facebook pixel

Volleybaloefeningen voor de techniek pass / toetsen / onderhands

  • 2 tweetallen aan twee kanten van het net met 1 bal
  • De bal wordt in 3-en over en weer gespeeld;
  • De achterspeler passt, de voorspeler set-upt, de achterspeler komt in en speelt de bal eenvoudig over het net.
  • De spelers aan de overkant doen hetzelfde
  • Voor- en achterspelers rouleren dus steeds als de bal over het net is gespeeld.
  • Daarna kan uitgebreid worden met een eenvoudige aanvalsslag en eventueel een harde aanvalsslag.
drawing in 3-en met 2 tweetallen en het net (M. Kool)

Om ervoor te zorgen dat spelers leren in een ritme te spelen moet de bal steeds 2 seconde onderweg zijn (21 - 22). 

  • Alle spelers gaan tegelijkertijd synchroon proberen te spelen.
  • Dit begint met beide bovenhands.
  • Volgende vorm is dat de speler in het achterveld onderhands gaat spelen en de speler aan het net bovenhands.
  • Zo kan die verder worden uitgebreid.


Het belangrijkste is dat de spelers de bal 2 tellen onderweg laten zijn.

  • rijtje spelers achter de achterlijn
  • eerste gaat op buik liggen
  • trainer staat aan andere kant van het net
  • slaat op de bal en gooit de bal
  • speler staat op en passt naar midvoor/SV
  • SV vangt af of pakt de bal en brengt deze naar de trainer
  • passer wordt SV
  • probeer hoog tempo te houden


  • Twee teams van maximaal 4 personen, 1 bal.
  • Aan beide zijden 2 personen in het veld, overige personen achter de achterlijn.
Doel: in 1x scoren in het andere veld, binnen de lijnen.

Regels:
  • Start met eenvoudige onderhandse service
  • We spelen onderhands tennis, dus in 1x over het net.
  • Moeilijke bal mag 1x stuiteren, maar dan moet de bal terug met: één hand, één voet of het hoofd.
Bij een gemaakte fout gaat speler uit het veld, naar de achterlijn, een nieuwe speler neemt het dan over.

drawing Tennis - Special
  • Speler begint met bloksprong aan het net.
  • Speler gaat dan in positie staan om een bal te verdedigen.
  • Speler past de aangeslagen bal door de trainer naar de af vanger.
  • Speler shuffelt om pion en verdedigd de volgende bal.
  • Af vanger sluit aan in de rij buiten het veld.
  • Verdediger gaat afvangen.
drawing houding onderhands, verdedigen op hoge snelheid
  • 2 rijen spelers
    • 1 rij op links achter
    • 1 rij op rechtsachter
  • 1 SV
  • creeer met 3 pionnen een virtuele lijn waar ze moeten staan
  • Speler staat aan andere kant van het net en gooit bal ergens in het veld
  • 1 van de 2 voorste in de rijen roept LOS of IK (afspreken) en speelt de bal naar SV
  • Deze woordt nieuwe SV
  • SV pakt bal en doet bal in ballenbak
  • SV sluit aan in een van de rijen


  • Uitbreiding 1:
    • Setter speelt bal kort terug op speler die niet gepasst heeft, pass terug naar setter
    • Setter slaat bal (rustig) op de speler die niet gepasst heeft


  • per tweetal 1 bal, 
  • overspelen in een tweetal
  • onderbreken: 
    • Techniek uitleg, 
  • variatie: alleen bovenhands/ alleen onderhands.
  • 3-tallen
  • 1 bij het net
  • andere 2 aan 2 kanten achterin het veld
  • B gooit bal op A
  • B onder het net door
  • A speelt de bal ONDERHANDS naar C
  • C speelt de bal ONDERHANDS naar B
  • B vangt de bal
  • B gooit de bal naar C
  • B onder het net door
  • C over het net naar A

onderhands-bal-over-het-net-vanuit-achterveld-2

  • Trainers: Basis voordoen, rechter been voor, plank maken, instappen, etc.
  • In tweetallen met 1 bal. Speler bij het net gooit bal aan speler achterin en die passt netjes terug. Is pass goed dan mag je bovenhands doorspelen maar streng zijn!! 20 ballen dan wisselen.
    (Punten telling elke goede bal is een punt.)
  • Idem alleen nu krijg je kort/lang de balen aan gegooid. Dus achter speler moet voorwaarts/achterwaarts verplaatsen.
  • Trainer staat achterin het veld met
    • achter zich rij 1 : spelers met bal
    • naast zich rij 2:  spelers zonder bal
  • Voorste speler  uit rij 1 duwt bal in handen trainer en sluit achteraan in rij 2
  • Trainer stuit bal in het veld en speler uit rij  2 komt in lopen en toetst de bal voor zich zelf op.
  • Pakt/vangt eigen bal en sluit achteraan in rij 1
  • Hoog tempo en aanpassen aan niveau speler die loopt
Opstelling:
  • Een speler op de 2/3 die ballen afvangt en deze gooit naar de aangooier.
  • Een speler die de ballen aangooit.
  • Een rij achter de achterlijn.
Paser krijgt bal aangegooid op 2/3 en sluit achteraan.
Verschillende varianten aangooien.

  • Maak 2 tallen
  • T (trainer) gooit bal aan of serveert op de rechtdoor.
  • Actie 1: 
    • Speler loopt in en passt 
  • Actie 2:
    • Speler loopt in en staat klaar voor de set-up
  • Actie 3:
    • Speler geeft een pass naar positie 3
  • Actie 4: 
    • Set-up op postitie 4
  • Speler probeert een pion van de bank slaan dmv smash.
  • Pion van de bank? 
  • Tweetal krijgt 1 punt.
drawing Pass - smash - pion raken