Voetbaloefeningen voor de techniek passing
- De volgende oefening bevat veel snelheid, wendbaarheid, coördinatie, passing en zelf duel.
- Een snelheidsoefening die men kan leggen op gelijk welk moment van de training.
- Elke leeftijdsgroep kan deze oefening uitvoeren. Er zijn voldoende variaties mogelijk die je zelf kan toepassen.
- Bij de jongere en zelf de oudere groepen is het FUN-aspect ook aangenaam.
- Deze snelheidsvorm kan je toepassen op verschillende afstanden. Het is vooral belangrijk te kijken naar je leeftijdsgroep en wat je wil bereiken.
- Beide spelers A vertrekken met duel schouder aan schouder tot tussen de paaltjes.
- (1), Ze versnellen dan rond het potje en gaan rugwaarts naar de stok
- (2,3). Achter de stok geweest, gaan ze zijwaarts over de horden
- (4). Opnieuw gaan ze achter de stok en versnellen voorwaarts naar de verste stok
- (5). Weer rugwaarts naar de andere stok
- (6) om vervolgens een bal ingespeeld te krijgen van B
- (7) waarop A afwerkt op doel
- (8).Speler die het eerste afwerkt wint.
- Bij de oudere leeftijden kan je de verliezer vb laten pompen of een extra opdracht uitvoeren.
- Bij jongere leeftijden tel je de punten op.
- A gaat plaats innemen van B en B gaat naar A.
- Als variatie kan je de spelers B de bal laten opgooien zodat A de bal moet binnen koppen in het doel.
- Zoals je ziet draait alles om snelheid, wendbaarheid en coördinatie.
- Wie wint is altijd leuk en er wordt hard gewerkt.
- Veel plezier met deze snelheidsoefening en laat ons maar weten wat je er van vond.
Eerst links, dan rechts, of beide kanten tegelijk indien genoeg spelers.
Stimuleren om links de linkervoet te gebruiken, rechts de rechtervoet.
Stimuleren om links de linkervoet te gebruiken, rechts de rechtervoet.
1. Speler A draait open naar buitenkant achter tegenstander uit.
2. Speler A passt vooruit naar speler B tussen de kegels.
3. Speler A loopt schuin naar kegel voor het doel.
4. Tegelijkertijd kapt/draait speler B uit de kegels richting doellijn.
5. Speler B passt schuin achter naar speler A die ondertussen aan de kegel staat.
6. Speler A schiet op doel.
7. Speler A wordt Speler B, Speler B sluit aan bij de startpositie.
Inhoud
- Verdediger nr 1 geeft een lange pass/trap op aanvaller nr 2. Deze controleert de bal en gaat direct naar het doel om te scoren.
- Verdediger nr 1 gaat het duel 1 tegen 1 aan
- Bij een onderschepping gaat hij afronden op de kleine doeltjes
- Als de keeper de bal stopt geldt dit eveneens
- Verdediger nr 1 mag met zijn keeper samen-spelen.
Opbouw van de oefenvorm
- Bij verdediger nr 1 spelers met een bal
- Bij de aanvallers spelers zonder bal
- Na gewerkt te hebben wisselen van taak en achter aansluiten
- Afstanden vergroten/verkleinen
- De aanvaller moet de snelheid opvoeren naar het doel terwijl de verdediger moet komen tot tempo-riseren.
- Bij balverlies direct omschakelen
Coaching
- Aanmoedigen om te duelleren
- Bij balverovering direct coachen of men moet samenspelen met de keeper of direct op één van de doeltjes afgaan
- A maakt zich vrij van achter potje en passt naar B.
- B loopt met bal door beide poortjes richting doellijn, ondertussen loopt A door poortje rechts naar midden, net voor strafschopgebied.
- B passt naar A door poortje.
- A werkt af.
B haalt bal en sluit bij aan de rode kant; A wordt rode B - en omgekeerd.
Afwisselend Blauwe en Rode kant; Rood begint wanneer schuine pass Blauw gegeven is.
Afwisselend Blauwe en Rode kant; Rood begint wanneer schuine pass Blauw gegeven is.
Voorbereiding:
- Maak groepen van 2 voor deze passing warming-up, met 1 bal per groep van 2.
- De spelers met bal stellen zich op, op de zijlijn. De andere spelers gaan er tegenover staan, zo’n 6 meter van de speler met bal.
Oefening:
- Speler A dribbelt naar voren, terwijl speler B achterwaarts over het veld jogt.
- Terwijl de spelers over het veld joggen, passt speler A de bal naar B, die passt weer terug naar A, net zolang totdat ze de andere zijlijn te bereiken.
- De rollen draaien om als de spelers de andere kant van het veld bereiken. Speler A loopt dan achteruit naar de lijn waar ze begonnen zijn.
Variatie mogelijkheden:
- afwisselen van rechtervoet naar linkervoet.
- proberen om één keer raken toe te passen
- focus op kwaliteit boven snelheid, het is geen race.
Deze oefening kan voor elke categorie gebruikt worden in de opwarming.
- Beide spelers A leiden de bal naar het middelste potje waar ze een kapbeweging uitvoeren om vervolgens de bal in te spelen op de volgende speler.
- Na de pas loopt de speler diagonaal naar speler B die de bal opwerpt waarop speler A de bal binnen kopt.
- De speler die kopt gaat dan de bal nemen en achter doel staan,
- De andere speler sluit aan bij de groep die de beweging moet uitvoeren
Afstanden:
- A-B 5 meter.
- A naar doel 5 meter.
- Hoedje naar lijn B 1 meter.
- Afstand doel verschilt qua leeftijd jonger is doel groter.
Speler dribbelt naar lijn A kapt de bal af dribbelt naar lijn B kapt af en schiet bal op doel, haalt bal op en loopt buitenom terug.
Variaties:
Binnen/ buitenkant voet afkappen, afkappen achter standbeen, dribbelen met links en rechts.
Coach momenten:
Dribbelen, bij iedere stap de bal raken, afkappen kort draaien, afkappen lijn B en zo de bal hebben liggen dat je doorstapt en schiet en niet speler eerst nog naar achter laten lopen voor aanloop.
Variaties:
Binnen/ buitenkant voet afkappen, afkappen achter standbeen, dribbelen met links en rechts.
Coach momenten:
Dribbelen, bij iedere stap de bal raken, afkappen kort draaien, afkappen lijn B en zo de bal hebben liggen dat je doorstapt en schiet en niet speler eerst nog naar achter laten lopen voor aanloop.
- 1 passt op 2
- 2 kaatst Terug op 1 en 1 speelt door op 3
- 3 kaatst terug op 2 en 2 speelt op 4
- ...
- 6 kaatst terug op 5 en 5 speelt in de diepte op 6
- 6 werkt af, neemt bal en sluit aan bij 1
- Speler 1 passt de bal naar speler 2.
- Speler 2 dribbelt om pionnen, passt aan het einde naar speler 3.
- Speler 3 kaatst bal op speler 2, speler 2 werkt af.
- Speler 3 haalt bal, gaat op plek
- Speler 1 staan,
- Speler 1 naar Speler 2,
- Speler 2 naar Speler 3.
2 teams
- De spelers voetballen 4 tegen 4 en moeten in de aanval 2 x met elkaar hebben over gespeeld voor er wordt gescoord. (daarna uitbreiden naar 3x)
- Wanneer een bal wordt afgepakt dan moet er opnieuw worden geteld met overspelen.
- Wanneer er niet overgespeeld is mag er niet gescoord worden.
Opwarming waarbij de basishandelingen worden toegepast.
- Keeper speelt naar vragende 3 die uitzakt.
- 3 kaatst terug naar de keeper.
- Keeper controle verste voet en dan naar vragende 10.
- 10 controle verste voet en kaatst terug naar 3.
- 3 speelt naar vragende 9 die uitzakt.
- 9 controle verste voet en uitdraaien.
- 9 slalomt door kegels terug naar beginpositie.
Keeper neemt plaats van 3, 3 van 10, 10 van 9.
Oefening kan langs beide kanten toegepast worden.
Variaties:
Oefening kan langs beide kanten toegepast worden.
Variaties:
- Balaanname met links, pass met rechts - of omgekeerd.
- Andere technische- of opwarmingsoefening langs de kegels in plaats van dribbelen.
- Bij deze oefening draait een heleboel om aanroepen en bewegen.
- De oefening bestaat uit 4 spelers achter elkaar. Heb je veel spelers dan kan je twee startplaatsen maken.
- Speler A heeft de bal en die speelt in op speler B. Speler B moet wel eerst aanroepen!
- Speler B neemt de bal aan en draait door naar speler C. Ook hier moet speler C weer aanroepen.
- Speler C neemt de bal aan en draait door naar speler D. Speler D moet ook roepen om de bal.
- Speler D dribbelt door naar de beginpositie.
- Vanaf daar weer als bij A.
Let op:
- Eerst aanroepen voordat er gepasst wordt
- goed inspelen
- goed aannemen en doordraaien