facebook pixel

Hockeyoefeningen voor de techniek slaan

  • Positiespel 0 tegen 0
  • Daarna 3 tegen 1
drawing positiespel 3 tegen 0  en 3 tegen 1
  • Drijvend met de bal beginnen te lopen en passen naar speler 2. 
  • Speler 2 rondt af en loopt richting de volgende pass.
  • Hierna afronden met backhand.
drawing Forehand backhand afronding
  • B loopt richting de 23 waar die een bal in de loop ontvang van A
  • B loopt door de pionenstrokken naar de cirkel en slaat op goal
  • C loopt richting de 23 waar die een bal in de loop ontvangt van A
  • C loopt door naar achter de laatste pionenstroken richting de cirkel en slaat op goal
drawing Aanval
Drie kleurenspel 

  • De trainer heeft drie kleuren pionnen in de hand. Rood, wit en blauw. 
  • Speler blauw A is aan de beurt.
  • Trainer steekt eerst kleur pion 1 in de lucht --> Bijvoorbeeld pion wit.
  • Speler blauw A start met lopen richting de rand van de cirkel en ontvangt de bal van speler blauw ->
  • Die speelt de bal vervolgens door het witte poortje omdat de trainer dus de witte pion de lucht in steekt.
  • Speler A neemt de bal aan door het poortje en rondt af op doel.
  • Na zijn schot neemt hij de plek over van de speler die de bal naar hem gepasst heeft.
  • De trainer steekt een nieuwe kleur pion de lucht in voor de volgende speler etc.
drawing Oefening op doel
  • A begint met de bal een geeft een gerichten flats naar B, 
  • B gaat door de pionnen heen met een vision dribble
  • A loopt in de diepte en krijg een harde gerichte flats van B de diepte in
  • B versnel om de pionnen heen en geef een 90 graden pass op A
  • A loopt richting de cirkel en loopt op de hoogte van B mee zodat ze een 90 graden pass kan ontvangen
  • Ze neemt  de bal aan lijnt hem op en rond af met een slag op goal 
drawing Vision en 90 graden pass
  • A start met de bal, B komt in lopen
  • A heeft een harde gerichte bal op de forehand van B. 
  • B neemt de bal aan met een lift aannamen over het balkje heen. 
  • Hij loopt op de pion heen en heeft een gerichte harde flats de diepte in.
  • C begint met lopen als bij de lift actie geeft gedaan en begint rustig en bouwt haar snelheid om
  • C neemt de bal aan in de loop en rond af met een slag op goal. 

drawing Lift actie met bal de diepte in
  • A begint met de bal en loopt met een boog op.
  • B gaat zich aanbieden naar links of naar rechts.
  • zodra hij begint te lopen geeft A een gerichte pass naar B.
  • B neemt de bal aan en rond af op goal.
  • Andere groep gaat balbezit doen in het vak.
drawing Blok 4 oefening 1 balbezit + aanbieden en afronden op goal
  • Een aangever pusht de bal in de cirkel, de speler moet achter de bal aanlopen en in 1 tijd slaan en scoren. 
  • De aangever staat iets achter de speler.
drawing Afwerken/scoren in 1 tijd
  • 1A persoon op de 23 meter, 
  • 1B op de achterlijn. 
  • Beide op linkerzijde van het veld.
  • A scoopt naar B en loopt naar kop cirkel. 
  • B loopt naar cirkelrand en speelt op A. 
  • A rond af op doel.


  • De oefening is bedoeld om een wedstrijd te simuleren.
  • Het is daarom de bedoeling dat het ene team bestaat uit de verdedigers/verdedigende middenvelders en het andere team uit de aanvallers.
  • De aanvallers kunnen scoren in de normale goal (bepaal hierbij zelf of ze ook hoog mogen slaan zoals in de wedstrijd).
  • De verdedigende partij kan scoren door de bal te drijven.
  • Over de lijn van de goals op de middenlijn.   
  • De aanvallers leren hierbij over te spelen en af te werken op goal en de verdedigende partij leert naar de buitenkant uit te verdedigen.  

 

  • Het werkt net als een normaal wedstrijdje alleen nu staat er een vierkant in het midden.
  • Als er een shoot of andere overtreding wordt gemaakt, of als de bal buiten het veld is gekomen, dan gooit/speelt de trainer een nieuwe bal in vanuit het vak.
  • Dit hoeft dan niet naar hetzelfde team of de plek van overtreding.
  • De grootte van het veld is afhankelijk van het aantal spelers.

Benodigheden:

3 hoedjes

Hockeysticks

Hockeyballen

De oefeningen kan in 2 varianten gespeeld worden de variant voor de echt beginnende hockeyers (deze oefening kan dus bijvoorbeeld voor een clinic gebruikt worden) en de variant die bedoeld is voor de beginnende hockeyers die al wel in aanraking zijn geweest met hockey.

Variant:

Speler 1 speelt de bal naar speler 2, deze neemt de bal aan en speelt door op speler 3. Speler 3 neemt de bal aan en schiet op doel. Speler 4 probeert de bal tegen te houden met de onderkant van de voet of met de stick. Speler 4 haalt de bal op en sluit achteraan de rij bij de begin pion van speler 1. Denk om de veiligheid dus dat er niet op doel geschoten wordt op het moment dat speler 4 de bal pakt. De ballen kun dus eventueel ook later uit het doel halen of daarvoor even een pauze moment voor gebruiken. Dit ivm met de veiligheid.overspelen-en-scoren-2