facebook pixel

Korfbaloefeningen

  • Allemaal op een rij beginnen op de achterlijn.
  • Op de heenweg trek je een sprint, op de terugweg dribbelen.
  • Elke keer dat je bij een lijn komt doe je een oefening. 1x na de heenweg, 1x na de terugweg.
  • Oefeningen (aantallen zijn vrij in te vullen):
    • Squats
    • Push-ups (eventueel op knieën)
    • Jumping Jacks
    • Lunges, eerst met links uitstappen, daarna met rechts.
    • Burpees


  • Flessen voetbal alleen dan gooiend. 
  • Voor iedere speler is er één fles gevuld met water. 
  • Je kiest een teamgenoot uit tegen wie je wil spelen en zet zo de twee flessen tegenover elkaar met een paar meter afstand. (hoe verder ze uit elkaar staan, hoe moeilijker)
  • Je probeert de fles van je tegenstander om te gooien. 
  • Als dit lukt, moet de tegenstander eerst de bal pakken en daarna mag hij/zij pas de fles weer overeind zetten. 
  • Als de fles van je tegenstander leeg is, heb je gewonnen. 
  • bruggetje maken schouders en armen op de grond, benen optrekken tot in een hoek van 90. billen zo hoog mogelijk optillen.
  • Afwisselend het linker of het rechterbeen strekken. 3x10 seconden.
  • Plank (op armen en tenen) lichaam in een rechte lijn. 30 seconden vasthouden.  
  • Buik en bilspieren aanspannen 3x
  • Diepe hurkzit 10x. 
  • Voeten staan naar voren in een spreidstand net buiten de heupen. 
  • Langzaam in diepe hurkzit komen.
  • Zijwaartse plank links. 
  • Ga op je linkerzij liggen. 
  • Arm op schouderhoogte dwars op het lichaam. 
  • (als plank) Je onderste been in een hoek van 90 graden leggen. 
  • Jouw gestrekte been 3x omhoog brengen. totale tijd 20 seconden
  • Fietscrunch. lig op je rug, trek je benen op tot 90 graden, handen onder je hoofd (iets optillen) span je buikspieren en fiets met je benen 20 seconden
  • Hoedje op 6 meter voor de korf en een hoed naast de korf op 5 meter. 
  • Speel de bal naar voren. 
  • De speelster legt de bal op de grond en loopt naar het andere hoedje en vervolgens naar de korf. 
  • De aangever loopt naar de bal en geeft de andere speelster een doorloopbal aan.
  • Scoor samen 20x.

 Per opdracht 1x rustig om te oefenen en 3x snel.

  • Linkervoet naast de ladder, rechtervoet in de ladder.
  • Rechtervoet naast de ladder, linkervoet in de ladder.
  • Zijwaarts door de ladder met beide voeten stappen in alle vakken.
  • Zijwaarts hinkelend in en uit de ladder ( dus vooruit er in en achteruit er uit en dan schuin naar het volgende vakje) linker been.
  • Zijwaarts hinkelend in en uit de ladder ( dus vooruit er in en achteruit er uit en dan schuin naar het volgende vakje) rechter been.
  • Loop rustig naar de hoedjes, tik het linker hoedje aan, en tik vervolgens het rechterhoedje aan en loop links weg voor een uitwijkbal.
  • Vervolgens doe je dat rechtsom, dus eerst rechterhoedje, dan links en dan rechts weg voor de uitwijkbal.
  • Per kant maak je 5x 5 series per persoon
  • Wie scoort er meer dan 10 (dat is maar 1 op de 5 raak)
drawing uitwijkbal na geforceerde schijnbeweging
  • Maak een soort tennisveldje met pionnen, waarbij er 3 vakken zijn (het middelste vak is 'het net', deze is ongeveer een meter breed).
  • In de twee buitenste vakken staat een speler.
  • De twee spelers mogen om de beurt met de bal beginnen. 
  • Ze moeten de bal in het middelste vak stuiteren, en zo proberen de bal te laten stuiteren in het vak van de andere speler. 
  • Tussendoor vangen ze de bal, je mag hem dus niet tikken!
  • Maak twee rijen op 10 meter tegen over elkaar en circa 3 meter uit elkaar.
  • De  spelers lopen 1 voor 1 elkaar tegemoet.
  • Speel met twee handen elkaar aan en laat de bal niet vallen. 
  • Maak een zo hoog mogelijke serie in 1 minuut.
  • Speel met de buitenste hand op de buitenste hand van je tegenligger, met één hand gooien en vangen (rechts), maak een zo hoog mogelijke serie zonder de bal te laten vallen.
  • Speel met de buitenste hand op de buitenste hand van je tegenligger, met één hand gooien en vangen (links), maak een zo hoog mogelijke serie zonder de bal te laten vallen.
  • Loop elkaar tegemoet, spring en vang en gooi de bal met twee handen in de sprong.
drawing Treintje gooien en vangen
  • Zet op 2m, 3m, 4m, 6m en 8m afstand een pion vanaf de korf.
  • Tweetallen bij de korf, bij elke pion wordt drie keer geschoten. 
  • Bij een doelpunt of naar drie gemiste schoten wissel je. 
  • Als je hebt gescoord ga je een pion verder.
  • Welk team het eerst bij de 8m pion is.
drawing 2, 3, 4, 6 en 8 schieten

Elke oefening wordt steeds 1 minuut gedaan per tweetal. Als de minuut vol is, wordt de oefening afgemaakt.

  • Zijwaarts naar hoedje en dan voorwaarts naar volgende hoedje, daarna voor uit met achterwaartse kruispas door de touwladder.
  • Zijwaarts door de ladder, daarna een sprintje tot hoedje, achterwaarts naar volgende hoedje en schaatsend door de ladder, 3 seconden elke sprong vasthouden.
  • Bloempje sprinten, waarbij gezicht 1 kant op blijft.
  • Zittend de bal achter je hoofd op d grond leggen, voeten blijven los van de grond. Zitten en gooien naar de ander.
  • 2 voeten in de ladder, 2 voeten rechts naast de ladder, schuin rechts voorwaarts, 2 voeten ernaast in de ladder en dan twee voeten er links naast , links hinkelen, met 2 voeten in elke trede, rechts hinkelen
drawing kracht en stabiliteit
  • Bal is voorin bij rood. wit beweegt op en neer waardoor het lijkt dat zij de bal bij rood gaat halen. 
  • Blauw sprint van de paal opzij en krijgt de bal van rood. 
  • Rood sprint naar de paal om de afvang te pakken.
  • Wit komt naar de plek van rood, krijgt de bal en schiet. 
  • Rood vangt af en geeft de bal aan wit en sprint zijwaarts uit. 
  • Rood krijgt de bal en wit spurt naar de paal om af te vangen, blauw komt voor de korf tot schot.
drawing schot uit beweging vanuit de ruimte
  • Per 2-tal aan korf, 3de speler doet bijoefening.
  • Speler 1 (aangever-rebounder) met bal onder korf, speler 2 een 5-tal meter voor de korf. 
  • De schutter heeft als opdracht om 6x te scoren vanuit schot. 
  • Na elk schot gaat de schutter zich opnieuw verplaatsen, zodat alles uit beweging dient te gebeuren. 
  • De functies blijven behouden tot iemand daadwerkelijk 6 heeft.
  • Dan draai je door (aangever --> bijoefening --> schutter --> aangever).
  • Hou er steeds rekening mee dat de afstandsregels moeten gewaarborgd worden, let zeker op bij het rebounden bij een schot dat aan de voorkant valt. 
drawing Opwarming met bal - schot