Voetbaloefeningen voor o11 jeugd

Beschrijving
Twee frontrijen van 8 spelers elk met een bal. 
Dribbelen tot aan het potje bal laten liggen en opwarmingsoefening. 
Volgende potje de bal van de ploegmaat meenemen en dribbeloefening.
 
 * Variatie: lijnenloop met en zonder bal. 
 * Lenigheidsoefeningen. 

Coaching
  • Gelijke afstanden houden; verzorgen van de uitvoering. 
  • Fysieke parameter : 20 min 
Afwerkoefening in driehoekjes.
Vierkant 15m x 12m met extra pion positie 10, ter hoogte midden van de bovenkant, max 3 meter hoger.

  1. A speelt naar E
  2. E terug naar A
  3. A speelt naar D
  4. D speelt naar E en loopt naar volgende pion richting doel
  5. E lateraal naar D 
  6. D werkt af op doel
Onmiddellijk na het schot, zelfde oefening, maar aan andere kant:
 
  1. B speelt naar C
  2. C terug naar B
  3. B speelt naar D
  4. D speelt naar C en loopt naar volgende pion richting doel
  5. C lateraal naar D 
  6. D werkt af op doel
Na elke doelpoging doorschuiven naar volgende positie: A naar E, E naar D en D naar A; zelfde aan andere kant: B naar C, C naar D en D naar B.
Speler die getrapt heeft. neemt bal mee.

Iedereen minstens 3x trappen op doel.

drawing Wedstrijdopwarming CRV deel 3
Vierkant 15m x 15m
2 of 3 spelers per pion, keeper in het doel.

  • Speler A & B zijn verdedigers, C & D de aanvallers.
  • A speelt bal verticaal naar D, waarna een wedstrijdje 2 tegen 2 start. 
  • Aanvallers trachten te scoren na 2 of 3 passen.
  • Verdedigers mogen bal onderscheppen en zelf ook scoren.
Na doelpunt of bal buiten volgende golf.
Spelers die veldje afgaan, draaien met de klok mee door naar volgende pion; A naar B, B naar C enzovoort.

Oefening eindigt als iedereen minstens 4 keer heeft gespeeld; 2x aanval en 2x verdediging.
drawing Wedstrijdopwarming CRV deel 2
Vierkant 15m x 15m.
3 spelers per hoekpunt.

  • A speelt bal horizontaal naar B en loopt dan verticaal naar D.
  • C speelt tegelijkertijd naar D en loopt dan naar B.
Dus steeds horizontaal over en weer passen, en verticaal over en weer lopen.
Per 2 of 3 spelers aan een potje, speler die aangelopen komt, sluit achter de wachtenden aan.

Elke speler 5x over en weer.
drawing Wedstrijdopwarming CRV deel 1
Opwarming waarbij de basishandelingen worden toegepast.

  • Keeper speelt naar vragende 3 die uitzakt. 
  • 3 kaatst terug naar de keeper.
  • Keeper controle verste voet en dan naar vragende 10.
  • 10 controle verste voet en kaatst terug naar 3.
  • 3 speelt naar vragende 9 die uitzakt.
  • 9 controle verste voet en uitdraaien.
  • 9 slalomt door kegels terug naar beginpositie.
Keeper neemt plaats van 3, 3 van 10, 10 van 9.
Oefening kan langs beide kanten toegepast worden.

Variaties: 
  • Balaanname met links, pass met rechts - of omgekeerd.
  • Andere technische- of opwarmingsoefening langs de kegels in plaats van dribbelen.
drawing Van voor naar achter en terug
Afstanden 8 bij 8 meter. Verschillen per aantal en leeftijd. Let op dat spelers niet te dicht op elkaar staan maar ook niet dat ze op een eiland kunnen staan.

  • Iedere speler heeft een bal in één hand. Hij mag de bal tijdens het spel niet van hand verwisselen dan is hij af.
  • Spelers lopen op tempo door het vak met de bal op de hand en proberen de bal van de tegenstander weg te tikken.
  • Laatste die over is, heeft gewonnen.
Doel is te zorgen dat spelers kijken wat om hen heen gebeurd; waar zijn mijn tegenstanders. En natuurlijk deze tijdig ontwijken zodat mijn bal blijft liggen.
Ver gevorderde groep kan dit ook met bal aan de voet.
drawing Het kijk spel
Afstanden: de oranje pionnen zijn het doel en staan 2,5 meter uit elkaar. 
Gebruik hiervoor de rode palen looptraining. De spelers staan 5 meter voor de goal.

  • Het blauwe team begint met keepen, de trainers staan naast de goal en gooien de bal aan. 
  • Rood moet proberen al koppend te scoren.  Lukt dit dan is het 1 punt. 
  • De speler van rood die heeft gekopt, gaat dan keepen.
  • De speler van blauw haalt de bal, legt deze terug bij de trainer en sluit bij zijn groep aan.
Opmerkingen: jongste groepen kunnen ook proberen uit de lucht te schieten. oudere niet qua te hard schieten.

Coach momenten:
Keeper: op de voorvoeten staan om snel te reageren.
Aanvaller:  time, kijk waar de bal komt. Koppen met het bovenlichaam niet alleen je hoofd, knikken naar de bal. Raak de bal vóór het hoofd niet op het hoofd.

drawing Kop spel
Afstanden pionnen 10 L bij 6 B Goals aftstanden kijken per leeftijd.
Hesjes niet nodig omdat 1 op 1.

  • Rood dribbelt het vak in en speelt de bal naar blauw. 
  • Blauw gaat proberen te scoren op goal van Rood, pakt rood de bal af scoort hij op de goal van blauw. 
  • Bij scoren of bal over de lijn uit vak en achteraan aansluiten aan de ander kant waar je stond.
Coach momenten:
Verdediging: zorg dat je tussen man en de goal in blijft staan. heb geduld, zak iets door je knieën, sta op je voorvoeten.
Aanval: hou snelheid in je spel zodra je stil staat, ben je gemakkelijk te verdedigen, door lichaamsbewegingen je tegenstander uit balans brengen. 
Tik de bal naast je tegenstander door en dan ook versnellen. Probeer dan jouw lichaam tussen tegenstander en bal te hebben.
drawing Pingelen en afpakken
Afstanden even bekijken met aantal spelers. 

  • Spelers laten dribbelen in het vak. 
  • Trainer zegt 1: zetten de spelers bal op de voet.  
  • Bij 2: knie op de voet. 
  • Bij 3: zitten op de bal.
  • Dit een minuut en daarna buiten om achter elkaar door de goals dribbelen voor ongeveer 2 minuten.
Spelvorm 1: starten in het vak met dribbelen op teken van ja zo snel mogelijk door een goal dribbelen en terug het vak in en afsluiten met 1,2,3.
1ste heeft gewonnen. per keer wisselen met hoe de bal stoppen.
Spelvorm 2: wie gaat er binnen 1 minuut door zoveel mogelijk goals.
drawing Doeltjes spel
Afstanden:
  • A-B 5 meter. 
  • A naar doel 5 meter. 
  • Hoedje naar lijn B 1 meter.
  • Afstand doel verschilt qua leeftijd jonger is doel groter.
Speler dribbelt naar lijn A kapt de bal af dribbelt naar lijn B kapt af en schiet bal op doel, haalt bal op en loopt buitenom terug.

Variaties:
Binnen/ buitenkant voet afkappen, afkappen achter standbeen, dribbelen met links en rechts.

Coach momenten:
Dribbelen, bij iedere stap de bal raken, afkappen kort draaien, afkappen lijn B en zo de bal hebben liggen dat je doorstapt en schiet en niet speler eerst nog naar achter laten lopen voor aanloop.
drawing Dribbelen kappen scoren
Spelbeschrijving:
De speler met bal start achteraan en passeert de pionnen en past de bal naar de speler die rechts staat te wachten.
Wanneer de speler die rechts staat te wachten de bal krijgt, speelt de speler rechts in het rijtje de bal naar de inlopende speler links in het rijtje.
Deze speler probeert vervolgens de bal achter de keeper in het doel te schieten.

Zo zal er telkens doorgeschoven worden.
De speler die de pionnen heeft gepasseerd, schuift aan bij de speler die de dieptepas heeft gegeven.
De speler die de diepte pas heeft gegeven, gaat naar de plaats om af-te-werken. De speler die juist heeft afgewerkt gaat de bal halen en sluit achteraan aan bij de spelers die de pion moeten passeren.

drawing Afwerken op doel in 3 situaties
Deze oefenvorm is een positiespel waarbij het overtal bij balverlies direct druk moet geven op de bal.

Het spelprincipe
Wat worden je spelers geacht te doen als ergens op het veld de bal wordt verloren? Als je wil dat je team in de omschakeling van balbezit naar balverlies direct druk zet op de bal, is de volgende oefenvorm zeer geschikt om hieraan te werken. Het spelprincipe dat centraal staat in deze oefenvorm is namelijk ‘direct druk zetten op de bal’. Onder ‘druk zetten’ versta ik het aanvallen van de bal; actief naar de bal -en tegenstander- toe bewegen in een poging deze zo spoedig mogelijk te veroveren. 
 
De oefenvorm
Het rode team speelt de bal rond ofwel speelt op balbezit. Het gele team probeert de bal af te pakken. 
Als het gele team in balbezit is gekomen, moet het zo spoedig mogelijk proberen te scoren in 1 van de 4 doelen. Het rode team moet dit voorkomen. 
Door de afmeting van het veld relatief klein te houden, is het vanuit alle posities op het veld eenvoudig om een doelpoging te wagen voor het gele team. 
Het rode team wordt dus gedwongen direct druk te zetten op de bal bij balverlies om een doelpunt/poging te voorkomen.

Coaching
Waar kan je op letten bij deze oefening? Aangezien het druk zetten op de bal centraal is het logisch hier voornamelijk naar te kijken:

  • Wordt het überhaupt druk gezet bij balverlies?
  • Zo ja, door wie en door wie niet? Zo nee, waarom niet?
  • Als er druk wordt gezet, hoe dan? Agressief vanuit het idee om de bal direct te veroveren of vanuit een sjoktempo?
Variaties
Er zijn diverse variaties mogelijk, enkele suggesties:

  • Als je geen keepers hebt, kan je ook werken met alleen kleine doelen
  • Het ondertal laten scoren door uit het veld te dribbelen (evt. in combinatie met de doelen)
  • Punten toekennen aan het overtal door een x-aantal keer rond te spelen
  • Punten toekennen aan het overtal als de bal is herovert zonder doelpoging van het ondertal
  • Meer/minder doelen
  • Doelpunten van het ondertal zwaarder tellen
Vanzelfsprekend kan de oefenvorm ook met andere aantallen gespeeld worden, zolang er maar sprake is van een over- en ondertal.

Direct druk zetten is zeer effectief als het lukt. Lukt het niet en kan de tegenstander onder de druk uit voetballen, dan ontstaan er zeer waarschijnlijk ook grote ruimtes, dat is een risico. Een juiste afstemming van het druk zetten vergt trainingsarbeid. 
drawing Positiespel, direct druk zetten na balverlies