Handbaloefeningen voor de techniek werpen / gooien
- spelers staan op de bank met bal.
- de voorste springt van de bank gaat achterwaarts om de bank heen en werpt op doel.
- sluit andere rij aan
- idem met verdediger
Met druk van links of rechts uitspelen. (ligt aan het aantal beschikbare speelsters of we 6 tegen 6 spelen of minder). Wanneer je op doel schiet maar mist moet je jouzelf 5 keer opdrukken.
- Maak met alle spelers een grote kring
- Start met twee ballen en moet naar elkaar worden overgegooid en steeds 1 persoon in de kring overslaan.
- Steeds een extra bal in het spel brengen.
- Let op:
- Goede arm positie,
- Goed op de voorvoeten staan, juiste been voor.
- Goed vangen met driehoekje achter de bal.
- Goede passing.
- Je maakt tweetallen.
- Allebei de personen gaan op de hoogte van de palen staan op de cirkel.
- Je loopt met 1 bal per tweetal naar de cirkel aan de overkant toe.
- Terwijl je rent naar de overkant gooi je de bal over naar elkaar.
- Als je aan de overkant bent loop je in looppas terug naar de andere kant.
- Variatie:
- Bovenhands gooien.
- Onderhands gooien.
- Passen met sprongschot.
- Zijwaartse sprong naar de andere cirkel.
- Kruispass naar de andere cirkel.
- Versnelde pass. (50, 60, 70, 80 %)
- Sprint.
- Keeper in doel,
- rest van de spelers hebben een bal.
- speler staat naast de bank gooit de bal met een boog over de bank,
- springt met beide benen over de bank.
- pakt de bal op en werpt op doel.
- na doelpoging sprint men om de kegels heen en gaat de bal halen en sluit andere zijden weer aan.
- midden- li/re hoog-li/re midden- li/re laag- diagonaal-stuit- vrij
- De keeper begint in het midden terwijl de groep spelers op de cirkel staat tegenover een paal.
- Als de spelers rechtsvoor van de keeper staan stapt de keeper eerst naar links en tikt de paal aan.
- Als ze hoog schieten word de paal hoog aangeraakt en als ze laag schieten word de paal laag aangeraakt.
- Na een keer hoog en laag schieten aan de rechterkant van de keeper gaan de spelers aan de andere kant staan.
- Materialen
- 3 palen, vijf trainingshoedjes.
- Genoeg ballen bij de (linker en rechter opbouw) op de grond neerleggen.
- Zet op iedere opbouw positie een paal op de 6 meter.
- Tussen de palen op de 6 meter leg je aan de linkerkant en rechterkant een trainingshoedje neer.
- Je legt op de opbouwposities vanaf waar de spelers moeten staan ook drie trainingshoedjes neer.
- Hierachter verdeel je de spelers over drie rijtjes.
- Oefening:
- (Linker opbouwer)
- Linker opbouwer start in met bal en zet druk richting het doel tussen de palen bij het trainingshoedje ( tussen 2 en 3) aan de linker kant van de paal op het midden.
- Daarna bal doorspelen aan de in startende midden opbouwer. Direct weer goed achteruit gaan en richting zijlijn om het spel breed te houden.
- (Midden opbouwer)
- De midden opbouwer start in zonder bal (let op de goede timing) na ontvangst van de bal.
- Druk zetten richting het doel tussen de palen bij het trainingshoedje ( tussen 2 en 3) aan de rechter kant van de paal in het midden.
- Daarna bal doorspelen aan de in startende rechter opbouwer.
- Direct weer achteruit gaan om weer genoeg speelruimte te maken. (Als midden opbouwer moet je ook altijd weer goed aanspeelbaar zijn voor de linker en rechter opbouwer!).
- (Rechter opbouwer)
- De rechter opbouwer start in zonder bal.
- (Let op de goede timing) na ontvangst van de bal afronden op het doel!
- Net aan de binnenkant paal op de rechter opbouw of net er voor!
- Ben je aan de beurt geweest, schuif je een rijtje door en sluit achteraan bij een nieuwe opbouw positie.
- De bal neerleggen bij het rijtje op de linker of rechter opbouw.
- Buitenom teruglopen naar een nieuwe opbouw positie.
- Nu start de oefening opnieuw, maar nu start de rechter opbouw met bal.
- De rechter opbouw start in met bal, druk zetten richting het doel tussen de palen bij het trainingshoedje ( tussen 2 en 3) aan de rechter kant van de paal in het midden.
- Direct weer goed achteruit gaan en richting zijlijn om het spel breed te houden.
- Daarna bal weer doorspelen aan de in startende midden opbouwer.
- (Midden opbouwer)
- De midden opbouwer legt nu druk naar het doel tussen 2 en 3 aan de linkerkant van de paal bij het trainingshoedje.
- Daarna bal doorspelen aan de in startende linker opbouwer
- (Linker opbouwer)
- Afronden op het doel!
- Net aan de binnenkant paal op de linker opbouw of net er voor!
- (Linker opbouwer)
- Uitbreiding:
- 3 Verdedigers erbij.
- Alle spelers verdelen over alle posities.
- Alle ballen bij de linker en rechter hoek.
- linker hoek start in met bal drukleggen tussen 1 en 2 doorspelen naar de linker opbouw enz. rechter hoek rond af.
- Daarna start rechter hoek in met bal en rond links af.
- Ben je geweest 1 rijtje doorschuiven met de klok mee en achter aan sluiten.
Ga in een grote cirkel staan.
- Begin met 1 bal.
- Speel op tempo rond met de klok mee.
- Voeg steeds een bal toe.
- Wie de bal laat vallen moet 10x opdrukken
- Ook tegen de klok in rondgooien.
- Speler A heeft de bal.
- Speler B start naar binnen in en krijgt de bal van speler A,
- speler C start in en krijgt de bal van speler B etc. etc.
- Als 2.
- Maar.....
- Als speler A de bal naar speler B gepast heeft
- rent speler A zo hard mogelijk met de klok mee buiten de cirkel om weer terug naar zijn / haar positie voordat de bal daar weer is aangekomen.
- Speler A speelt weer gewoon naar speler B en als speler B de bal naar speler C gepast heeft rent speler B zo hard mogelijk met de klok mee buiten de cirkel om etc. met speler D, E, F, G etc. etc.
- 2 teams van 4 a 6 spelers proberen door over te gooien de bal naar hun 'koningin' te krijgen.
- De koningin staat in een hoepel of op een mat.
- Iedere keer als de koningin vangt scoort het team een punt.
- De koningin mag natuurlijk verdedigd/geblokkeerd worden!
- De veldspelers maken 2 rijtjes ter hoogte van de palen.
- De ballen worden op het tempo van de keepers op het doel geschoten.
- Links hoog, rechts hoog, links hoog etc.
- Echter, wanneer de spelers geschoten hebben gaan ze niet rustig hun bal pakken maar maken ze een sprint naar de middenlijn.
- Variatie:
- Er kan ook een ander punt worden aangegeven door middel van een
- pion
- hoedje
- paal etc.
- i.p.v. de middenlijn.
- Er kan ook een andere beweging gemaakt worden i.p.v. sprinten.
- Bijvoorbeeld de zijsprong.
Tippen en werpen over de lijn.
Aansluiten andere groep.
- Een bank waar de mikdoelen op staan
- 8 pionnen op de bank als mikdoelen
- 8 zachte ballen (handbalformaat)
- 2 achterlijnen op 4 meter van de mikdoelen
- Afbakening aan de zijkanten, zodat de ballen niet ver weg rollen
Opdracht:
- Probeer de pionnen zo hard mogelijk van de bank af te gooien
Regels:
- Beide partijen staan achter de achterlijn
- Blijf achter de lijn als je de bal gooit
- Loop niet je bal achterna, maar wacht tot er weer een bal jou kant op komt
- Als de bal aan jouw kant in het speelveld blijft liggen, mag je hem ophalen
- Als alle pionnen van de bank af zijn is het spel afgelopen
- Welk team heeft de meeste pionnen afgegooid?