Handbaloefeningen voor de techniek kracht
- Passen over volle breedte zaal.
- Wie als eerste 3 keer perfect op het midden van de borstkas heeft gegooid wint.
Mikken op targets in het doel.
Met:
Met:
- sprongschot
- loopschot
- slingerschot
- heupschot
- 2 spelers tegenover elkaar, met tennisbal.
- Bovenarm vasthouden en bal overspelen met onderarm/ pols.
- Overspelen met heupworp.
- Trainer staat middenvoor op 7 meter.
- Speler gooit vanaf 11/ 12 meter de bal aan, loopt op, vangt de bal en schiet onder armen trainer door, met zijwaarts schot.
- Let op lage lichaamshouding.
- Maak 2-tallen.
- Speler A voert loopoefeningen uit, speler B voert krachtoefeningen uit.
- Als speler A terug is van loop, dan wisselen door hand te tikken.
Krachtcircuit. Iedere oefening 3x:
- Squads.
- Jumping Jacks.
- Lunges.
- Planking.
- Bences.
- Up and down legs bench.
- Staan op 1 been, hinkelen, 3 seconden en dan het andere been.
Loopcircuit:
- 3 lijnen; kwart/ half/ einde zaal, loop met bal.
- Sprinten 50%, 75%, 100%.
- Schuiven zijwaarts heen en terug lengte zaal 3x.
- Achterwaarts lopen heen en terug zaal 3x.
- Drie passen voorwaarts, twee passen achterwaarts lengte zaal 3x.
- Korte versnellingsloopjes van 25% naar 100% bij 75% zaal.
Elke ronde is 3x met een max van 3 minuten.
- Op 3 plekken(LO/MO/RO) een dummy of palen met hesjes neerzetten.
- Spelers komen aanlopen van 1 kant, krijgen bal steeds aangespeeld en ronden na 2 stappen vanuit de 2e lijn 3 keer af met:
- Hoog strek/ zwaaischot.
- Onderhands schot.
- Knikschot.
- Linkshandige spelers op rechts laten starten.
- Focus op balcontrole.
- Veel herhalingen.
- Met de billen op de grond zitten en schieten op doel.
- Geknield op beide knieën en schieten op doel.
- Geknield op 1 knie en schieten op doel.
- Zorgt voor optimaal gebruik van het bovenlijf.
Spelers gaan in duo in een plank-houding tegen over elkaar staan.
- Rollen met 1 bal, rechterhand naar rechterhand, linkerhand naar linkerhand.
- Tippen naar elkaar.
- Overgooien zonder dat de bal de grond raakt.
Marker op springplek.
Meerdere 'stations'.
1. Geknield met rechterbeen voor, starten, links naar marker, gevolgd door sprongschot.
Werp-arm zijdelings, niet hoog.
2. Aanlopen vanuit de hoek.
Ver springen! Draai in de lucht, arm zijdelings.
3. Aaangooier met bal.
Aanlopen vanuit de hoek - Aangooier speelt aan met stuit.
Meerdere 'stations'.
1. Geknield met rechterbeen voor, starten, links naar marker, gevolgd door sprongschot.
Werp-arm zijdelings, niet hoog.
2. Aanlopen vanuit de hoek.
Ver springen! Draai in de lucht, arm zijdelings.
3. Aaangooier met bal.
Aanlopen vanuit de hoek - Aangooier speelt aan met stuit.
- Warmlopen met armdraai.
- Lopen op hielen.
- Lopen op voorvoet.
- Kuitspieren: 2 benen omhoog vanuit tenen, 2 zakken/1 zakken - steps.
- Stretch: 1 been naar voren, andere been licht gebogen. Gestrekt been aanraken.
- Krabhouding: been naar binnen en buiten draaien.
- Push-up.
2 of 3 spelers per positie.
Hoedjes aan begin en eindpunt.
Hoedjes aan begin en eindpunt.
- Speler gaat in rugwaartse krabpositie met bal op de buik naar de overkant.
- Speelt de bal terug naar de volgende en sluit weer aan in de rij
- Open zwaaien (armen van links naar rechts, been beweegt mee), steeds iets verder zwaaien
- Armen zwaaien en dribbelen (voor en achter en tegenovergesteld)
- Monsterwalks - laag zitten 10 passen voor, 10 passen naar achter
- Crabwalks (idem maar zijwaarts) let op knieën
- Duckwalks (nog lager) 5 passen
- Dribbelen en naar number 4 (1 been op knie en afwisselen)
- Hhigh knees, 10 passen
- Lunge (1 been naar achteren) en bovenlichaam roteren - wisselen
- Lunge - heup naar voren, armen gestrekt omhoog - daarna schuin naar voren hangen - daarna hammy rocken (hamstrings, tenen omhoog)
- Ruitenwisser - zittend, benen gespreid, steeds 1 knie naar binnen, 1 knie naar buiten bewegen
- Daarna aan 1 kant doordraaien en vasthouden
- 1 been achter, 1 been voor, eerst gehoeekt, buigen naar knie
- daarna gestrekt en weer buigen en voet vastpakken
- daarna in deze houding arm in en uit draaien
- Planking, voorwaarts en zijwaarts met uitdraaien
- 123 in T vorm (voor links rechts achter / voor rechts links achter)
- Squat jumps (kort)
- Sprongen - 123 hoog (met 2 benen en met 1 been- ook landen op 1)
- Pogo- squat of squat links/rechts (snap-down)
- Push-up 4 keer side
- Vierkantje - voor - achter zijwaarts - voor-achter- zijwaarts, etc.
In deze oefening staat het versnellen in de loop centraal, terwijl je goed om je heen kijkt.
- Het team verdeeld zich over 2-tallen die ongeveer even snel zijn.
- De 2-tallen verdelen zich over de buitenlijnen van de zaal.
- Bij de start lopen de 2-tallen achter elkaar, voorste is de loper en achterste is de tikker.
- Bij het fluitsignaal sprinten de 2-tallen naar de tegenovergestelde lijn/hoek en probeert de tikker de loper af te tikken.
- Ben je getikt? 5x opdrukken. Ben je ontkomen? 5x opdrukken voor de ander.