Voetbaloefeningen voor de techniek aanvallen
- Je speelt een 7 tegen 7 + K.
- Hierbij ligt het accent op het snel handelen. Hierbij speel je de eerste 5 min met 3 keer raken om dit te stimuleren.
- Coaching:
- Snel verplaatsen van de bal
- Bal er uit halen
- Om de 16 meter afwerken
- Tweede lijn ballen
- Simpel voetballen
- Naar de grote goal speel je in een 1-3-3 formatie
- Met keeper speel je in een 1-2-3-2
4+K vs 5
opbouw startende tussen 2 kleine doeltjes
opbouw startende tussen 2 kleine doeltjes
- Je staat met twee man aan de buitenkant.
- Er staan 2 poppen op 17 meter van de goal.
- Spelers staan op 20 meter. Op de juiste timing beginnen ze met een kruiswaardse loop actie waarbij de speler bij eerste paal eerder moet zijn dan de speler bij de tweede paal.
- Dit doe je met wedstrijden in 2 teams.
- Zorg voor een 5 tegen 5.
- Hierbij speelt er dus 1 team niet.
- Op het moment van scoren wisselt dit team er in.
- Er gebeurt veel in balbezit en je mag van alle hoeken en standen scoren.
Organisatie
- Je speelt met drie teams:
- twee teams spelen als aanvaller in het veld
- 1 team is buiten het veld de voorzetgever
Oefening
- De bedoeling is om het spel zo snel mogelijk te spelen.
- Je gaat met 2 man eruit en krijgt een voorzet vanaf de zijkant.
- Deze probeer je in de goal te werken. Hierna gaan vanaf dat goal de andere aanvallers proberen te scoren.
- Je speelt samen met het team dat voorzetten geeft.
- Degene die aan het eind de meeste punten heeft wint.
- Je speelt met twee keepers op de goal.
- De bal wordt ingespeeld door de eerste keeper.
- Hier wordt een 2 vs 2 gespeeld.
- Wanneer de bal uit is komt er vanaf de andere keeper nog een 2 vs 2.
- Na 10 min wissel je door naar een 3 vs 3
DOELSTELLING
- Creëren van kansen
AFMETINGEN
- Lengte: 50 meter
- Breedte: 30 meter
SPELREGELS
- Beide teams kunnen scoren op het grote doel met keeper
- De neutrale speler is de kaatser in het gele vak tegenover het grote doel
- Voordat er gescoord mag worden, dient het balbezittende team eerst de neutrale speler te gebruiken, hiermee halen ze 'recht van de aanval'
- Op het moment dat de bal uit gaat, of als de tegenpartij de bal onderschept, moet er weer opnieuw 'recht van de aanval' worden gehaald bij de neutrale speler
- Als de bal uit is, indribbelen
Doel:
- nauwkeurigheid + intensiviteit verhoging
Inhoud:
- cross bal over de grond naar persoon schuin van je ( A-B)
- kleine dribbel, naar kant van C en spelen naar C
- C doet 1-2 met D, en met loop actie dribbelt terug naar begin
Doordraaien:
- A op tempo wordt B
- B - D
- D-C
- C-A
Coaching:
- snel doordraaien
- goede been inspelen
- vooracties maken ( Hoedje is tegenstander)
- strakke balen over de grond
- continu beweging
Het spelprincipe
- Zo snel mogelijk omschakelen staat centraal tijdens deze oefening.
- Je kan als coach natuurlijk altijd zelf kiezen in deze oefening waar je de nadruk op legt: het omschakelen naar balbezit of juist het omschakelen na balverlies.
De oefenvorm
- De rode partij speelt in het rode vierkant een positiespel 7 vs 5.
- Als geel de bal verovert, speelt de speler van de gele partij een medespeler aan in het gele vierkant.
- De 5 gele spelers uit het rode vierkant plus 5 willekeurige rode spelers verplaatsen naar het gele vierkant.
- Omschakelen dus. In het gele vierkant gaat vervolgens het positiespel verder 7 tegen 5, totdat rood de bal verovert en de bal weer naar het rode vierkant speelt.
- Dan schakelen de spelers weer om naar het rode vierkant.
Coaching
Los van of het positiespel goed verloopt gaat het natuurlijk vooral om de omschakeling. Daarom:
- Omschakeling naar balbezit: wordt het spel daadwerkelijk z.s.m. verplaatst naar het andere vierkant?
- Omschakeling na balverlies: kan de pass naar het andere vierkant nog voorkomen worden? Door direct druk te zetten op de bal
- Omschakeling na balverlies: als de spelverplaatsing niet voorkomen kan worden, schakelen er dan 2 spelers z.s.m. om naar het andere vak?
Doel:
- Opbouw van achteruit in vaste patronen aanleren (met weerstand)
Wie staat waar:
- Allemaal verdelen over het veld, geef ze tips, aanwijzingen, en laat ze vooral dingen proberen zelf te bedenken!
- Iedereen kan het spel stil leggen!
Oefening:
- B speelt op A
- B zet druk op A
- A dribbelt een klein beetje, geeft goede bal op C
- C speelt op D
- D speelt op E
- E kaatst of draait en werkt af
- D kaatst op C
- C werkt af
Variatie mogelijk door eerder gemaakte afspraken, en afhankelijk van verdediger ( zie onderzijde)
Taak verdediger: ( jayden - Jelle/ Lucas afwisselen samen)
Taak verdediger: ( jayden - Jelle/ Lucas afwisselen samen)
- Verdediger kiest manier van druk zetten.
- Druk zetten op de back, of de bal lijn afschermen naar links buiten of spits
Doorwisselen:
- Wisselen naar de volgende Pylon
Coaching:
- Beweging zonder Bal
- goede been en strak inspelen
- Coach elkaar door roepen naam
- Laat ze keuzes en fouten maken
Speelwijze:
1-4-4-3
A= 3-4
B=6
C=5
D=11
E= 9
2x 20 minuten partij vorm
1 grote goal, 2 kleine goaltjes
Doel:
- Opbouwfase zoveel mogelijk nabootsen (naar eigen inzien)
- Druk zetten, communicatie hierin met elkaar verbeteren
- Overtallen creëren in je aanvalsfase
DOELSTELLING
Positiespel in opbouw verbeteren
AFMETINGEN
- Lengte: 45 meter
- Breedte: 35 meter
SPELREGELS
- De aanvallende partij speelt in een 1-2-3 formatie
- De verdedigende partij speelt in een 3-1 formatie
- De aanvallers kunnen scoren op een van de twee kleine doeltjes, de verdedigers scoren op het grote doel met keeper
- Wedstrijd spelregels hanteren