Korfbaloefeningen voor de techniek doorloopbal

  • Per korf staan minimaal 2 spelers die bij aanvang van het spel 10 punten hebben.
  • Om de beurt maken zij een doorloopbal. Weten ze te scoren? Dan gaat er 1 punt in de denkbeeldige pot. Deze pot kan zo oplopen tot 20/30 punten.
  • De punten gaan uit de pot wanneer een speler mist. De punten gaan dan naar de andere speler.
  • Als er geen punten in de pot zitten, kunnen er ook geen punten verloren gaan.
  •  2 teams gemixt
  •  Elke ronde duurt 5 min, daarna snel alles omzetten naar de volgende ronde (max 3 min)
  •  Scores bijhouden, hoogte aantal aan het einde wint
  •  Eerst pion oefening goed uitvoeren daarna bepaalde score maken
  • Ronde 1: 
    • doorloopballen scoren. (pion oefeningen = schijnbewegingen maken tussen 2 pionnen)
  • Ronde 2: 
    • schoten 3-4m scoren. (pion oefening = 2 pionnen vooruit, 1 pion achteruit)
  • Ronde 3: 
    • korte kansen achter de paal scoren. De sprinter wordt aangegeven en die speelt terug op de uitstappende rebounder onder de paal (pion oefening = huppend over de pionnen)
  • Ronde 4: 
    • schoten 4-5m scoren. (pion oefening = schaatsend over de pionnen springen, landing even vasthouden)
  • Ronde 5: 
    • uitwijkballen scoren. (pion oefening = opspringen bij pion 1, 3 en 5 en squat bij 2 en 4)
 
  • Elk tweetal moet proberen de code te kraken. Dit is een viercijferige code waarbij de volgorde uitmaakt.
  • Elke oefening is een getal, dit getal kunnen ze gebruiken in de code.
  • Wanneer zij 4 oefeningen gedaan hebben, geven ze dit door als code, in de volgorde waarin ze de oefeningen gedaan hebben.
  • De trainer geeft dan aan hoeveel de spelers goed hebben en hoeveel er wel in zitten, maar niet op de goede plek.
Oefeningen:
  1. 8 doorloopballen
  2. 5 rondjes loopladders per persoon
  3. 2 rondjes om het hele veld 
  4. 5 uitwijkballen rechts
  5. 5 uitwijkballen links
  6. paal aantikken klein kansje, 8 scoren
  7. 20 strafworpen
  8. 6 afstandsschoten 6 m voor de korf
  9. 6 afstandsschoten 5 m achter de korf
 Per paal een 3-tal. De oefeningen moeten op 100 % gedaan worden. Elke oefening duurt 2,5 minuut. De tussenopdrachten duren een specifieke tijd. De bedoeling is dat je de meeste doelpunten gaat genereren als groep.

  • Schoten voorzijde van de korf van 6 meter waarbij de schutter een herhalingsschot krijgt daarna doorwisselen. 
    • (tussenopdracht 1: 25 push-ups)
  • Doorloopballen vanaf 10 meter op de voor en achterkant van de paal. 
    • (Tussenopdracht 2: 30 sit-ups)
  • Kortekansen, Als de bal op de grond valt begin je weer op 0. 
    • (tussenopdracht 3: 3 tegen 3 spel waarbij je als aanvallende partij een korf kan kiezen)
  • 4-kant schieten uit beweging op 5 meter. 
    • (tussenopdracht 4: 15 burpees)
  • Uitwijkbal met de verplichting om bij inpassen via de grond een doorloopbal te maken. Speler krijgt de bal aangespeeld, speelt in op de aangeef, maakt een uitwijkbal, krijgt de bal aangespeeld en speelt in middels een pass over de grond en maakt een doorloopbal. 
    • (tussenopdracht 5: 3 tegen 3 waarbij alleen maar afgerond mag worden door middel van een schot.)
  • Schoten achterzijde van de korf vanaf 6/7 meter met herhalingsschot.
  • De korven staan in het midden van het vak/veld in lengte-richting
  • Speler met bal onder de paal.
  • Speler 1 neemt de doorloopbal en loopt door naar speler 3. Die neemt een doorloopbal en gaat naar de plek van 1. 

    • 3 minuten van lijn naar lijn lopen en doorloopballen scoren aan voorkant onderhands en aan de achterkant bovenhands. Op 50% snelheid.
      Na elke minuut wisselt de aangever door zonder dat de oefening stil valt.
    • 3 minuten op 75%
    • 1,5 minuut 100% maar rustig uitlopen
    • 3 minuten op 75%
    • 3 minuten op 50%
drawing Doorloopbal met duurconditie in piramide opbouw
  • Per 2 aan een paal
  • De schutter start met de bal
  • De schutter speelt de bal in op de steun
  • De schutter maakt een haakje naar links of rechts en krijgt de bal weer teruggespeeld
  • De schutter schiet op doel
  • De afgevangen bal wordt direct weer op de schutter gespeeld
  • De schutter speelt de bal terug in op de steun
  • De schutter maakt een doorloper
  • Na 2x scoren wisselen van functie 
  • Ieder doet 5 keer deze oefening
  • Elk tweetal moet proberen de code te kraken. Dit is een viercijferige code waarbij de volgorde uitmaakt. 
  • Elke oefening is een getal, dit getal kunnen ze gebruiken in de code. 
  • Wanneer zij 4 oefeningen gedaan hebben, geven ze dit door als code, in de volgorde waarin ze de oefeningen gedaan hebben. 
  • De trainer geeft dan aan hoeveel de spelers goed hebben en hoeveel er wel in zitten, maar niet op de goede plek. 
 Oefeningen: 
  • 8 doorloopballen
  • 5 rondjes loopladders pp
  • 2 rondjes om het hele veld
  • 5 uitwijkballen rechts
  • 5 uitwijkballen links
  • paal aantikken klein kansje, 8 scoren
  • 20 strafworpen
  • 6 afstandsschoten 6 m voor de korf
  • 6 afstandsschoten 5 m achter de korf
  • De blauwe speler heeft de bal en plaatst die op de rode speler die naar een hoedje loopt
  • De rode speler vangt met één hand de bal en speelt de bal met de buitenste hand terug naar het naastliggende hoedje
  • Hij/zij vangt de bal nu met de andere hand en speelt hem terug op blauw. Dit doet hij/zij bij alle zes hoedjes
  • Daarna tikt hij/zij de blauwe speler aan en gaat voor een doorloopbal die van achteren wordt aangegeven
  • Na 5x wisselen van functie
  • Het 2-tal dat als eerste ... doelpunten scoort, wint.
Door de hoedjes verder uit elkaar te zetten moet er meer gelopen worden en verder gegooid. 
Met een tijdslimiet kan de intensiteit worden opgevoerd.

drawing links en rechtshandig vangen en gooien met doorloopbal
  • De korven staan in een driehoek op ongeveer 10 meter van elkaar.
  • Vanuit de korf loop je naar de volgende korf en je krijgt de bal aangegeven van de korf die zich tegenover de looplijn bevindt.
  • In het tekenvoorbeeld geeft blauw wit aan, wit geeft rood aan en rood geeft blauw aan.
  • Welk 3-tal scoort als eerste 20x ?
  • De eerste speler loopt, de tweede speler geeft aan, de derde vangt af en geeft de volgende weer aan. enzovoort.
drawing Doorloopbal chaos
Om de doorlopers iets leuker te maken, maken we er een wedstrijd van!
  • Je zet een aantal korven in een cirkel waar telkens een aangever staat
  • Ook staan er meer spelers dan korven in het midden
  • Elke gescoorde doorloper telt voor 1 punt 
    • Scoor je een doorloper dan blijf je aan de beurt
    • Mis je de doorloper dan wissel je met de aangever van functie
  • De speler die als eerste 6 punten scoort heeft gewonnen. Aantal punten te bepalen op wat de spelers kunnen.
variatie:
  • je kan verschillende maten van korven doen en deze een andere score geven 
    • bijvoorbeeld een schutterskorf telt voor 2 punten
  • In drie- of tweetallen naar de korf.
  • Er is constant 1 persoon die 1 minuut werkt, idealiter 2 personen voor de rebound.
  • Er liggen pionnetjes/slipstippen in een vierkant rondom de korf, op ongeveer 4 meter afstand.

  • Speler 1 begint bij de eerste pion, loopt naar binnen voor een doorloopbal. 
  • Loopt vervolgens naar buiten naar de tweede pion en neemt daar het schot. 
  • Gaat naar de derde pion en maakt daar weer een doorloopbal etc. 
  • Na 1 minuut is de volgende speler aan de beurt.
drawing Conditie oefening
  • 1 = 1 doorloopbal
  • 2 = 5 afstandsschoten
  • 3 = 3 rondjes rennen
  • 4 = 1 achteruit schot
  • 5 = 5 korte kansen
  • 6 = 5 push ups
Teams van 2 à 3.

Je begint met een gezamenlijk getal. Voor elke opdracht die je afmaakt, krijg je 1 punt. Sommigen zijn eerder klaar dan anderen, die dobbelen dan ook gelijk door. Zo moeten de kinderen uiteindelijk allemaal verschillende opdrachten doen.