Korfbaloefeningen voor de techniek warming-up
4 palen (3 palen wanneer met 7):
- Onder elke paal iemand met bal, en iemand zonder bal vooraan.
- Aanvaller gaat door de hindernis te nemen de actie maken op de korf.
- Aangever gaat na aanspelen via het midden door op de volgende korf.
- Paal 1: 4 hoepels waardoor links-rechts moet gelopen worden
- Paal 2: loopladder 2 voetcontacten
- Paal 3: 5 hordes: 1 voetcontact tussen elke hindernis
- Paal 4: kans zonder hindernis (alleen met 8 spelers)
- Doorlopers
- Korte kans na stilvallen
- Korte kans door aangever na kaatsen
- Spelers staan in een grote cirkel.
- De bal moet steeds worden doorgepast naar de buurman.
- De richting van het doorpassen kan met de klok mee of tegen de klok in.
- Er worden steeds meer ballen toegevoegd
- Als de bal op de grond komt, moeten de spelers naar de rand van het veld lopen en weer terug voordat ze verder mogen.
- De bal moet met de linkerhand naar links worden gegooid en met de rechterhand naar rechts.
- Als het te makkelijk gaat, kan er eventueel met één hand worden gevangen.
Uitleg
- Maak tweetallen per korf.
- Doorloop de oefening zoals uitgetekend.
- Wissel na 3 doelpunten om.
- Wanneer beide spelers zijn geweest, wissel dan door, maar komt tot schot op het andere been.
- Iedereen bij een korf met bal
- Overige spelers gaan lopen en doorloopballen nemen
- Na een bepaalde score gaat de volgende
Oefeningen met speedladder: agility- en coördinatieoefeningen. Elke opdracht 4x
Bedoeling is ook de nadruk te leggen naar evenwicht. Gebruik dus ook de armen
Bedoeling is ook de nadruk te leggen naar evenwicht. Gebruik dus ook de armen
- 2 voetcontacten per vak voorwaarts.
- 2 voetcontacten per vak zijwaarts (enkel in de ladder).
- Icky shuffle (in-in-uit).
- Icky shuffle achterwaarts.
- In en uit (2 voeten in, 2 voeten gespreid uit de ladder) explosief.
- 1 voet in-uit: naast de ladder starten, steeds in en uit, andere voet blijft uit de ladder op een mooi ritme.
- Zijwaarts in-uit de ladder 2 voetcontacten.
- Cross-over: zijwaarts bewegen, steeds 'achterste' been voor brengen.
- Zijwaarts door de ladder, steeds in de sprong van voet wisselen .
- Reverse cross-over: ongeveer zelfde als icky-shuffle, maar steeds de buitenste voet achterdoor in de ladder brengen.
- Carioca: lateraal door de ladder, voor-achter.
- Zoals icky-shuffle, maar met 2 voeten samen (uit-in-uit).
- Zelfde als vorige, maar nu op 1 been.
- 2 voetcontacten per vak, 2 vakjes voor, 1 vakje terug.
> 2-tallen (om en om nemen)
> Pionnen in het midden van het speelveld
> Gewonnen pionnen liggen op 1 meter van je korf
> 20 pionnen bij 8-10 spelers | 24 pionnen 11-14 spelers | 28 pionnen 15-18 spelers
> Elke ronde duurt zo lang als alle pionnen op zijn (+ 1 minuut pionnen stelen)
- Ronde 1:
- 5 dlb achter elkaar = 1 pion.
- 8 dlb achter elkaar = 2 pionnen.
- 10 dlb achter elkaar = 3 pionnen.
- Ronde 2:
- 2 schot = 1 pion.
- 3 schot = 2 pionnen.
- 4 schot = 3 pionnen.
- Ronde 3:
- 4 korte kans = 1 pion.
- 7 kk = 2 pionnen.
- 9 kk = 3 pionnen.
- Ronde 4:
- 5 stippen = 1 pion.
- 8 stippen = 2 pionnen.
- 10 stippen = 3 pionnen.
- Ronde 5:
- 1 schot = 1 pion.
- 2 schot = 2 pionnen.
- 3 schot = 3 pionnen.
- 4 schot = 4 pionnen.
- 5 schot = 5 pionnen.
- de tikker mag stuiteren met de bal.
- Wil hij iemand tikken dan moet hij de bal naar diegene gooien.
- Is het raak dan is diegene af.
- Ze lopen heen en weer net als rijtjes oefening,
- maar gaan nu op commando oefeningen doen.
- Zoals bijv knieenheffen, billentikken, de grond aantikken en omhoog springen, huppelen, zijwaarts springen, hinkelen
Kegeltjes Pikken:
Per x aantal aan 1 paal.
- Bij 2x achtereenvolgend scoren mag er een potje van de hoop worden gehaald.
- Vanaf dat de potjes op zijn mogen er gestolen worden bij andere palen.
- De oefening stopt na een bepaalde tijd of wanneer er 1 paal over blijft
- Diamant vorm met pionnen.
- Diverse looplijnen laten lopen en ondertussen passen.
- Afzetten heel belangrijk
- Er staat iemand met 2 kleuren pionnen in zijn handen.
- Dezelfde 2 kleuren pionnen liggen op de grond.
- 1 persoon loopt recht richting de persoon met de 2 pionnen.
- De persoon met de pionnen houdt de pionnen achter zijn lichaam.
- Zodra de ander dichtbij hem/haar is laat hij 1 van de pionnen zien.
- De kleur die omhoog gehouden wordt is de kleur waarheen de ander moet sprinten.
- In het midden leg je ballen
- De spelers staan bij hun korf
- Op het fluitsignaal rennen ze naar binnen en proberen een bal te pakken
- Als je een bal hebt mag je een schotpoging doen (strafworp - afstand) en
- als je scoort heb je een punt,
- bij elke nieuwe ronde een bal minder in het midden.
- De spelers die geen bal te pakken hebben blijven lopen.
- tot 5 punten per persoon