar hoek
drawing Bal vangen in loop
  • Zet met pionnen 2 vierkanten uit tegen over elkaar. Tussen beide vierkanten zit een denkbeeldige spiegel.
  • Binnen ieder vierkant staat een persoon. Er staan dus 2 personen tegenover elkaar.
  • Zorg dat er voldoende vierkanten zijn voor het aantal personen in de groep.
  • Schuifoefening waarbij steeds 1 persoon leidt en de ander volgt. 
    • Alleen rechte lijnen en steeds terug naar het midden. Telkens 30 sec. 
      • Spelers mogen alleen links-rechts bewegen -kort versus lange stukken-.
      • Naast links-rechts kan nu ook naar voor en achter bewogen worden.
      • Idem b, maar armen mogen tevens gebruikt worden. Bijvoorbeeld 1 of 2 omhoog, half hoog, etc.
    • Idem voorgaande oefening, maar geen verplichting om terug naar het midden te gaan. Nog steeds rechte lijnen: diagonaal of vooruit/ achteruit/ zijkant.
    • Idem 2, maar de pion waar naar toe wordt geschoven, moet aangetikt worden. Goed door de knieën zakken, niet bukken.
    • Idem 2, maar er moet een rondje worden gedraaid naar de pion waar naar toe wordt geschoven. Er zijn vele varianten mogelijk.
  • Plaats een aantal banken in de zaal. Dit afhankelijk van het aantal spelers dat aanwezig is!
  • 4 Spelers per bank
  • Aan beide kanten gaan twee spelers staan
  • De spelers doen een oefening en springen na de oefening op de bank.
  • Dus oefening - spring op de bank - oefening - spring op de bank enz. 
Setjes van 10 herhalingen:
  • squats 
  • lunges 
  • burpees 
  • Korte pauze
  • Herhaling
Hoeveelheid herhalingen afhankelijk van niveau spelers.
Start met 3 setjes.
Is een set te zwaar doe het dan per oefening met meer herhalingen (20x)

  • Alle spelers staan achter elkaar in het midden van het speelveld.
  • Elke speler heeft aan beide kanten een pion of hoedjes staan.
  • Op aangeven van de trainer gaan de spelers op hun plek in hoog tempo.
  • Bij een fluitsignaal en aanwijzing van de trainer, sprinten de spelers naar een pion en weer terug naar hun startplek.
  • Herhaal dit een aantal keren, diverse kanten op laten sprinten.
  • Rust.
  • En herhaal de oefening nog een keer of keren afhankelijk van het niveau van de spelers.
  • Optie: Met bal.
drawing Snelheid en reactie
  • Smalle ruimte 3 of 4 meter markeren tussen 6 en 12 meter
  • 2 verdedigers met hesjes staan op de 9 meter
  • 2 aanvallers met bal komen inlopen passeren en gaan weer terug, en dan begint de aanval.
  • Let op dat verdedigers contact maken, rechterschouder en links eerst hand boven bal.
  • Aanvallers moeten steeds weer loskomen en afstand nemen.
  • Passeerbewegingen proberen.
  • Kan bij de cirkel in 2, 4 en zelfs 6 stations.
  • 1 spelverdeler
  • 2 aanvallers
  • 2 verdedigers
  • 2 verdedigers staan op de lijn
  • aanval staat in kleine V-vorm 
  1. aanvallers lopen in, spelverdeler gooit vlieger aan.
  2. verdedigers springen mee.
Andere kant:
  • aangooier + vlieger
  • Werk in twee- of drietallen
  • Zet 2 pionnen op ongeveer 2 meter afstand van elkaar
  • Speler A gaat tussen de pionnen staan
  • Speler B heeft een stapel hoedjes in zijn handen
  • Speler B gooit de hoedjes richting speler A tussen de pionnen
  • Speler A probeert de hoedjes te ontwijken en niet geraakt te worden
Variatie:
  • Elk geraakt hoedje is 1 opdracht
  • Bijvoorbeeld: 5 hoedjes geraakt? Dan doet speler A 5 squats/ push ups/ sit ups
Variatie voor voetenwerk:
  • Gooi de hoedjes alleen maar richting de voeten
  • Tweetallen maken met 1 bal.
  • Tweetallen staan tegenover elkaar en plaatsen de bal in hoog tempo naar elkaar.
  • Actief op plek dribbelen en plaatsen.
  • Op fluitsignaal sprinten ze naar de pion en weer terug naar plek en gaan weer de bal plaatsen.
  • Bal blijft het midden bij het sprinten
Variatie:
  • Bal met stuit
  • Drukbel
  • Boogbal
drawing Reactie en snelheid
  • 1 speler begint op de achterlijn naast het doel
  • Andere spelers staan verdeeld aan de zijlijn. Links en rechts van het doel, eerste staat ter hoogte van de 7 meter.
  • Op fluitsignaal sprint de speler naar de middellijn en naar de 9 meter.
  • Ontvangt de bal en schiet op doel. Loopschoenen, springschoenen of met een heupworp.
  • Achterwaarts naar de pion en weer naar de 9 meter.
  • Net zolang tot de ballen op zijn!
  • Ballen verzamelen, volgende speler
drawing Hoeveel ballen schiet jij in het doel?