Voetbaloefeningen voor de techniek aanvallen
Doel:
- Opbouw van achteruit in vaste patronen aanleren (met weerstand)
Wie staat waar:
- Allemaal verdelen over het veld, geef ze tips, aanwijzingen, en laat ze vooral dingen proberen zelf te bedenken!
- Iedereen kan het spel stil leggen!
Oefening:
- B speelt op A
- B zet druk op A
- A dribbelt een klein beetje, geeft goede bal op C
- C speelt op D
- D speelt op E
- E kaatst of draait en werkt af
- D kaatst op C
- C werkt af
Variatie mogelijk door eerder gemaakte afspraken, en afhankelijk van verdediger ( zie onderzijde)
Taak verdediger: ( jayden - Jelle/ Lucas afwisselen samen)
Taak verdediger: ( jayden - Jelle/ Lucas afwisselen samen)
- Verdediger kiest manier van druk zetten.
- Druk zetten op de back, of de bal lijn afschermen naar links buiten of spits
Doorwisselen:
- Wisselen naar de volgende Pylon
Coaching:
- Beweging zonder Bal
- goede been en strak inspelen
- Coach elkaar door roepen naam
- Laat ze keuzes en fouten maken
Speelwijze:
1-4-4-3
A= 3-4
B=6
C=5
D=11
E= 9
2x 20 minuten partij vorm
1 grote goal, 2 kleine goaltjes
Doel:
- Opbouwfase zoveel mogelijk nabootsen (naar eigen inzien)
- Druk zetten, communicatie hierin met elkaar verbeteren
- Overtallen creëren in je aanvalsfase
DOELSTELLING
Positiespel in opbouw verbeteren
AFMETINGEN
- Lengte: 45 meter
- Breedte: 35 meter
SPELREGELS
- De aanvallende partij speelt in een 1-2-3 formatie
- De verdedigende partij speelt in een 3-1 formatie
- De aanvallers kunnen scoren op een van de twee kleine doeltjes, de verdedigers scoren op het grote doel met keeper
- Wedstrijd spelregels hanteren
Doel:
Opbouw van achteruit in vaste patronen aanleren zonder weerstand
Oefening:
Opbouw van achteruit in vaste patronen aanleren zonder weerstand
Oefening:
- A speelt op B
- B kaatst op A
- A dribbelt een klein beetje, geeft goede bal op C
- C dribbelt volgend hoedje
- C speelt op D
- C speelt op D
- D kaatst op C - of draait door
- E kaatst op D of draait en schiet
Doorwisselen:
- A-B
- B-C
- C-D
- D-E
- E haalt bal en sluit aan bij A
Coaching:
- Beweging zonder Bal
- goede been en strak inspelen
- Coach elkaar door roepen naam
Speelwijze:
1-4-4-3
1-4-4-3
- A= 3-4
- B=6 - 8
- C=5
- D=11
- E=9
- Spelers spelen een match van bijvoorbeeld hier 8 tegen 8.
- Als er wordt gescoord, moet de doelpuntenmaker een potje pakken van achter de goal en bij hun eigen potje zetten.
- Als een team alle potjes bij een goal heeft weggenomen, is dat team gewonnen.
DOELSTELLING
Creëren van kansen
AFMETINGEN
- Lengte: 40 meter
- Breedte: 20 meter
SPELREGELS
- De aanvallers scoren op een groot doel met keeper, de verdedigers scoren op een klein doeltje
- Wanneer de bal uit is, indribbelen
- Bij achterbal/hoekschop mogen de aanvallers een nieuwe bal indribbelen vanaf het kleine doeltje
- Na verloop van tijd wisselen de teams van functie
DOELSTELLING
Creëren van kansen
AFMETINGEN
- Lengte: 40 meter
- Breedte: 20 meter
SPELREGELS
- Beide teams kunnen scoren op het grote doel met keeper
- De neutrale speler is de kaatser in het gele vak tegenover het grote doel
- Voordat er gescoord mag worden, dient het balbezittende team eerst de neutrale speler te gebruiken, hiermee halen ze 'recht van de aanval'
- Op het moment dat de bal uit gaat, of als de tegenpartij de bal onderschept, moet er weer opnieuw 'recht van de aanval' worden gehaald bij de neutrale speler
- Als de bal uit is, indribbelen
- Zie plaatje
- V-opstelling aan 2 kanten 3 spelers
- Speler 1a, 2a, 3a en speler 1b, 2b, 3b
- 1a kaatst naar 2a.
- 1a krijgt bal na kaatst en passt stevig naar 3b.
- 3b legt breed naar 2a.
- 2a rond af.
- 1a naar 2a, 2a naar 3b, 3b sluit aan bij A kant.
- Andere kant hetzelfde.
- Zet pionnen zoals op plaatje.
- Speler 1 passt naar speler 2.
- Speler 2 draait open en geeft dieptepass naar achterlijn.
- Speler 1 sprint diep naar de dieptepass en geeft een voorzet rand 16.
- Speler 3 communiceert/ roept en vangt deze pass op of neemt aan of rond direct af.
- Speler 1 kaatst op Speler 2.
- Speler 1 geeft diepe hoge pass op Speler 3.
- Speler 2 biedt zich aan rand 16.
- Speler 3 passt over de grond naar Speler 2.
- Speler 2 legt breed op rand 16, Speler 3 rondt af.
- Speler 1 naar Speler 2, die vervolgens naar Speler 3 speelt.
- Speler 3 sluit aan bij rij andere kant.
Twee kanten uitzetten en om en om uitvoeren.
- Speler 1 past de bal naar Speler 2.
- Speler 2 past naar Speler 3.
- Speler 3 gaat samen met Speler 1 aanvallen.
- Speler 2 gaat verdedigen op Speler 1 en 3.
- Keeper 1 probeert de bal te pakken.
- Speler 1 paast de bal naar speler 2.
- Speler 1 loopt door en speler 2 legt de bal breed.
- Speler 1 speelt de bal door op speler 3.
- Speler 2 is ondertussen doorgelopen op de goal.
- Speler 3 geeft een voorzet op speler 2 en en daarna maakt speler 2 af.