Hockeyoefeningen voor de techniek warming-up
- 2 met bal tikken de rest door de bal tegen een ander aan te tikken.
- Lopen met bal mag niet.
- Eenmaal getikt ben je ook tikker.
- Tikkers dragen een lintje
- in het veld liggen allerhande hindernissen, zoals matten, hoepels en pilonnen.
- De trainer loopt voorop langs deze hindernissen, de kinderen volgen hem.
- Variatie
- De kinderen lopen in tweetallen een baan langs deze hindernissen.
- Zij lopen achterwaarts.
- Zij lopen met zijwaartse passen.
- Spelers staan in tweetallen kort tegenover elkaar.
- Op de grond tussen de twee spelers in ligt een bal.
- Trainer geeft de commando's:
- Hoofd,
- kin,
- knieën,
- voeten,
- oren,
- BAL!
- Op het commando BAL! moeten de spelers proberen zo snel mogelijk de bal pakken.
- Op de andere commando's tikken ze betreffende lichaamsdeel aan
Circulatie warming-up
- Deze bestaat uit het losjes inlopen gedurende 5 à 10 minuten met verschillende lichte bewegingsvormen voor armen, benen en romp.
- Hierdoor breng je de functie van het hart, de longen, het zenuwstelsel en het spierapparaat actief op een hoger niveau dan het rustniveau.
Rekken en stretchen
- Twee-tal met bal, tegenover elkaar zittend op matje
- Persoon A houdt bal boven hoofd met beide handen en gaat naar ruglig waarbij met gestrekte armen achterwaarts de grond wordt aangetikt met de bal
- Persoon A gaat naar zithouding en geeft bal over aan persoon B
- Persoon B gaat naar ruglig en tikt met bal achterwaarts de grond aan
- enzovoort
- In een veld van negen vakken is het de bedoeling om 3 op een rij te maken.(boter kaas en eieren
- Twee teams hebben steeds een koppeltje van 2 spelers klaar staan.
- 1 rent naar een vak om dit te bezetten, de ander dribbelt door de pionnen en speelt de bal naar het vak.
- Alleen als de bal in het vak wordt aangenomen mag deze blijven liggen.
- Als beide speelster van het team zijn terug gerent mogen de volgende twee.
- Warming-up.
- Oplopen langs de stippellijnen.
- Opdrukken in het vak.
- Bal aangespeeld krijgen en afronden.
- Per kwart groepje van 4.
- Elk groepje eigen kleur.
- Elk groepje eigen tijdswaarneming.
- 15 min per oefening dan doordraaien.
- 10 min warming up.
- 4 x steigerhoenen breedte half veld.
- Dribbel terug.
- Je zet 1 pion neer als startpunt.
- Dan zet je vier pionnen als een waaier uit op 8 meter afstand.
- Je sprint naar de eerste pion en rent dan achteruit terug.
- Dan 2 dan 3 en 4.
- Daarna is speler 2.
- Wie het eerst alles heeft gehaald is de winnaar.
- Het doel van deze oefening is het snel positioneren van de voeten.
- Er wordt in een kruis vorm een loopladder tegenover elkaar gelegd en een rij van 11 pionnen tegenover elkaar.
- Aan ieder uiteinde gaat een groepje van 3 meiden staan.
- Elke eerste meid loopt voorwaarde over iedere pion of ladder.
- Bij het kruispunt gaat iedereen rechtsaf en gaat dan zijwaarts over de ladder en pionnen.
- Iedereen moet zijn snelheid doseren om botsingen en opstoppingen te voorkomen.
- Degene die staan te wachten moeten kippen.
- Om klaar te zijn zodra ze mogen dat ze gelijk in hun ritme zitten.
- Maak een vierkant pas de grootte aan aan de hoeveelheid speelsters die meedoen
- Zet aan elke zijkant iemand, tegenovergestelde kant zit bij hetzelfde team.
- Het is balbezit en verleg de bal, speel je degene buiten het veld in loop je je bal achterna en dan sta jij daar.
- Degene daarbuiten die de bal aangespeeld krijgt doet dan weer mee binnen de lijnen.
- Je mag niet aangevallen worden b?