Hockeyoefeningen
- Springen waar je staat:
- Ga staan met je voeten op schouderbreedte uit elkaar.
- Concentreer je op een punt op de vloer en hop op en neer op de plek waar je staat.
- Zijwaartse sprong:
- Sta rechtop, houd je handen voor je en spring van zij naar zij.
- Butt Kicks:
- Sta rechtop, en blijf staande rennen op je plaats terwijl je je hiel omhoog schot raak je billen aan bij elke stap.
- High stepping:
- Hef het been met de knie in een hoek van 90 graden.
- Wissel dit snel af met het andere been.
- Staande fiets crunches:
- Ga met je voeten op schouderbreedte uit elkaar staan.
- Breng je knie naar je tegenovergestelde elleboog.
- Ga terug naar de startpositie en herhaal met de andere kant (buik / benen)
- Sumo squat:
- Ga met je voeten 6-12 cm uit elkaar staan.
- Strek je armen voor je uit.
- Laat je lichaam zakken totdat je dijen evenwijdig aan de vloer zijn.
- Keer terug naar de beginpositie en herhaal de oefening (benen / billen)
- Touwtje springen zonder touw:
- Houd je armen langs je zij en doe alsof je in elke hand het uiteinde van een springtouw vast hebt.
- Spring omhoog en kom afwisselend neer op de bal van elke voet, terwijl je tegelijk je polsen draait alsof je een touw laat rondgaan.
- Touwtje springen zonder touw:
- Houd je armen langs je zij en doe alsof je in elke hand het uiteinde van een springtouw vast hebt.
- Spring met 2 voeten ophoog, terwijl je tegelijk je polsen draait alsof je een touw laat rondgaan.
- Arm Swings met de klok mee:
- Sta op de grond met je armen recht uitgestrekt naar de zijkant op schouderhoogte.
- Beweeg je armen snel in grote cirkels met de klok mee (armen)
- Arm Swings tegen de klok in:
- Sta op de grond met je armen recht uitgestrekt naar de zijkant op schouderhoogte.
- Beweeg je armen snel in grote cirkels met tegen de klok in (armen)
- Toy soldiers:
- Begin met je voeten op schouderbreedte uit elkaar. Houd je benen en armen gestrekt.
- Schop je linkerbeen omhoog tot je rechterhand je tenen aanraakt.
- Herhaal dit met de andere kant (buik / benen / arm / schouder)
- 10 min warming up.
- 4 x steigerhoenen breedte half veld.
- Dribbel terug.
- D speelt naar A
- C1 loopt weg naar positie C2
- B1 komt voor zijn verdediger op positie B2
- A passt naar B2
- B2 neemt aan en passt naar de langs de zijlijn opkomende D
- D neemt dynamisch aan en passt op C2
- Vanaf dat moment begint de 3 vs 2 waarbij A B2 en C2 een aanval in de cirkel opbouwen tegen V1 en V2
- DOORDRAAIEN
- A gaat naar B1
- B2 gaat naar C1
- C2 gaat naar D
- D gaat naar A
- Je laat ze een 3:2 spelen. Rood wil gaan scoren op het goal en blauw wil de bal gaan onderscheppen en uitverdedigen.
- Als de oefening loopt kan je later de extra blauwe verdediger er in toevoegen.
- Deze gaat een tackle back lopen.
- Hij mag gaan lopen als de eerste bal is gespeeld.
- Aanwijzingen die je kan geven aan de aanvallers
- Bal moet altijd terug kunnen,
- Snelheid maken en houden in je aanval,
- een iemand maakt diepte zodat je het veld lang houdt, pass de bal in de forehand van je medespeler,
- Pass de bal over de backhand zijde van de tegenstander.
- Vragen die je kan stellen aan de aanvallers
- Wat is het doel van de oefening?
- Hoe kan je het doel bereiken en wat moet je er voor doen?
- Wat is de taak van welke speler bij welke pion?
- Welke pass techniek kan je het beste gebruiken?
- Aanwijzingen die je kan geven aan de verdedigers
- Vertragen van je tegen stander door ze naar buiten te duwen,
- Bal hoef je niet gelijk af te pakken maar wacht op de fout van de tegenstander,
- De as moet altijd dicht zijn
- Vragen die je kan stellen aan de verdedigers
- Wat is het doel van deze oefening voor jullie?
- Hoe kan je het doel bereiken en wat moet je daar voor doen?
- Wat is de belangrijkste taak die jullie binnen deze oefening hebben?
- het team delen door 2 en deze uitvoeren.
- zit er als scheids boven op en fluit voor elke overtreding
- zodat ze hieraan gewend raken.
- Twee speelsters staan achter elkaar. Om hen heen 4 pionnen in een hoek: 3 naast hen/2 achter hen
- De bal wordt ingespeeld op de voorste speelster.
- Deze rent om de voorste pion heen, draait linksom en speelt de tweede speelster aan tussen de pionnen door.
- De tweede speelster kaatst terug tussen de pionnen door.
- Dit herhaalt zich, daarna maakt de eerste speler af op goal.
- Uitlopen.
- Rust.
- Breedte van het veld.
- Diagonaal half veld opbouwend.
- Snelheid van 60% tot 100%.
- Kies 1 warming-up oefening uit de warming-up oefeningen.
- Aanspelen en Indian-dribbel:
- A push de bal naar B en B kaatst de bal breed.
- A loopt door naar degene die kan en ontvangt de bal.
- A loopt de Indian-dribbel richting de pion. De bal van links naar rechts halen.
- Na de pion terug drijven naar de begin pion.
- Passeren over de backhand zijde:
- De speler loopt richting de pionnen. Je kunt daar gaan staan als verdediger.
- De speler dreigt om er aan de linkerkant voorbij te gaan maar gaat dan naar rechts. Laat ze een Dummy of een Reverse gebruiken.
- Afronden met een flats op goal
- A begint met de bal en speelt die breed naar B.
- Als B de bal heeft aangenomen mag de tackle back lopen gaan lopen.
- We spelen dan een 3:2.
Voor de verdedigers is de doel dat ze de as dicht zetten en de passlijnen.
voor de aanvallers is snelheid en communicatie het belangrijkste
Oefening 1
- A begint met slalommen op tempo. Kijkt door de pionnen heen naar het einde welke kant de trainer zijn stick uitsteekt en versnelt die kant op.
- Als je links gaat afronden met backhand op goal.
- Als je rechts gaat afronden met forehand op goal.
Oefening 2
- Verbeteren van de scoop.
- A begint met de bal.
- Heeft een harde gerichte pass terug om B.
- B neemt de bal aan en vanaf dan begint de 3 tegen 2.
- Aanvallers willen scoren op het grote goal.
- Verdedigers willen de bal onderscheppen en scoren in het goaltje op de zijlijn.
Liftpass
- A begint met de bal en push de bal naar B
- B neemt de bal aan en push de bal terug naar A
- B loopt om de pion heen
- A geeft een lift pass naar B die zich aanbied voor de bal van A
- B neemt de bal aan en schiet op goal met een flats
- 1 tegen 1
- A begint met de bal en is de verdediger
- A push de bal naar B, B is de aanvaller
- B wil graag gaan scoren in het rode goaltje (dit is de backhand zijde van de tegenstander)
- A wil de tegenstander juist liever dat de tegenstander naar de andere kant gaat
- Laat ze zo gaan slaan dat je je tegenstander dus naar hun forehand duwen