facebook pixel

Korfbaloefeningen voor de techniek warming-up

  • 2 met bal onder de korf (de onder en voor de korf zijn een setje)
  • 2 mensen voor de korf (tegen over elkaar)
  • scoor je, dan schijf je op
  • dit doe je tot je bent ingehaald door de andere schutter of jij hebt hem ingehaald.haal-elkaar-in
  • Zet een vierkant uit van 20 bij 20 met hoedjes
  • In het midden leg je ballen (1 minder dan het aantal spelers)
  • De spelers lopen rondjes rond de hoedjes
  • Op het fluitsignaal rennen ze naar binnen en proberen een bal te pakken
  • Als je een bal hebt mag je een schotpoging doen (strafworp - afstand) en als je scoort heb je een punt, bij elke nieuwe ronde een bal minder in het midden. De spelers die geen bal te pakken hebben blijven lopen.


  • Estafette:
    • Voorbereiding:
    • 2/3 rijen maken van achtereenvolgens 1 hoepel, 1 losse korf op de grond, 1 springtouw, 1 korf met paal
    • Estafete lopen start bij de pion eerst door de hoepel, dan door de korf;  dan 2 keer touwtje springen, 1 doelpunt maken daarna terug rennen.
    • Welk team is als eerste allemaal geweest?


DOEL: Warming-up (oncentratie en reactie) 

ORGANISATIE: twee-, drie- of viertallen in een afgebakende ruimte.

SPELVERLOOP: In rustige looppas achter elkaar lopen, kriskras door de hele ruimte. Nummer 2 volgt steeds elke beweging van nummer 1 zo snel mogelijk en houdt daarbij steeds ongeveer 1 meter afstand. Na enige tijd wisselen.

VARIATIES:

  • nu probeert de voorste loper de achterste loper kwijt te raken door plotselinge schijnbewegingen en/of tempowisselingen.
  • maar nu zijn ook andere bewegingen toegestaan: kruispassen, springen, snel gaan liggen en weer opstaan enz.
  • Niet meer met meertallen: iedereen loopt vrij door elkaar. De spelers lopen naar elkaar toe, maken een schijnbeweging en:
    • passeren elkaar dan links.
    • rechts passeren
    • draaien ze om elkaar heen en lopen weer terug
  • 2 bij paal; 
  • 1 neemt 10 korte kansjes en 5 strafworpen deze moeten raak!, 
  • andere loopt tussen de pilon (of lijn) heen en weer totdat de ander klaar is dan wisselen van functie, 
  • deze doet zelfde qua schot.
  • Ren om een vierkant heen. 
  • Elke keer wordt er een nieuw nummer geroepen. 
  • Elk nummer is een andere opdracht. 
    • Bij 1 spring omhoog, 
    • Bij 2 achterste probeert voorste in te halen, 
    • Bij 3 raak de grond aan.
  • Alle spelers gaan in een rij staan. 
  • De voorste 2 spelers hebben een bal. 
  • Speler 1 begint met schieten, waneer deze heeft geschoten mag speler 2 ook beginnen. 
  • Als 1 eerder scoort dan 2, mag hij achteraan gaan staan. 
  • Als 2 eerder scoort dan 1, is 1 af en moet hij naar de zijkant. 
  • De laatste twee moeten tegelijk beginnen en degene die als eerst scoort heeft gewonnen
  • Per twee-/drietal een bal. 
  • De spelers gooien over totdat ze bij een paal zijn. 
  • Bij de paal mogen beide spelers één keer schieten. 
  • Vervolgens moeten ze weer overgooiend naar een andere paal. 
  • Alle groepjes gaan gewoon dwars door elkaar. 
  • Welk twee-/drietal als eerste 15 goals (optioneel) heeft.
  • 1 lummel die mag de bal niet, zonder tikken. 
  • Goede ballen gooien. 
  • Niet gevangen is fout van de gooier. 
  • Bal aantikken is genoeg voor de lummel
  • Je laat het team een cirkel om de trainer heen vormen. 
  • Ze moeten in beweging blijven, wanneer er links wordt geroepen draaien ze links om en sprinten ze weg. 
  • Wordt er rechts geroepen; draaien ze rechtsom en sprinten ze weg.
  • Met tweetallen in het midden van de zaal gaan staan. 
  • Je doet met dit tweetal 'steen- papier - schaar' en wie verliest moet zo snel mogelijk de winnaar tikken. 
  • De winnaar moet zo snel mogelijk de muur aan zijn kant van de zaal proberen aan te tikken. 
  • Per 2 tal beide een goal scoren. 
  • Wanneer beide scoren schuif je door naar links naar de volgende korf, ongeacht of het 2-tal naast je al klaar is. 
  • Wie is er als eerste terug bij zijn eigen korf en scoort daar beide nogmaals.