Basketbaloefening: passen en afwerken
Geschikt voor de volgende technieken: passen
Passen en afwerken
Opstelling
- Drie groepjes staan aan de baseline opgesteld.
- De bal begint bij de linker groep.
Uitvoering
- De linker speler (L) geeft een pass naar de middelste speler (M) en rent naar het volgende vrije plekje aan de rechterkant.
- De middelste speler (M) geeft een pass naar de rechter speler (R) en loopt naar het plekje boven waar L eerder stond.
- De rechter speler (R) geeft een pass terug naar L en rent naar het volgende plekje naast M.
- Wanneer de rechter speler (R) bij het plekje links in de bovenhoek komt, snijdt hij naar de basket, ontvangt hij de bal van M en werkt hij af.
Doorschuiven
- De spelers schuiven telkens een plekje naar rechts op.