Volleybaloefeningen voor de techniek pass / toetsen / onderhands

2 tallen met net ertussen.

  • Gooi bal met gestrekte armen en 1 voet voor naar de ander over het net.
  • Trainer gooit bal aan over het net.
  • Speler probeert te vangen en gooit daarna de bal met
    • gestrekte armen
    • en 1 voet voor over het net
    •  en raakt de kast.
  • Kast raak dan pak je een knijper en die doe je aan je shirt.
  •  Hoeveel knijpers heb je aan het einde?

Idem, alleen nu bovenhands de bal wegstoten

  • Verplaats af en toe de kast!!
  • 2 tallen met net ertussen en 1 bal.
  • Gooi bal met
    • gestrekte armen voor het lichaam
    • en 1 voet voor
    • naar de overkant

Idem,

  • echter nu de bal boven de neus wegstoten
-allemaal 1 bal en voor jezelf toetsen, tel hoeveel! -onderhands en dan bovenhands en dan weer onderhands Trainer gooit bal over het net en speler toetst de bal op de midvoor in de emmer. Ruime bal en iets van het net af. Ze willen te scherp op het net spelen dus let daarop. 2 met 2. Gooi de bal bal over het net en dan oh de tweede bal bh en dan de derde bal ook bh over het net. Hou bal in het spel dus niet scoren. Trainer gooit bal over het net en speler staat bij het net en moet naar achter verplaatsen. Speel bal naar af vanger op midvoor. Wat is slimmer bh of oh spelen?
Speler staat linksachter en toetst de bal naar midvoor in de korf. Daar staat af vanger en die brengt bal bij trainer en gaat dan 3x opdrukken. Toetser gaat dan af vangen Idem alleen nu staat speler rechts achter. Af vanger brengt bal bij trainer en gaat dan 2x blokken Speler start op midachter en krijgt wisselend een bal op rechts achter of links achter. Hij toetst naar midvoor en daar staat een sv die de bal langs het net bh speelt en dan mag toetser aanvallen of bh over het net spelen
  • Trainer gooit bal over het net naar speler achterin het veld.
  • Die toetst naar midvoor en die vangt af.
  • Af vanger brengt bal bij trainer
  • en toetser gaat afvangen.
  • Accent op plank en schouders kantelen.
  • Het inschatten van de bal baan is ook een accent.
  • Zorg dat ze goed klaar staan.

A en b staan bij het net en c staat tegenover a. A gooit bal naar c en c toetst diagonaal naar b, enz enz....

  • Allemaal 1 bal.
  • 1 kind mag dobbelsteen gooien (ze komen allemaal aan de beurt)
  • en het aantal stippen da gegooid wordt moet worden getoetst of opgooi en dan vangen.
  • Splits de groep in 2en, dus elke trainer een groepje en een dobbelsteen.

2 tallen met net ertussen en 1 bal.

  • Gooi de bal naar elkaar over en probeer te vangen.
  • Hoeveel keer lukt dit zonder de bal te laten vallen.
  •  Doel:
    • eerst 5x
    • daarna 10x

Pion A flink eind van pion B neerzetten

  • Allemaal 1 eigen bal en tussen de pionnen
  • de bal toetsend van A naar B brengen
  • Bal afvangen en dan weer achteraan aansluiten.

Speler staat op midvoor met een emmer boven zijn hoofd.
Trainer gooit bal aan over het net en speler moet die vangen en dan direct de bal via volleybal eigen manier in de emmer gooien.
Als dit lukt mag je wisselen en anders wissel je na een x aantal ballen.
Dit kan ook weer aan 2 kanten.

  • 2 kasten met pionnen erop.
  • Op afstand gaan staan
  • spelers mogen de bal met die zelfde worp de pion eraf gooien.
  • Lukt dit dan krijg je een knijper op je shirt/heb je een punt.
  • Speler staat op midvoor en heeft emmer op zijn hoofd
  • Trainer gooit bal over het net
  • speler speelt bal via vang/gooi (OH) techniek in de emmer
  • eigen bal halen