facebook pixel

Korfbaloefeningen

  • Neem 2 schoten uit beweging en 1 doorloopbal: 
    • bedoeling is om 21 (of meer) te halen met je korf.
  • Schot scoren telt voor 2 punten.
  • Doorloopbal scoren telt voor 1 punt.
  • Geen korf raken betekent 1 punt.
  • Kom je op 11 terecht, moet je opnieuw van 0 starten.
  • werk met 3 aanvaller tegen 2 verdedigers op 2 palen:
    • Aanvaller mogen op de 2 palen proberen te scoren (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen)
    • Aanvallers krijgen max 4 passen per genomen kans (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen, of wanneer er meer passen nodig zijn)
    • Je mag maar 1 kans nemen per korf (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen, wanneer er meer passen nodig zijn, bij 2 missers)
    • Speler die mist mag niet meer aanvallen indien de bal in het spel blijft, dus is het overtal van de aanvallers weg.
drawing overtal in aanval uitspelen
  • Per korf heb je als doel om 75x te scoren.
  • Doorloopbal: 25x.
  • Korte kans met tussenpass: 25x.
  • Strafworp: 25x.
  • Aangever met bal onder korf, aanvaller voor de korf:
  • Aanvaller start breed:
    • Krijgt de bal op de buitenzijde aangespeeld, bal wordt om het lichaam gedraaid, en opnieuw ingespeeld voor een DLB.
    • Zonder bal inside voor uitwijk, vervolgens in  starten voor DLB. 
    • Wanneer je de bal hebt, bal om het lichaam draaien en afwerken.
    • Aanvaller komt tot schot, start vervolgens in naar het achterveld waar de bal wordt aangespeeld, bal om het lichaam naar DLB. (aanspelen achter de rug)
  • Aanspelen en uit stand wegstappen tot schot.
  • Idem maar inspringen naar schot.
  • Iets naast de schutter aanspelen om tot schot te komen.
  • Schutter met de rug naar de aangever, aangever roept 'JA' en speelt de schutter aan.
  • Idem, maar dit keer naast de schutter spelen om in te springen.


  • Afhankelijk van aantal per korf kunnen de opdrachten wijzigen:
    • per 2 is het simpel 1 tegen 1, en heb je als doel om als eerste 3 punten te halen.
    • per 3 hebben we schutter 1 die de opdracht doet, indien gehaald moeten beide tegenstanders het punt ongedaan maken. 
    • Als maar 1 vd tegenstanders de tegenopdracht haalt, krijgt de schutter 1 punt, indien geen van de tegenstanders de tegenopdracht halen, krijgt de schutter 2 punten. 
    • Je hebt als doel om als eerste 4 punten te halen.
  •  2 van de 5 afstandsschoten maken (6 m.); 
    • dan krijg je één kans van 4 m. 
    • Die je moet scoren om een punt te verdienen. 
    • Je tegenstander kan dit punt ongedaan maken door eveneens de kans van 4 m. te scoren.
  • 3 van de 5 korte kansen scoren (4 m.); 
    • daarna 2 strafworpen (op 2) scoren om een punt te verdienen. 
    • Je tegenstander kan dit ongedaan maken door eveneens beide strafworpen te scoren.
  • 2 van de 5 schoten achter de korf scoren (5 m.); 
    • daarna 3 doorloopballen scoren (uit 3 kansen) om een punt te verdienen. 
    • Je tegenstander kan dit ongedaan maken door eveneens 3 doorloopballen te scoren.
  • 1 van de 5 afstandsschoten scoren (8 m.); 
    • daarna 3 van de 4 kansen onder de korf scoren. 
    • Je tegenstander kan dit ongedaan maken door 3 van de 3 kansen onder de korf te scoren 2.
  • Maak 2/3 tallen en voer de volgende opdrachten uit:
    • Doorloopballen
    • Uitwijk ballen (korte afstand)
    • Strafworpen
    • Afstandsschoten (minimaal 6 meter)
  • Dit doe je allemaal 2 minuten per persoon per opdracht en je schrijft dan het aantal punten welke je gescoord hebt op.


  • De palen staan in het midden van het veld. 
  • De doorloopballen worden genomen vanaf de zijlijn en we lopen door naar de andere zijlijn. 
  • Daarna weer terug naar de paal.
  • Iedere speelster loopt 2x 2,5 minuut en geeft de andere tijd aan.
  • Palen staan in het midden van het veld. 
  • De speelsters lopen vanaf de zijlijn naar de paal, nemen een doorloopbal en lopen door naar de andere zijlijn. 
  • Elke speelster loopt 2x 2,5 minuten heen en weer. 
  • Zij geven ook elk 2x aan.
  • Steeds 5 keer door de touwladder Waarbij je rustig begint en elke keer je snelheid iets verhoogt, zodat de 5e keer op volle snelheid is.
    • Erdoor heen lopen met twee voeten in de ladder.
    • 2 voeten binnen de ladder/ twee voeten buiten de ladder met knie in hoek van 90 graden.
    • 2x links hinkelen van links op zij, naar het midden, dan 2x rechts hinkelen naar rechts opzij en rechts er weer in.
    • Zijwaarts 2 voeten er in en twee er uit.
    • 2 voorwaarts, 1 achterui, 2 voorwaarts enz.


  • Speel 4:4, na onderschepping komt de bal naar de middenlijn, waarna de aanval opnieuw begint. 
  • 3x aanvallen en dan wisselen van functie.
  • De opdracht is zo ruim mogelijk spelen en afvangen vanuit de ruimte. 
  • Denk daarbij aan de getrainde oefeningen.
  • 3x planken gewoon (speler gaat in pomphouding staan maar niet op de handen maar op de elle bogen)
  • 3x planken links (speler gaat zijdelings liggen en strekt zijn gehele lichaam op zijn elle bogen en op zijn enkels)
  • 3x planken rechts( idem met vorige)
  • 3x benen heffen (rug lig, benen gestrekt heffen voor een bepaalde tijd kan gemakkelijker gemaakt worden door handen onder het achterwerk te leggen...benen zo laag mogelijk boven de grond)
  • 3x superman (op handen en knieën, bij het ingaan van de tijd strekken ze tegelijkertijd hun linkerarm en rechterbeen, daarna rechterarm linkerbeen etc...)