Handbaloefening: opbouw en wedstrijdvorm met kracht en conditie
Geschikt voor de volgende technieken: aanval
Opbouw en wedstrijdvorm met kracht en conditie
Vak 1: Opbouw en afronding
- Verdeel het veld in drie gelijke delen.
- A, C en D trainen apart in vak 1 met een doel.
- Opbouwers worden in een rijtje geplaatst: linkeropbouwers, middenopbouwers en rechteropbouwers. Het midden is dubbel bezet.
- De linkeropbouwer heeft de bal, passt naar het midden. De middenopbouwer haalt op, komt achterlangs en rondt af met een sprongschot hoog.
Vak 2: Kracht en conditie stations
- Maak tweetallen en plaats ze op 5 stations. Elke tweetal traint 45 seconden per station.
- Station 1: Horde sprongen over 5 horden. De ander passt en krijgt de bal terug.
- Station 2: 1 speler met bal op 3 meter van de verdediger. Passen, terugkrijgen, aanzetten en proberen te passeren met sprongschot hoog.
- Station 3: 1 speler sprint stuiterend met bal van zijlijn naar zijlijn, de ander doet squats.
- Station 4: Buikspieroefeningen met bal. De ander zet voeten om en om tegen de bank aan. Bij omhoog komen, bal naar maatje spelen en terug.
- Station 5: 5 hoepels op een meter afstand. 1 speler springt met 2 benen van hoepel naar hoepel, de ander doet lunges op de plek.
Vak 3: Aanval en verdediging
- Speel 4 of 5 tegen 5 in partijvorm. Variaties mogelijk met 5 tegen 4 of 6 tegen 5.
- D: Instarten en schijnbeweging oefenen.
- C: Wissel 1 en 11 oefenen, normale aanval.
- A: 4:2 oefenen, muurtje en andere wissels.