Handbaloefeningen voor de techniek kracht
- Iedereen maakt tweetallen en gaat op de zijlijn staan.
- Nummer 1 van het tweetal rent naar de zijlijn en weer terug.
- Nummer 2 van het tweetal doet een kracht oefening.
- Als nummer 1 nummer 2 aantikt wisselen ze.
- Dan gaat nummer 1 een kracht oefening doen en nummer 2 rennen.
- Alle oefeningen 3 x
- Loop oefening Kracht oefening
- Looppas Jumping Jacks *
- Looppas met armen zwaaien Zijwaartse Lunge *
- Schuiven Squats *
- Looppas Dynamische borst *
- * Jumping jacks:
- Start met je voeten bij elkaar en je armen langs je lichaam.
- Spring dan omhoog met je voeten gespreid en je armen boven je hoofd.
- Ga vervolgens terug naar de beginpositie, herhaal.
- * Zijwaartse Lunge:
- Sta rechtop met je voeten bij elkaar.
- Stap met je rechterbeen opzij en laat jezelf zakken maar houd je linkerbeen gestrekt.
- Keer terug naar de beginpositie en doe hetzelfde met je andere been.
- * Squats:
- Begin met je handen op je heupen en je voeten zo ver mogelijk uit elkaar.
- Breng je billen omlaag totdat je dijbenen parallel staan met de vloer.
- Je knieën moeten dezelfde richting op wijzen als je tenen.
- * Dynamische borst:
- Ga staan met je voeten op schouderbreedte uit elkaar.
- Strek je armen naar voren uit op schouderhoogte met je palmen naar elkaar toe gericht.
- Strek je armen zo ver mogelijk uit, en breng ze daarna weer naar binnen.
- Herhaal de oefening
- Per 2 één matje of iedereen ene matje als niet teveel spelers zijn
- Je werkt in tweetallen of alleen
- De één is vooral bezig met conditie, de ander met kracht.
- Je doet het 15 min.
- Diegene die kracht doet is leidend, de anders werkt aan de conditie totdat diegene die kracht doet klaar is ga je door met je conditie oefening.
- 20-18-16-14 etc.
- persoon kracht heeft het matje:
- squaten met gewicht
- buikspieren,
- opdrukken.
- planken
- buikspieren zijkant / op de zij steunend op voet en onderarm / eerst een kant dan andere kan
- conditie
- tussen 2 pionnen sprinten dan rustige uitlopen / dat paar keer herhalen
- Met de billen op de grond zitten en schieten op doel.
- Geknield op beide knieën en schieten op doel.
- Geknield op 1 knie en schieten op doel.
- Zorgt voor optimaal gebruik van het bovenlijf.
- Iedereen maakt tweetallen en gaat op de achterlijn staan.
- Nummer 1 van het tweetal rent op ongeveer 70/75% naar de achter lijn en weer terug.
- Nummer 2 van het tweetal doet een kracht oefening.
- Als nummer 1 nummer 2 aantikt wisselen ze.
- Dan gaat nummer 1 een kracht oefening doen en nummer 2 rennen.
- Kracht oefening:
- Squats
- Jumping jacks
- Planken
- Wall sit ( in de zaal)
- Armen circkelen
- Lunges
- Dribbelen op de plaats
- Sit ups
- koppeltjes van 2 met 1 bal
- speler met bal probeert met voet de mat aan te raken,
- andere speler probeert dit met het lichaam te voorkomen.
- verdediger heeft handen op de rug.
- Elk koppel 2 keer 1 minuut, dan door wisselen.
In deze oefening staat het versnellen in de loop centraal, terwijl je goed om je heen kijkt.
- Het team verdeeld zich over 2-tallen die ongeveer even snel zijn.
- De 2-tallen verdelen zich over de buitenlijnen van de zaal.
- Bij de start lopen de 2-tallen achter elkaar, voorste is de loper en achterste is de tikker.
- Bij het fluitsignaal sprinten de 2-tallen naar de tegenovergestelde lijn/hoek en probeert de tikker de loper af te tikken.
- Ben je getikt? 5x opdrukken. Ben je ontkomen? 5x opdrukken voor de ander.
- Iedereen maakt 2 tallen en gaat op de achterlijn staan.
- 1 van het tweetal rent naar de achterlijn en weer terug.
- De ander doet een kracht oefening.
- Oefeningen:
- Squatten
- Armen draaien
- Grond aantikken springen
- Lunges
- Jumping jacks
- Open zwaaien (armen van links naar rechts, been beweegt mee), steeds iets verder zwaaien
- Armen zwaaien en dribbelen (voor en achter en tegenovergesteld)
- Monsterwalks - laag zitten 10 passen voor, 10 passen naar achter
- Crabwalks (idem maar zijwaarts) let op knieën
- Duckwalks (nog lager) 5 passen
- Dribbelen en naar number 4 (1 been op knie en afwisselen)
- Hhigh knees, 10 passen
- Lunge (1 been naar achteren) en bovenlichaam roteren - wisselen
- Lunge - heup naar voren, armen gestrekt omhoog - daarna schuin naar voren hangen - daarna hammy rocken (hamstrings, tenen omhoog)
- Ruitenwisser - zittend, benen gespreid, steeds 1 knie naar binnen, 1 knie naar buiten bewegen
- Daarna aan 1 kant doordraaien en vasthouden
- 1 been achter, 1 been voor, eerst gehoeekt, buigen naar knie
- daarna gestrekt en weer buigen en voet vastpakken
- daarna in deze houding arm in en uit draaien
- Planking, voorwaarts en zijwaarts met uitdraaien
- 123 in T vorm (voor links rechts achter / voor rechts links achter)
- Squat jumps (kort)
- Sprongen - 123 hoog (met 2 benen en met 1 been- ook landen op 1)
- Pogo- squat of squat links/rechts (snap-down)
- Push-up 4 keer side
- Vierkantje - voor - achter zijwaarts - voor-achter- zijwaarts, etc.
- Keeper in doel
- Rest van de spelers hebben een bal
- Speler staat op de opbouw posities
- Pakt de bal op en werpt op doel
- Na doelpoging sprint men om de pion naar de zijlijn
- Sprint naar de middenlijn dan pas bal halen en sluit andere zijden weer aan.
- Midden- li/re hoog-li/re midden- li/re laag- diagonaal-stuit- vrij
- 2 spelers tegen over elkaar
- met de bal in de hand
- en proberen met de bal elkaar te tikken.
Alle speelsters worden onderverdeeld in groepen van 3
- Alle groepen nemen plaats langs de zijlijn
- Speelster A sprint 2x heen en weer naar de overkant terwijl speelsters B en C een kracht oefening doen op hun plaats
- Wanneer speelster A terug komt tikt zij speelster B aan die vervolgens gaat sprinten. Speelsters A en C gaan verder met de kracht oefening
- Hetzelfde gebeurd bij speelster C
- Elke speelster loopt dus 1x en doet 2x de krachtoefening
Voorbeelden voor krachtoefeningen:
- Push-ups
- Burpees
- Jumping-jacks
- Sit-ups
- Vanaf de de linker en rechter opbouw posities worden 2 ladders schuin neergelegd.
- De groep verdeel je over de ladders, keeper staat op doel.
- De groep op de linker opbouw begint met ladderen.
- Na de laatste ladder maken ze een nul pas en ronden ze af op doel met een sprongschot.
- Als de eerste van de linker groep op de helft is start de eerste van de rechter groep.
- Variatie in het ladderen:
- 2 benen hoog tempo door de ladder
- 2 benen in de ladder, daarna eruit ( sprong)
- 2 voeten in de ladder, 2 voeten naast de ladder ( dribbelend)
- 2 passen naar voren 1 naar achter
- Je kunt ook een passieve verdediger neer zetten waar ze over heen moeten schieten.