Volleybaloefening: richten op de korf
Geschikt voor de volgende technieken: pass bovenhands
Richten op de korf
Opstelling
- Drie spelers in de serveer-pass op posities 5, 6 en 1.
- Eén reserve achter het veld.
- Een spelverdeler startend op positie 2/3.
- De rest van de spelers met bal aan de overkant.
- Serve naar de passers.
- Pass naar positie 2/3.
- De spelverdeler speelt de bal naar positie 4 waar een korf staat.
- Een bal in een acceptabele balbaan tegen de korf is 1 punt, direct erin is 2 punten.
- Stimuleer het team om voor zoveel mogelijk punten te gaan.
- Kies voor een vaste spelverdeler of laat rouleren: passer -> spelverdeler -> serveerder -> reserve -> passer.
- Bij een grote groep kun je twee kanten hanteren.
- Bij een kleine groep kun je het aantal passers verminderen.