Voetbaloefeningen voor senioren
Afwerken op een minidoeltje met beide voeten:
- Aan de eerste kegel geef je een pas naar de medespeler die rechts staat, deze controleert de bal en legt deze af naar het midden
- Staat de medespeler links dan werk je af met je rechter voet,
- Staat de medespeler rechts, dan werk je af met je linker voet.
Doorschuiven:
- Speler die mocht afwerken schuift door om terug te kaatsen, speler die terugkaatst schuift aan om te mogen afwerken.
Benodigdheden:
- 3 potjes
- 1 minidoel
- één bal per speler
- In een cirkel
- Oefeningen mobiliteit
- Zie stretch kaart mobiliteit
- Sets van 10 herhalingen
- Stretch de liezen
- Zitten op 1 knie
- Ander been zijwaarts
- Licht veren vanuit de heup
- Stretch heup
- Zittend op 1 knie
- Ander been naar voren ( lunge)
- Stretch onderrug
- Ga op je buik liggen en leg je armen voorwaarts
- Kom met het bovenlichaam omhoog
- Stretch hamstrings
- Zittend met 1 been gestrekt naar voren en een been ingetrokken
- Met beide handen naar de voet van het gestrekt been
- Stretch gluteaal streek
- Liggen op rug 1 been vastpakken bij bovenbeen en naar je toe trekken
- Ander been buig je en leg je op het bovenbeen ter hoogte van de knie
- Bruggetje:
- 2 sets van 20 herhalingen
- Planken:
- 2 sets van 20-30 seconden
- Squats:
- 2 sets van 20 herhalingen
- Push up:
- 2 sets van 15 herhalingen
- Burpees:
- 2 sets van 10 herhalingen
- Speler 1 passt de bal naar speler 2
- Speler 2 dribbelt om pionnen, passt aan het einde naar speler 3
- Speler 3 kaatst bal op speler 2, speler 2 werkt af
- Speler 3 haalt bal, gaat op plek
- Speler 1 staan
- Speler 1 naar Speler 2
- Speler 2 naar Speler 3
- Twee kleine doels en 1 grote bij de 16 meter
- Keeper op het goal en een 1-4-3 opstelling
- Tegenpartij 3-3 opstelling (midden en voor) met diepe nr 10
- Partij spelen let op opbouw van achter uit
- Let op diepe backs in de aanval, breed staan, compact bij verdediging
- 2 groepjes
- Beide groepen staan aan 1 kant naast het doel.
- 1 speler speelt de bal hoog/laag (afhankelijk van niveau), naar speler 2 die in een vierkant staat aan de rand van het strafschopgebied.
- Speler 2 moet de bal controleren in vierkant en schieten.
- Haalt zijn eigen bal en sluit aan naast het doel.
- Speler van het andere team stond te wachten achter vierkant, schuift nu op.
- Moet in hoog tempo gebeuren, anders is het te statisch.
- Het team met de meeste doelpunten wint.
- De groep verdeelt zich in 2.
- Elke groep doet een opwarmingsoefening naar het potje rechts van hen en loopt dan naar het volgende potje.
- Na 5 min
- 1 minuutje rust
- Dan tempo van het lopen opdrijven (3 min)
- Tempo nog meer verhogen (3min)
- Maximale sprint (2min)
- De speler in het rood speelt een lange bal naar de keeper
- Keeper kaatst terug
- Rood komt ingelopen en speelt naar blauw
- Blauw neemt aan, draait door en stuurt wit diep
- Wit zet voor terwijl blauw op rood verdedigt
- Rood gaat naar Blauw
- Blauw naar Wit en
- Wit naar Rood
- Juiste passing en korte passing
- Altijd oogcontact houden
Oefening passing met bal op 9/10
- Korte directe passing
- Juist ingedraaid staan
Tussen de lijnen bewegen en altijd voorwaarts denken
Pass oefening met spelen tussen de lijnen en omgekeerde beweging