twee speler kijken mekaar aan op een afstand van 1 m waar de bal ligt in het midden van hen .
De trainer roept door elkaar ledematen op en ze moeten dat zo vlug mogelijk aanraken .
Roep ik bal , moeten ze snelle reactie hebben om als eerste de bal te pakken .
Per 2 tegenover elkaar gaan staan:
Per 2 tegenover elkaar gaan staan:
Per 2 tegenover elkaar:
Per 2 tegenover elkaar:
iedere speler heeft een eigen bal.
VARIATIE:
Per twee spelverdelers drie ballen