Hockeyoefeningen voor de techniek 1,5 meter / corona / covid-19
- 10 min warming up.
- 4 x steigerhoenen breedte half veld.
- Dribbel terug.
Circulatie warming-up
- Deze bestaat uit het losjes inlopen gedurende 5 à 10 minuten met verschillende lichte bewegingsvormen voor armen, benen en romp.
- Hierdoor breng je de functie van het hart, de longen, het zenuwstelsel en het spierapparaat actief op een hoger niveau dan het rustniveau.
Rekken en stretchen
- Op een kwart veld meerdere oefeningen uitzetten,
- de spelers kunnen achter elkaar aan direct starten.
- Van slalom,
- dummy,
- haringtruc
- tot een lopje kun je uitzetten.
- Zodat ze tijdens de warming up op alle technieken focussen.
- sprint binnen 30s (tijd evt. aanpassen aan niveau)
- achterlijn-->23
- 23-->achterlijn
- achterlijn-->23
- 23-->achterlijn
- achterlijn-->23
- 23-->achterlijn
- Oefening B+C
- B is over links
- C is over rechts
- A1 dribbelt met bal naar A2
- B begeleid speler A, op 1,5 meter, achterwaarts (open houding).
- Het gaat hier om voetenwerk, dus als A aankomt op A2 dan laat hij A gewoon slaan op doel.
- Na de slag gaat A uit de cirkel. B draait zich om en krijgt van C een bal aangespeeld.
- B neemt gesloten aan, draait open en rond af op het doel.
- Vervolgens start de oefening over rechts.
- Flatsen,
- Open aanname,
- Versnellen & duwpass uit de loop (oefening eventueel afwisselen met andere technieken als slag, duwpass, backhand pass.)
- Speler 1 passt de bal naar speler 2.
- Speler 2 neemt de bal open/gesloten aan en loopt naar de blauwe pion en draait hierom heen.
- Speler 2 passt de bal naar speler 3.
- Speler 3 neemt de bal open/gesloten aan en loopt naar de blauwe pion en draait hierom heen.
- Speler 3 passt de bal naar speler 4.
- Speler 4 neemt de bal open/gesloten aan en loopt naar de blauwe pion en draait hierom heen en loopt door naar de volgende blauwe pion.
- Speler 4 maakt hier een schijnbeweging (tussen de blauwe en witte pionnen) en passt de bal naar speler 5.
- Speler 5 rond af op goal.
- Zet bij een gesloten aanname eventueel een pion neer waar de speler om heen moet draaien.
- Aandachtspunten:
- Let op de houding bij de aanname
- Houd snelheid in de oefening
- Blauwe speler ontvangt de bal telkens van de witte speler. (witte speler verdeeld)
- Rode speler loopt van strokepunt naar kop cirkel en ontvangt daar bal van blauwe speler.
- Rode speler schiet op doel.
- Na elk schot loopt hij terug naar strokepunt en ontvangt dan volgende bal kopcirkel.
- 3x heen en weer
- rijtjes en rekken
- daarna dreierlauf
- 1a, 1b A speelt naar B en biedt zich zijwaarts aan
- 2a, 2b B speelt in de loop van A en loopt naar de positie van A
- 3a, 3b A speelt naar C en loopt naar het midden van het driehoekje
- 4a, 4b C speelt de bal direct naar D en biedt zich zijwaarts aan
- 5a, 5b D speelt de bal in de loop van C en loopt naar de positie van C
- 6a, 6b C speelt direct naar E en loopt naar het midden van het driehoekje
- De aangever wisselt de positie met de zijwaarts staande speler in het midden
- Lengte van de zijden van de driehoek:
- 15- 20 m In de onderstaande oefening staan twee spelers in het centrum van een driehoekje en drie spelers op de hoekpunten.
- De spelers wisselen continue van positie.
- Na de zijwaartse pass naar middenspeler, volgt een pass naar de dichtstbijzijnde hoek en wisselt de hoekspeler naar het midden.
- Wanneer de middenspeler een zijwaartse pass naar een hoekspeler volbracht had, wisselt hij naar de plaats van de aangever.
- 1a, 1b A speelt naar B en biedt zich opzij aan voor een pass via de balk
- 2a, 2b B speelt in de loop van A en neemt zijn positie in
- 3a A speelt direct naar C en wacht op het terugspelen van C.
- 4a, 4b C speelt naar A en biedt zich opzij aan voor een pass via de balk.
- 5a, 5b A speelt in de loop van C en neemt de positie van C in.
- 6a C speelt direct naar B, enz.
- Dit is een basisoefening voor een 1,2-tje.
- Ook topspelers moeten basistechnieken en eenvoudige combinaties regelmatig herhalen.
- Daardoor kunnen zij later bewegingsautomatismen uitvoeren, zonder dat zij zich moeten instellen hoe het moet en wat zij moeten doen.
- Alleen op deze wijze begrijpen spelers complexe wedstrijdsituaties sneller en nemen dan de juiste beslissing.
- In het moderne hockey wordt de vrijloopbeweging vaak met een schijnbeweging begonnen, om de tegenspeler op het verkeerde been te zetten.
- In deze oefening moeten de spelers op het juiste moment vlak voordat zij worden aangespeeld, een schijnbeweging maken en ontdoen zich zo van de denkbeeldige tegenstander.
- Speler 1 passt de bal naar speler 2, speler 2 passt de bal weer terug naar speler 1.
- Speler 1 passt de bal naar speler 3.
- Speler 2 loop ondertussen naar de rode pion
- Speler 2 passt de bal naar speler 1 die is ingelopen in de cirkel.
- Speler 1 rond af op goal.
- Aandachtspunten:
- Zorg voor snelle passes.
- Zorg dat iedereen altijd de ogen op de bal heeft.